Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Treasurystatuut

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut
CiteertitelTreasurystatuut
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet fido

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-201001-03-2014Onbekend

21-09-2010

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut

 

 

Indeling Treasurystatuut gemeente Dinkelland

1. Inleiding

2. Treasurystatuut

1. Begrippenkader

2. Algemeen: doelstellingen van de treasuryfunctie

Risicobeheer

3. Uitgangspunten risicobeheer

4. Renterisicobeheer

5. Koersrisicobeheer

6. Kredietrisicobeheer

7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

8. Valutarisicobeheer

Gemeentefinanciering

9. Financiering

10. Uitzettingen

11. Relatiebeheer

Kasbeheer

12. Geldstromenbeheer

13. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Administratieve organisatie en interne controle

14. Uitgangspunten administratieve organisatie en controle

15. Verantwoordelijkheden

16. Bevoegdheden

17. Informatievoorziening

18. Inwerkingtreding

3. Bijlage: Memorie van toelichting

1 Inleiding

 

Per 1 januari 2001 is de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) van kracht. In deze nieuwe wet zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie.

 

Deze treasuryfunctie wordt hierbij gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

 

In verband met de vereisten van de Wet fido, voert de gemeente Dinkelland twee nieuwe instrumenten in op het gebied van treasury, namelijk bijgaand treasurystatuut en een treasuryparagraaf.

In dit treasurystatuut zijn de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten vastgelegd van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Bij het opstellen van dit treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Gemeentewet, Wet fido en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden). Bovendien is aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”.

In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente Dinkelland geformuleerd. Deze worden vervolgens uitgewerkt voor de drie deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie behandeld. Daarbij ligt de nadruk op de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.

Als bijlage is een Memorie van Toelichting opgenomen, wat onderdeel uitmaakt van dit treasurystatuut. Hierin worden alle artikelen nader toegelicht.

Naast het treasurystatuut zal de gemeente Dinkelland jaarlijks een treasuryparagraaf opnemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. In de begroting worden de beleidsplannen voor het komende jaar behandeld. Het jaarverslag gaat in op de resultaten van de beleidsuitvoering.

2. Treasurystatuut
1. Begrippenkader
Artikel 1.

In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:

Deposito:

niet-verhandelbare belegging bij de bank, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt vastgezet.

Derivaten:

financiële instrumenten, meestal vastgelegd in contracten,waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden, de waarde hiervan is afhankelijk van een onderliggende activa, referentieprijzen of indices. derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om valuta- en renterisico’s te beheersen en financieringskosten te optimaliseren.

Financiering:

het aantrekken van financiële middelen voor de dekking van vermogensbehoefte.

Geldstromenbeheer:

al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten de transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Intern liquiditeitsrisico:

de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

Kasgeldlimiet:

een bedrag op basis van de wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Koersrisico:

het risico dat de financiële activa van de organisatie in waardeverminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico:

de risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.

Liquiditeitenbeheer:

het aantrekken en uitzetten van middelen.

Liquiditeitenplanning:

een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid.

Liquiditeitspositie:

de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan.

Rating:

de inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

Renterisico:

mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen.

Renterisiconorm:

een bij de aanvang van enig jaar op basis van de wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden.

Rentetypische looptijd:

het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningsvoorwaarden sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

Rentevisie:

toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

Saldobeheer:

het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

Solvabiliteit:

de mate waarin een organisatie op lange termijn aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.

Treasuryfunctie:

omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. de treasury- functie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeente- financiering, kasbeheer en debiteuren-en crediteurenbeheer.

Uitzetting:

het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot 1 jaar enlanglopende uitzettingen hebben betrekkingen op een periode van 1 jaar of langer.

 

2. Algemeen: doelstellingen van de treasuryfunctie
Artikel 2.

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verkrijgen en handhaven van toegang tot de financiële markten tegen marktconforme condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke organisatie tegen financiële risico’s zoals renterisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido en binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

Risicobeheer
3. Uitgangspunten risicobeheer
Artikel 3.

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen;

  • 2.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit statuut;

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is toegestaan.

4. Renterisicobeheer
Artikel 4.
  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5.

    De rentevisie van de gemeente wordt ieder halfjaar opgesteld. Op basis van algemene of onvoorziene ontwikkelingen kan deze termijn worden aangepast. Deze rentevisie wordt opgesteld mede op basis van de rentevisie van minimaal twee vooraanstaande financiële instellingen;

  • 6.

    De gemeente streeft naar een gelijkmatige spreiding in betaling van rente/aflossing van de leningenportefeuille.

5. Koersrisicobeheer
Artikel 5.
  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, daggeld, deposito’s en garantieproducten;

  • 2.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

6. Kredietrisicobeheer
Artikel 6.

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

    • a.

      Financiële instellingen met een AAA of AA-rating van één van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s, Sandard & Poors of fitch IBCA;

    • b.

      Instellingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • 3.

    Debiteurenrisico’s worden beperkt door een efficiënte en actieve debiteurenbewaking.

7. Intern liquiditeitsrisicobeheer
Artikel 7.

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 4 jaar.

8. Valutarisicobeheer
Artikel 8.

Valutarisico’s worden in de gemeente Dinkelland uitgesloten door uitsluitend leningen aan te gaan, te verstrekken of te garanderen in Euro’s.

Gemeentefinanciering

9. Financiering
Artikel 9.

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken, teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    De treasurer vraagt bij minimaal 2 financiële instellingen offertes op alvorens een financiering wordt aangetrokken.

10. Uitzettingen
Artikel 10.

Bij het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de voorwaarden gesteld in artikel 4, 5 en 6 van dit treasurystatuut;

  • 2.

    De treasurer vraagt bij minimaal 2 financiële instellingen offertes op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan.

11. Relatiebeheer
Artikel 11.

De gemeente heeft als doelstelling het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6.1.;

  • 2.

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de 2 jaar beoordeeld;

  • 3.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands toezicht te vallen, zoals De Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer;

  • 4.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Kasbeheer
12. Geldstromenbeheer
Artikel 12.

Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank;

  • 2.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

13. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Artikel 13.

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op de rekening courant;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening courant, deposito’s, daggeld en spaarrekeningen;

  • 5.

    Bij het uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6.1 genoemde tegenpartijen toegestaan;

  • 6.

    De treasurer vraagt bij minimaal 2 instellingen offertes op alvorens middelen worden uitgezet of aangetrokken met een looptijd korter dan één jaar.

Administratieve organisatie en interne controle
14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Artikel 14.

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal 2 functionarissen geautoriseerd (het “twee handtekeningen”principe);

    • b.

      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 4.

    Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met de interne controle;

  • 5.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie.

15. Verantwoordelijkheden
Artikel 15.

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel omschreven.

  • Functie

    Verantwoordelijkheden

    De Gemeenteraad

    ·Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten.

    ·Het vaststellen van de treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening.

    ·Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan.

    ·Het evalueren en eventueel bijstellen van het treasurybeleid.

    ·Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen treasuryactiviteiten.

     

     

    Commissie Bestuur en

    Middelen

    ·Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages

    · op het gebied van treasury aan het college van B&W

     

     

    Het college van B&W

    ·Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid).

    ·Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

     

     

    De portefeuillehouder

    Financiën

    ·Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

     

     

    Stafhoofd BMO

    ·Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W

    ·Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer

    ·Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury

    ·Het bewaken van de kwaliteit van treasuryprocessen

    ·Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten

    ·Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W

    ·Het uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf

     

     

    De sectorhoofden

    ·Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun sector aanlevert aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige ontvangsten en uitgaven

     

     

    (Deel)budgethouders

    ·Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige ontvangsten en uitgaven

    ·Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Financiën

    ·Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    De beleidsmedewerker van de afdeling Financiën belast met treasury / Treasurer

    ·Het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen (via submandaat) geautoriseerd te zijn door het hoofd afdeling Financiën

    ·Het beheren van geldstromen

    ·Het opstellen van de rentevisie

    ·Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer

    ·Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen

    ·Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties

    ·Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied

    ·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie

    ·Het afleggen van verantwoording aan het afdelingshoofd Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten

    ·Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier

     

     

    Medewerker uitvoering en beleidsondersteuning B

    ·Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen

    ·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer

    ·Het beheren van de debiteuren en de crediteuren

    ·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie

    ·Het afleggen van verantwoording aan het afdelingshoofd Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten

     

     

    Beleidsmedewerker B

    ·Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie

    ·Het verstrekken van informatie inzake de liquiditeitspositie aan derden (toezichthouder)

     

     

    De externe accountant

    ·Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut

     

     

16. Bevoegdheden
Artikel 16.

Met betrekking tot treasuryactiviteiten staan in onderstaande tabel de bevoegdheden weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

  •  

    Bevoegd functionaris

    (eerste handtekening)

    Autorisatie

    (tweede handtekening)

    Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

    Het uitzetten van geld via daggeld of deposito

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Het aantrekken van geld via daggeld of

    kasgeld

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

    Medewerker uitvoering en

    beleidsondersteuning B

    Beleidsmedewerker B

    Bankrelatiebeheer

    Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Bankcondities en tarieven afspreken

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Financiering en uitzetting

    Het vaststellen van kredietfaciliteiten

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Het aantrekken van gelden via onderhandse leningen zoals vastgelegd in het treasurystatuut

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Het uitzetten/beleggen van gelden zoals vastgelegd in het treasurystatuut

    Beleidsmedewerker C

    ( treasurer )

    Afdelingshoofd Financiën

    Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

    College van B&W

    Gemeenteraad

    Het garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak

    College van B&W

    Gemeenteraad

17. Informatievoorziening
Artikel 17.

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

  • Informatie

    Frequentie

    Informatie

    verstrekker

    Informatie

    ontvanger

    Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

    Incidenteel

    Budgethouders

    Treasurer

    Liquiditeitenplanning

    Kwartaal

    Beleids-

    medewerkers

    Treasurer

    Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting

    Jaarlijks

    Afdelingshoofd

    Financiën

    B&W

    Gemeenteraad

    Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekening

    Jaarlijks

    Afdelingshoofd

    Financiën

    B&W

    Gemeenteraad

    Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via de voor- en najaarsrapportage

    Halfjaarlijks

    Afdelingshoofd

    Financiën

    B&W

    Gemeenteraad

    Verantwoording n.a.v. treasuryparagraaf via het jaarverslag

    Jaarlijks

    Afdelingshoofd

    Financiën

    B&W

    Gemeenteraad

    Informatie aan derden(toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art.8 Wet fido

    Kwartaal

    Afdelingshoofd

    Financiën

    Derden

    Lenings- en uitzettingsbesluiten

    binnen 14 dagen na besluit

    College van

    B&W

    Gemeenteraad

    Provincie

18. Inwerkingtreding
Artikel 18.

Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 juli 2004.

3. Memorie van toelichting

dat de middelen (onverwacht) nodig zijn voor het doen van een investering. Dit kan tot gevolg hebben dat de gemeente tijdelijk een lening moet aantrekken (kasgeld, daggeld ) of tussentijds een uitzetting moet verkopen. In beide gevallen kan dit negatieve gevolgen hebben voor de financiële resultaten.

Om dit risico te beperken baseert de gemeente haar financiële transacties op een liquiditeitenplanning waarin de toekomstige inkomsten en uitgaven zijn gepland.

In de praktijk is het opstellen van een betrouwbare en nauwkeurige liquiditeitenplanning niet eenvoudig. Dit heeft o.a. te maken met onzekerheden die verbonden zijn aan de activiteiten van de gemeente en de hieraan verbonden mogelijke financiële gevolgen. Het is daarom van groot belang dat de afdeling de treasurer juist, tijdig en volledig wordt geïnformeerd door de overige afdelingen inzake de financiële gevolgen van hun activiteiten.

 

Artikel 9 lid 1

Het aantrekken van middelen met als doel deze met winstoogmerk te beleggen is door de Wet fido nadrukkelijk niet toegestaan.

 

Artikel 9 lid 2

Om de renteresultaten te optimaliseren wordt zoveel mogelijk intern gefinancierd.

 

Artikel 9 lid 3

Door middel van het opvragen van meerdere offertes wordt bereikt dat de treasurer een objectief beeld heeft van de op dat moment geldende tarieven en voorwaarden op de financiële markten. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt.

 

Artikel 10

Uitzetting betreft het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury voor een periode langer dan één jaar. In het onderdeel Risicobeheer (artikel 3 tot en met 8) worden aanvullende richtlijnen met betrekking tot uitzettingen geformuleerd.

 

Artikel 10 lid 2

Door middel van het opvragen van meerdere offertes wordt bereikt dat de treasurer een objectief beeld heeft van de op dat moment geldende tarieven en voorwaarden op de financiële markten. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt.

 

Artikel 11 lid 2

Op het gebied van relatiebeheer heeft de treasury als doel het realiseren van zo gunstig mogelijke condities voor de door haar af te nemen diensten. Om structuur aan te brengen in de momenten waarop de beoordeling van bank-relaties plaats heeft, is opgenomen dat deze beoordeling minimaal eens in de 2 jaar plaats moet hebben.

 

Artikel 11 lid 4

Bij het afsluiten van financiële transacties vallen tussenpersonen niet onder “tegenpartijen”. De vereisten van artikel 11 lid 1 zijn voor tussenpersonen dan ook niet van toepassing. Om dit te ondervangen stelt de gemeente als eis dat tussenpersonen onder toezicht van de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) staan en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.

 

Artikel 12 lid 1

Het laten uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft als voordeel dat de kosten van het overboeken van middelen tussen verschillende banken wordt vermeden.

 

Artikel 12 lid 2

Geldstromenbeheer omvat met name het zorgdragen voor een efficiënt betalingsverkeer. Geldstromen kunnen bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd door een betalingsdatum af te stemmen op verwachte ontvangsten. Hiermee wordt vermeden dat de gemeente tijdelijk middelen aan moet trekken om de betaling te financieren.

 

Artikel 13 lid 1

Het saldo en liquiditeitenbeheer betreft het beheer van de dagelijkse saldi op de bankrekeningen van de gemeente. Om de noodzaak tot het doen van interne overboekingen te beperken, worden verschillende rekeningen die de gemeente bij één bank aanhoudt, opgenomen in een rentecompensatiecircuit. Dit is een systeem waarbij de debet en creditsaldi van alle rekeningen van de gemeente worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.

 

Artikel 13 lid 3

In dit lid worden de mogelijk korte termijn financieringsinstrumenten benoemd. De term daggeld (ook wel callgeld genoemd) staat voor opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kan worden. Kasgeldleningen zijn niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en een vaste periode (maximaal 2 jaar) tegen een vooraf overeengekomen rentepercentage. Kredietlimiet op de rekening courant betreft de mogelijkheid debet (“rood”) te staan op de rekening courant tegen vooraf overeengekomen condities.

 

Artikel 14

Bij de treasuryfunctie zijn meerdere personen betrokken. Het treasurystatuut legt het delegatie- en mandateringspatroon vast. Het geeft aan welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden de betrokken partijen hebben. Met het oog op de omvang en de aard van de transacties en de hiermee samenhangende risico’s, zijn in dit artikel een aantal specifieke uitgangspunten opgenomen om een eenduidige functiescheiding aan te brengen tussen beleidsbepaling en de uitvoering en tussen de administratie en controle op financiële transacties.

 

Artikel 15

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de functionarissen die binnen de gemeente betrokken zijn bij de treasuryactiviteiten zijn in artikel 15 en 16 beschreven. De toekenning hiervan vindt plaats via de hiertoe dienende documenten (mandaten, besluiten e.d.).

 

Artikel 16

De eindverantwoordelijkheid voor het treasurybeleid ligt bij het dagelijks bestuur van de gemeente. Om niet onnodig te worden belast met het dagelijkse treasurybeheer draagt het dagelijks bestuur een deel van haar bevoegdheden over aan de ambtelijke organisatie. De praktische uitvoering van het beleid vindt dus vooral op ambtelijk niveau plaats, met als voordeel een slagvaardiger optreden. Bij de toewijzing van bevoegdheden is zoveel mogelijk rekening met de vereiste functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle.

Het aantrekken van geldleningen behoort tot de bevoegdheden van de raad. Maar om slagvaardig te kunnen handelen is het absoluut noodzakelijk snel een besluit te kunnen nemen. Offertes hebben meestal een zeer korte looptijd (enkele minuten) en het wachten op een goedkeuringsbesluit van de raad kan aanzienlijke financiële nadelen en een afbraak aan de onderhandelingspositie tot gevolg hebben. Dit maakt het noodzakelijk dat geldleningen kunnen worden afgesloten zonder dat hiervoor door de raad telkens een besluit moet worden genomen.

Op 12 december 2002 heeft de raad besloten om het college (portefeuillehouder Financiën) bevoegdheid te geven gezien het meerjarig karakter (uitvoering) van een aantal projecten en het uitgebreide aanbod van financieringsmogelijkheden een doorlopende machtiging af te geven voor het aangaan van geldleningen voor € 40,0 miljoen (maximum) tot en met 2005.

 

Artikel 17

De tabel in dit artikel geeft weer op welke wijze de informatievoorziening wordt gewaarborgd. Het verstrekken van juiste, tijdige, volledige en relevante informatie moet gerekend worden tot de belangrijkste succesfactoren voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico’s van de gemeente.

 

Artikel 17 rij 1

Afdelingen dienen informatie te verschaffen in een zo vroeg mogelijk stadium waarin zich belangrijke wijzigingen aandienen in hun verwachtingen omtrent tijdstip of omvang van toekomstige betalingen of ontvangsten (bijvoorbeeld bij uitstel van grote investeringen).