Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Participatiewet Stadskanaal 2015 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet Stadskanaal 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal.
Deze verordening is vervangen door de Re-integratieverordening Participatiewet Stadskanaal 2018.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-05-2018 | nieuwe regeling | 17-11-2014 Gemeenteblad, nr. 70501, 03-12-2014 | R 7056, nr. 13b |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2014, nr. R 7056;
gelet op arikel 6, tweede lid, artikel 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en artikel 10b, vierde lid van de Participatiewet;
gezien het advies van de Participatieraad;
overwegende dat de raad bij verordening regels dient vast te stellen over:
het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel, a en artikel 10, eerste lid van de Participatiewet;
participatieplaatsen, bedoeld in artikel 10a, vijfde en zesde lid van de Participatiewet;
het verrichten van werkzaamheden in een beschutte omgeving, bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet, en
de doelgroep voor loonkostensubsidie en de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld, bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Participatiewet;
vast te stellen de "Re-integratieverordening Participatiewet Stadskanaal 2015".
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
groep van personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de wet;
notitie over de invoering van de Participatiewet in Oost-Groningen;
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruikmaakt van de voorziening beschut werk.
Artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een participatienota vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
Het college kan een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2 van de wet;
Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a van de wet.
Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.
De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid van de wet bedraagt € 300,00 per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Artikel 9 Participatievoorziening beschut werk
Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
Het college maakt uit de personen uit de doelgroep een voorselectie en wint bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het college selecteert voor deze beoordeling uitsluitend personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Om de in artikel 10b, eerste lid van de Participatiewet bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
Artikel 10 Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of
Artikel 11 Persoonlijke ondersteuning
De persoonlijke ondersteuning wordt in ieder geval geboden als de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt.
Een werkgever komt in aanmerking voor een no-riskpolis als:
de werknemer een structurele functionele of andere beperking heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt;
artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is, en
Artikel 14 Loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking
Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht. De persoon:
behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet;
Het college draagt zorg voor de uitvoering van de dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 4 van de Wet inschakeling werkzoekenden, zoals dit luidde op 31 december 2003 en stimuleert de uitstroom. Het college gaat hierbij uit van het door de raad vastgestelde Plan van Aanpak d.d. 15 december 2003, nummer R 2808.
Het college draagt zorg voor de subsidiëring van de dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 6 van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dit besluit luidde op 31 december 2003, en voor de subsidiëring van de arbeidsovereenkomsten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet inschakeling werkzoekenden, zoals dit luidde op 31 december 2003 en stimuleert de uitstroom. Het college gaat hierbij uit van het door de raad vastgestelde Plan van Aanpak d.d. 15 december 2003, nummer R 2808.
De dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten, genoemd in eerste en tweede lid, zijn, vanaf het moment van inwerkingtreding van de Participatiewet, voorzieningen in de zin van de Participatiewet. Het college kan nadere voorwaarden stellen aan de subsidieverstrekking.
Artikel 17 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal wordt ingetrokken.
Een persoon die gebruikmaakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit deze verordening voor de duur:
De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Stadskanaal blijft van toepassing ten aanzien van een voortgezette voorziening als bedoeld in het tweede lid.