Paragraaf 1. Voorbereiding
Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda
- 1.
De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een
raadsvergadering de raadsleden een oproep onder vermelding van
dag, tijdstip en plaats van de vergadering en de voorlopige
agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de
in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde
stukken.
- 2.
Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid,
wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken
zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de
raadsvergadering aan de leden gezonden.
Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van
een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda
opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar
gemaakt.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25,
eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is
opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid
onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden
op verzoek inzage.
- 3.
De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de
raad vastgesteld.
Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op
een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het
verzenden van de schriftelijke oproep ter inzage gelegd. Als na
het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage
worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van
de raad en zo mogelijk door middel van openbare
kennisgeving.
- 2.
Stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.
- 3.
Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede
lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze
stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder
berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op
verzoek inzage.
Artikel 11. Openbare kennisgeving
- 1.
Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door
aankondiging op de gemeentepagina in Het Kontakt en door
plaatsing op de gemeentelijke website.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt de datum, aanvangstijd en
plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering.
- 3.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden op
de website van de gemeente geplaatst.
Paragraaf 2. Ter vergadering
Artikel 12. Presentielijst
- 1.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten
van raadsvergaderingen.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de
presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt
die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 13. Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten
hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan eenmaal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een
amendement, een subamendement, een motie of een
initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de
beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.
- 5.
Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde
onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet
meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 14. Spreektijd
Een lid van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de
leden en de overige aanwezigen.
Artikel 15. Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht
nemen van dit reglement te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat
de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal
afronden.
- 2.
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter
tot de orde geroepen. Indien de betrokken spreker, hieraan geen
gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering
waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het
woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor
een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de
heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering
sluiten.
Artikel 16. Beraadslaging
- 1.
De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raad
beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of
voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de
voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door
hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden
de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De
beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode
verstreken is.
Artikel 17. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig
moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de
beraadslaging.
Artikel 18. Toelating van niet verkozen leden tot de vergaderingen van de
raad
- 1.
De raad kan voor zijn vergadering buitengewone leden
benoemen.
- 2.
Deze buitengewone leden moeten tijdens de laatste verkiezingen
van de raad geplaatst zijn op de kandidatenlijst van een
fractie.
- 3.
Op voorstel van de fractie worden maximaal 2 buitengewone leden
op naam benoemd en beëdigd door de (plv.) raadsvoorzitter; zij
zijn daarmee gebonden aan geheimhouding met betrekking tot die
stukken die vallen onder de geheimhoudingsplicht, zoals geregeld
in de Gemeentewet.
- 4.
De beëdigde buitengewone leden kunnen in de raadsvergadering het
raadslid uit dezelfde fractie vervangen, maar niet deel nemen
aan de besluitvorming.
Artikel 19. Inspreekrecht burgers
- 1.
Burgers hebben het recht in te spreken over geagendeerde en
niet-geagendeerde onderwerpen.
- 2.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, kan zich
opgeven bij de griffie tot uiterlijk 12.00 uur op de dag
voorafgaand aan de dag van de vergadering, onder vermelding van
naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp. Iedere spreker
heeft maximaal 5 minuten spreektijd.
- 3.
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een ingediende zienswijze op een
bestemmingsplan;
- b.
over een besluit van het gemeentebestuur waartegen
bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft
opengestaan;
- c.
over benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen
van personen;
- d.
als een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 4.
Uitzondering op de uitsluiting van het onder lid 3a genoemde is
het via het inspreekrecht reageren op de reactie van het college
op de ingediende zienswijze.
Artikel 20. Voorstellen van orde
De voorzitter en raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering
mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De
raad beslist hier terstond over.
Paragraaf 3. Stemmingen
Artikel 21. Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming
overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag
toelichten.
Artikel 22. Beslissing
- 1.
De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een
onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad
anders beslist.
- 2.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel
plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te
nemen beslissing.
Artikel 23. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is
dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel
zonder stemming is aangenomen.
- 2.
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in
de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het
verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben
tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet
niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
- 3.
Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt,
doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 4.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij
naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het
daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de
oproeping op alfabetische volgorde.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig
raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de
Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem
uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige
toevoeging.
- 6.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist,
kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid
heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later,
dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming
bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit
brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee.
Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen
besluit.
Artikel 24. Volgorde stemming over amendementen en moties
- 1.
Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt
eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het
voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 2.
Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het
subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop
dat betrekking heeft.
- 3.
Zijn meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig
voorstel ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede
lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of
subamendement gestemd.
- 4.
Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend,
wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de
motie.
Artikel 25. Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen
van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie
raadsleden tot stembureau.
- 2.
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau
verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig
artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren
te nemen.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te
benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op
voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen
worden samengevat op één briefje.
- 4.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist
de raad op voorstel van het stembureau.
Artikel 26. Herstemming over personen
- 1.
Als bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid
heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Als ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte
meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen
twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op
zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste
stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een
tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde
stemming zal plaatshebben.
- 3.
Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen
staken, beslist terstond het lot.
Artikel 27. Beslissing door het lot
- 1.
Als het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie
de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op
afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn
gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal
gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de
stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is
gekozen.
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 30. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige
toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter
van de vergadering.
Artikel 31. Verslag besloten vergadering
- 1.
Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten
raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor
de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.
- 2.
Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in
een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden.
Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al
dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de
besluitenlijst.
- 3.
De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de
voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 32. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55,
tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet
voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan
dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een
besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg
gevoerd.
Paragraaf 6. Toehoorders en pers
Artikel 33. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare
raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde
plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op
andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
Artikel 34. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of
beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de
voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.