Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-03-2015 | 01-01-2015 | Art. 2.1, 2.2, 3.1, 4.2, 4.3, 7 en bijlage I | 20-02-2015 Gemeenteblad Hoogeveen, nr. 19017 | BBV01556 | |
01-01-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 27-10-2014 Gemeenteblad Hoogeveen | BBV01556 |
Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015;
dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen in een gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning;
besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015
Budgethouder: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;
2. De hoogte van een pgb voor:
a. een hulpmiddel of woningaanpassing wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
b. hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden door een particuliere hulp bedraagt per uur:
c. hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden door een professionele organisatie wordt per uur bepaald op basis van het laagste tarief per uur voor huishoudelijke hulp in natura door een daartoe bij een door de gemeente gecontracteerde instelling en bedraagt:
d. individuele begeleiding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt bedraagt maximaal € 17,00 per uur.
e. individuele begeleiding door een daartoe opgeleid persoon bedraagt maximaal € 30,46 per uur.
f. begeleiding groep of dagbesteding bedraagt maximaal € 37,66 per dagdeel.
g. kortdurend verblijf- en respijtzorg bedraagt maximaal € 85,85 per 24 uur;
h. vervoer van en naar de dagbesteding bedraagt:
i. individuele taxikosten en individuele rolstoeltaxikosten wordt voor maximaal 2000 km toegekend en bedraagt:
j. een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen voor de aanpassing en de laagste kostprijs voor een vergelijkbare aanpassing in natura gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor de goedkoopst adequate autoaanpassingen;
k. verhuiskosten wordt bepaald op basis van:
m. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportrolstoel in natura gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor een goedkoopst adequate voorziening, rekening houdend met alternatieve financieringsmogelijkheden door of namens cliënt zoals fondswerving;
Artikel 3. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s
1. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
2. De bijdrage in de kosten kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening.
3. De berekenmethode voor de kostprijs van de verschillende soorten voorzieningen zijn beschreven in bijlage I.
4. De bijdrage wordt opgelegd en geïnd door het CAK.
5. In afwijking van lid 1, 2, 3 en 4 wordt de bijdrage voor het collectief vervoer jaarlijks vastgesteld door de gezamenlijke opdrachtgevers in vervoersovereenkomst in het kader van de gezamenlijke aanbesteding van kleinschalig openbaar vervoer en doelgroepenvervoer in Zuidwest-Drenthe. De hoogte van de bijdrage per rit wordt vastgesteld en geïnd door de vervoerder.
Artikel 4. Verantwoording PGB voor diensten
1. Het PGB wordt beheerd door de SVB. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.
2. Uit het PGB voor diensten mag wel betaald worden:
3. Uit het PGB voor diensten mag niet betaald worden:
4. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor diensten aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan besteedde budget geheel of gedeeltelijk terug.
Artikel 5. Verantwoording PGB voor overige voorzieningen
1. Het PGB wordt beheerd door de SVB. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.
2. Een PGB voor voorzieningen mag wel worden besteed aan:
a. Een voorziening waarmee de in de beschikking gestelde doelen worden behaald.
b. De bij de voorziening passende onderhoud- en reparatiekosten
c. Wettelijk verplichte verzekeringen
3. Uit een PGB voor voorzieningen mag niet worden betaald:
b. Andere zaken waardoor de gestelde doelen niet worden behaald
4. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor een voorziening aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan besteedde budget geheel of gedeeltelijk terug.
Artikel 6. Terugbetaling waardestijging bij woningaanpassing
a. De waardestijging van een woning door toegekende woonvoorziening wordt bij verkoop van de woning bepaald door een dubbele taxatie door een onafhankelijke taxateur;
b. De kosten van de taxatie zijn voor het college;
c. De hoogte van de waardestijging wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van de woning met de gerealiseerde woonvoorziening en de waarde van de woning als ware de woonvoorziening niet gerealiseerd.
Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
1. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013 wordt ingetrokken.
2. Aanvragen die zijn ingediend onder het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van dit besluit, worden afgehandeld krachtens het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013.
3. Voorzieningen in de vorm van een financiële tegemoetkoming op jaar- of declaratiebasis die toegekend zijn met toepassing van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013 of een eerder besluit lopen door tot einde van de indicatie.
4. Bij indicaties voor individuele begeleiding, begeleiding groep, respijtzorg en vervoer van en naar dagbesteding in het kader van de overgangsregeling Wmo 2015 gaan de tarieven zoals genoemd in het tweede lid van artkel twee onder e, f, g en h op 1 januari 2016 in.
5. In afwijking van artikel 4 lid 1, 2 en 3 gelden voor budgethouders die onder het wettelijk overgangsrecht vallen de bestedingsvoorwaarden zoals die onder de AWBZ golden.
Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015.
Bijlage I Kostprijs maatwerkvoorzieningen
De hoogte van de bijdrage in de kosten voor Wmo voorzieningen is afhankelijk van
a. Het inkomen, de leeftijd en de gezinssituatie van belanghebbende;
b. Reeds aanwezige Wmo- voorzieningen bij belanghebbende;
c. De kostprijs van de voorziening
Ad a. en b. De bedragen en het percentage die gelden voor een bijdrage in de kosten zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In hoofdstuk 5.1 van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt deze systematiek toegelicht
De vast te stellen bijdrage in de kosten mag nooit meer zijn dan de kostprijs van de voorziening. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor de voorziening zelf en, indien van toepassing, de bijbehorende onderhoudskosten.
In deze bijlage de uitwerking van de kostprijs voor de verschillende voorzieningen. De kostprijs is als het ware de ‘bruto’ bijdrage die gevraagd wordt. De ‘netto’ bijdrage is afhankelijk van het onder a. en b. genoemde en wordt door het CAK vastgesteld. Zie voor meer informatie www.hetcak.nl.
Hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden
** De kosten bij Zorg in natura volgen de prijsafspraken die vastgelegd zijn in de raamovereenkomsten met de zorgaanbieders. Deze prijzen kunnen op basis van deze overeenkomsten jaarlijks geïndexeerd worden en worden gepubliceerd in Het Torentje.
** De kosten bij Zorg in natura volgen de prijsafspraken die vastgelegd zijn in de raamovereenkomsten met de zorgaanbieders. Deze prijzen kunnen op basis van deze overeenkomsten jaarlijks geïndexeerd worden en worden gepubliceerd in Het Torentje
De kostprijs van de overige voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. De kostprijs wordt gesplitst in een deel voor de voorziening zelf en een deel voor het onderhoud van de voorziening. Ook wordt er onderscheid gemaakt naar voorzieningen die nieuw geleverd worden en voorzieningen die uit depot geleverd worden (herverstrekking).
Berekening kostprijs voorziening zelf
Voorzieningen in natura of PGB
Bij de berekening van de kostprijs wordt rekening gehouden met de economische afschrijvingstermijn. Gedurende deze termijn wordt een bijdrage in de kosten gevraagd. De minimum kostprijs per periode is € 5,00, het aantal perioden wordt, indien van toepassing, hierop aangepast. De bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken zolang de voorziening in gebruik is of tot het maximaal aantal periodes is bereikt.
Berekening kostprijs onderhoud
De kostprijs van het onderhoud wordt bepaald aan de hand van de bij de voorziening behorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. Een bijdrage in de kosten voor onderhoud wordt gevraagd zolang de voorziening in gebruik is.
Voorbeelden: de lijst is niet limitatief
* zolang de voorziening gebruikt wordt.
Berekening kostprijs voorzieningen uit depot
Voor voorzieningen die geleverd worden uit depot wordt rekening gehouden met de oorspronkelijke aanschafwaarde en de leeftijd van de voorziening.
Berekening kostprijs woningaanpassingen
Bij het bepalen van de kostprijs van woningaanpassingen wordt rekening gehouden met de afschrijvingstermijnen zoals deze door de huurcommissie gehanteerd worden in het Beleid huurverhoging na woningverbetering.