Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2016 | Aanhef, artt. 3. 5, 8 t/m 21 | 27-06-2016 Gemeenteblad, nr. 87032, 30-06-2016 | R 7158 | ||
01-01-2015 | 08-07-2016 | nieuwe regeling | 20-10-2014 Gemeenteblad, nr. 62176, 05-11-2014 | R 7047, 13a |
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2014, nr. R 7047;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
gezien het advies van de Participatieraad van de gemeente Stadskanaal;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
alsmede overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze van afstemming met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een Persoonsgebonden Budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een Persoonsgebonden Budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een Persoonsgebonden Budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
voorziening anders dan in het kader van de wet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
behoefte van een jeugdige of een ouder aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid van de wet;
Persoonsgebonden Budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.
Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente
Het college stelt bij nadere regeling regels met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen.
Artikel 7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening, genomen op grond van deze verordening herzien dan wel intrekken indien het college vaststelt dat:
Indien het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a en e, heeft herzien dan wel ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten PGB.
Het college maakt afspraken met de huisartsen, medisch specialisten, jeugdartsen en de zorgverzekeraars over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de verwijzing, als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g van de wet en artikel 3, lid 1 van deze verordening, plaatsvindt.
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die in behandeling zijn en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijk kader.
Artikel 9 Gecertificeerde instellingen
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen over:
het overleg over de aangewezen jeugdhulp in het kader van de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering, zoals bedoeld in artikel 3.5, lid 1 van de wet;
Het college en de gecertificeerde instelling leggen de afspraken als bedoeld in het tweede lid vast in een protocol als bedoeld in artikel 3.5, lid 3 van de wet.
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4, lid 2 onderdeel b van de wet.
Het college en de betrokken instellingen nemen de afspraken zoals bedoeld in het eerste lid op in het protocol zoals bedoeld in artikel 9, lid 3 van deze verordening en het protocol bedoeld in artikel 3.1, lid 5 van de wet.
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar algemene [voor algemene voorzieningen dient gelezen te worden overige voorzieningen] en individuele voorzieningen.
Artikel 14 Wmo-voorzieningen
Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en voorzieningen voor jeugdigen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Het college draagt zorg voor een goede afstemming van de voorzieningen voor jeugdigen op grond van deze verordening en voorzieningen voor volwassenen, zijnde ouders, op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Artikel 15 Voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en (re-integratie)voorzieningen voor jeugdigen op grond van de Participatiewet, waaronder leerwerktrajecten.
Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en voorzieningen voor volwassenen, zijnde ouders, op grond van de Participatiewet dan wel aanvullend minimabeleid.
Artikel 16 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt, in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college nadere regels stellen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 19 Betrekken van de ingezetenen bij het beleid
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.