Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor het verstrekken van onttrekkings- en splitsingvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006 |
Citeertitel | Nadere regels voor het verstrekken van onttrekkings- en splitsingvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2014-132 |
Geen
artikelen 16f, eerste lid, en 17f, eerste lid, van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006
Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2014 | Onbekend | 23-09-2014 Gemeenteblad 2014-132 | gelezen het voorstel van de directeur van het cluster Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam van 23 september 2014, SO 14/00022122 |
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
Nadere regels voor het verstrekken van onttrekkings- en splitsingvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur van het cluster Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam van 23 september 2014, SO 14/00022122;
overwegende, dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van onttrekkingsvergunningen en splitsingsvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006;
gelet op de artikelen 16f, eerste lid, en 17f, eerste lid, van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006;
besluit vast te stellen de hierna volgende:
Nadere regels voor het verstrekken van onttrekkings- en splitsingvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:
onzelfstandige woonruimte: woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij in ieder geval als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet;
zelfstandige woonruimte: een woonruimte welke een eigen toegang heeft en welke door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
Artikel 1.2. Werkingsgebied van de nadere regels
de hierna volgende straten, voor zover gelegen in het gebied Delfshaven (gebied 3): Grote Visserijstraat, Mathenesserdijk (alleen de adressen binnen postcodegebied 3026), Mathenesserweg, Schiedamseweg, Willem Buytewechstraat, Vierambachtsstraat, ‘s-Gravendijkwal, 1e Middellandstraat, 2e Middellandstraat en Middellandplein.
HOOFDSTUK 2 Onttrekking en omzetting
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle woonruimten die zijn gelegen in het in artikel 1.2. aangegeven werkingsgebied. Artikel 2.2. Vergunningvereiste 1. Het is verboden om zonder een onttrekkingsvergunning een woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken, of voor een zodanig gedeelte aan die bestemming te onttrekken, dat die woonruimte daardoor niet langer geschikt is voor bewoning door een huishouden van dezelfde omvang als waarvoor deze zonder zodanige onttrekking geschikt is. 2. Onder het onttrekken aan de bestemming tot bewoning wordt eveneens verstaan het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte, maar niet het slopen of samenvoegen van woonruimten.
Artikel 2.3. Aanvraag onttrekkingsvergunning
1. De aanvraag van een onttrekkingsvergunning wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:
c. naam, voornaam en correspondentieadres in Nederland van de eigenaar van de te onttrekken woonruimte(n); d. naam, voornaam en correspondentieadres in Nederland van eventuele andere belanghebbenden; e. plaats en aard van de te onttrekken, of om te zetten woonruimte; f. een duidelijke omschrijving van de aanvraag en de grond(en) waarop deze berust; g. de namen van eventuele huidige bewoners van de te onttrekken woonruimte; h. bij kamerbewoning: het aantal personen dat de te onttrekken woonruimte voor kamerbewoning in gebruik zal nemen; i. een recent kadastraal uittreksel en een uittreksel van de kadastrale kaart van het gebouw; j. een akkoordverklaring van de eigenaar, indien de aanvrager geen eigenaar is van de te onttrekken woonruimte.
De onttrekkingsvergunning wordt geweigerd, indien de toestemming tot gebruikswijziging, bedoeld in het vierde lid, is geweigerd.
Artikel 2.4. Criteria voor verlening onttrekkingsvergunning
Burgemeester en wethouders verlenen een onttrekkingsvergunning, tenzij het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met het onttrekken aan de bestemming tot bewoning gediende belang en indien het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad niet door het stellen van voorwaarden en voorschriften voldoende kan worden gediend.
Artikel 2.5. Tijdelijke onttrekkingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een onttrekkingsvergunning voor een beperkte periode van ten hoogste vijf jaar verlenen, indien de aanvrager aantoont dat een situatie bestaat die een tijdelijke onttrekking of omzetting rechtvaardigt en waarbij vast staat dat die situatie niet langer dan vijf jaar zal duren.
Artikel 2.6. Intrekken onttrekkingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een onttrekkingsvergunning intrekken, indien: a. niet binnen de in de onttrekkingsvergunning bepaalde termijn, nadat deze vergunning onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot onttrekking of omzetting; b. de onttrekkingsvergunning is verleend op grond van door de aanvrager verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren; c. de onttrekkingsvergunning is verleend voor kamerbewoning en is gebleken, dat het gebruik van de woonruimte voor kamerbewoning is beëindigd.
HOOFDSTUK 3. Splitsing in appartementsrechten Artikel 3.1. Reikwijdte Dit hoofdstuk is van toepassing op alle woonruimten die zowel ouder zijn dan 50 jaar, als (na splitsing) onderdeel zijn van een Vereniging van Eigenaren met minder dan 25 appartementen.
Artikel 3.2. Vergunningvereiste
1. Het is verboden een recht op een gebouw zonder splitsingsvergunning te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106, eerste en vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, indien een of meer van de appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten of het aangaan van een verbintenis daartoe door een rechtspersoon met betrekking tot een gebouw als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3.3. Aanvraag splitsingsvergunning
1. De aanvraag van een splitsingsvergunning wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:
straat en huisnummer van het gebouw waarvan het recht wordt gesplitst; e. een recent kadastraal uittreksel en een uittreksel van de kadastrale kaart van het gebouw waarvan het recht wordt gesplitst; e. bouwjaar van het gebouw waarvan het recht wordt gesplitst; f. het aantal appartementsrechten waarin het recht op het gebouw zal worden gesplitst; g. de tegenwoordige en toekomstige bestemming van de te vormen appartementsrechten; h. de namen en adressen van de bewoners van het gebouw waarvan het recht wordt gesplitst;
i. een splitsingsplan dat voldoet aan artikel 5:109 van het Burgerlijk Wetboek en het krachtens dat artikel vastgestelde Besluit betreffende splitsing in appartementsrechten;
j. het ontwerp van de akte van splitsing waarvoor het Modelreglement bij Splitsing in Appartementsrechten van 2006 van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie als uitgangspunt heeft gediend of waarin dit Modelreglement van toepassing is verklaard. Indien het reglement van splitsing deel uitmaakt van de akte van splitsing wordt in de ontwerpakte, bijvoorbeeld door vet of afwijkend lettertype kenbaar gemaakt, wat de ten opzichte van bedoeld Modelreglement toegepaste veranderingen of weglatingen zijn en
Burgemeester en wethouders doen van de intrekking van een aanvraag van een splitsingsvergunning schriftelijk mededeling aan de bewoners van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 3.4. Aanhouden wegens gebreken
Artikel 3.5. Weigeren wegens toestand van het gebouw
Burgemeester en wethouders kunnen een splitsingsvergunning weigeren, indien:
Artikel 3.6. Intrekken van splitsingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een splitsingsvergunning intrekken, indien:
a. niet binnen de in de splitsingsvergunning gestelde termijn waarbinnen van de vergunning gebruikgemaakt kan worden, nadat de vergunning onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot overschrijving in de openbare registers van de akte van splitsing in appartementsrechten, bedoeld in artikel 5:109 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten;
HOOFDSTUK 4. Overige bepalingen
Artikel 4.1. Hardheidsclausule
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze nadere regels zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 4.2. Onvoorziene gevallen
In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbend op de samenstelling van de woonruimtevoorraad.
Artikel 4.3. Overgangsbepaling
1. Aanvragen voor een onttrekkingsvergunning of splitsingsvergunning die zijn ingediend vóór het in werking treden van deze nadere regels en waarop ten tijde van het in werking treden van deze nadere regels nog niet is beslist, worden behandeld op grond van de in deze nader regels vervatte criteria, tenzij het voordien geldende recht voor de aanvrager gunstiger is. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften waarop ten tijde van het inwerkingtreding van deze nadere regels nog niet is beslist, gericht tegen enige beschikking die is genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze nadere regels.
Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.
Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels voor het verstrekken van onttrekkings- en splitsingvergunningen op grond van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 september 2014.
De secretaris, De burgemeester,
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 31 oktober 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)