Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsnota standplaatsen gemeente Barendrecht 2014 |
Citeertitel | Beleidsnota standplaatsen gemeente Barendrecht 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Standplaatstenbeleid |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Barendrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2014 | Nieuwe regeling | 14-10-2014 De Schakel Barendrecht, d.d. 23 oktober 2014 | 84681 |
Standplaatsen zijn in de meeste gemeenten in Nederland niet meer weg te denken. Ze verlevendigen de stad, voorzien in een consumentenbehoefte en bieden werkgelegenheid. Het college van burgemeester en wethouders (B&W) verbindt voorschriften aan deze vorm van ambulante handel en stelt de gevraagde locatie, wanneer deze voldoet aan de criteria, tegen een vergoeding beschikbaar. Deze gemeentelijke tussenkomst is noodzakelijk, omdat een standplaats overlast of onveilig verkeersgedrag kan veroorzaken, het straatbeeld kan ontsieren of het lokale voorzieningenniveau kan aantasten.
Het uitgangspunt van het college van B&W in het standplaatsenbeleid, is het bieden van ruimte aan ondernemers. Ondernemers zijn belangrijk en krijgen met het standplaatsenbeleid helderheid over de mogelijkheden en de onmogelijkheden.
De gemeente Barendrecht heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna te noemen APV) een aantal artikelen opgenomen waarin regels ten aanzien van standplaatsen zijn verwoord.
Het opstellen van een aparte beleidsnotitie over standplaatsen heeft als doel om:
Met het oog op de openbare orde, verkeersveiligheid en het voorkomen van overlast wordt de huidige werkwijze zoveel mogelijk vastgelegd. De in deze beleidsnotitie geformuleerde voorschriften en criteria zullen van toepassing zijn op nieuwe aanvragen voor standplaatsvergunningen. Voor bestaande, reeds afgegeven standplaatsvergunningen, geldt een overgangssituatie: wanneer deze vergunning expireert of wordt ingetrokken zullen op de nieuwe aanvragen voor die locatie de nieuwe beleidsregels van toepassing zijn.
Onder het beleid valt iedere standplaats als bedoeld in de artikelen 5.16 tot en met 5.19 van de APV 2012, met uitzondering van de weekmarkten op het Binnenhof en op het Havenhoofd. Deze vallen namelijk onder het marktbeleid.
Deze nota is opgebouwd uit de volgende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een inleiding op het onderwerp. In het tweede hoofdstuk wordt het beleidskader vanuit de gemeente weergegeven, ook gaat dit hoofdstuk in op locaties voor reguliere standplaatsen. Hoofdstuk drie gaat in op de seizoensgebonden standplaatsen en hoofdstuk vier geeft de procedure voor vergunning en handhaving weer.
In de bijlage worden een aantal kaarten met locaties voor (seizoens-)standplaatsen weergegeven.
In dit hoofdstuk wordt het beleidskader neergezet. Aan de hand hiervan toetst de gemeente in de komende jaren vergunningsaanvragen en kan een handhavingsplan worden gemaakt. Dit kader zal in de komende jaren periodiek worden geëvalueerd op praktische bruikbaarheid en zo nodig worden bijgesteld.
De gemeente streeft naar regulering van standplaatsen om wildgroei te voorkomen, maar wil ondernemers ook graag ruimte bieden. Daarom wil de gemeente ook de mogelijkheid bieden op een aantal nieuwe locaties een standplaats in te richten.
Standplaatsen kunnen goed functioneren nabij winkelcentra, langs doorgaande routes met stopmogelijkheden of op plaatsen waar veel mensen wonen en/of werken. Verzoeken voor standplaatsen die bij de gemeente binnen komen, betreffen dan ook altijd dergelijke plekken. Het maximumstelsel van Barendrecht zal dus vooral deze typen locaties bevatten. De hoofdstukken 2 en 3 geven de locaties weer, waarvoor het college van B&W een vergunning kan verlenen. Aanvragen voor vergunningen buiten deze locaties worden in principe afgewezen. Alleen bij zwaarwegende redenen kan het college van B&W hierop een uitzondering maken.
2.2 Locaties voor standplaatsen
In de onderstaande tabellen staan de, door het college van B&W vastgestelde, standplaatslocaties (uitgezonderd de seizoensstandplaatsen). Het aangegeven maximum aantal standplaatsen geldt voor het totaal van reguliere en seizoensstandplaatsen. Het genoemde maximum is per dag. Meer gedetailleerde informatie over de locaties wordt opgenomen in de vergunningen. Een standplaatsvergunning wordt door de gemeente per hele dag uitgegeven en kan worden ingenomen conform de tijden uit de Winkeltijdenwet. De gemeente verleent een vergunning aan een vergunninghouder voor maximaal zeven stadagen per week. Op de marktdag (woensdag op het Havenhoofd en vrijdag op het Binnenhof) en op de zondag mag geen standplaats worden ingenomen. Op zaterdag mag de plaats bij VV Smitshoek niet worden ingenomen. Op de zondag worden vergunningen alleen verleend wanneer wordt voldaan aan het criterium ‘voor directe consumptie geschikte etenswaren en alcoholvrije dranken’ uit de winkeltijdenwet. In de praktijk komt dit veelal neer op patat en ijs. Tevens wordt de vergunning alleen verleend wanneer er sprake is van een koopzondag in de nabije omgeving.
Tabel 1: locaties voor reguliere standplaatsen openbare ruimte (zie ook bijlage 1)
Standplaatsen Binnenhof (zie ook bijlage 3 )
Voor het Binnenhof bestaat veel belangstelling. Toch blijven hier, net als in het verleden 3 standplaatsen beschikbaar. Meer standplaatsen zijn niet wenselijk omdat er voldoende parkeerplaatsen vrij dienen te worden gehouden.
In het Carnisserpark is een locatie met horecabestemming (inclusief parkeerterrein) gevestigd. Echter, deze horeca is (nog) niet gerealiseerd. Daarom wil het college hier ruimte bieden een standplaats in te nemen. Deze vervalt echter wanneer de horecabestemming wordt gerealiseerd. Daarom worden vergunningen voor maximaal één jaar uitgegeven. Dit terrein is eigendom van de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde (OMMIJ). Een vergunning kan alleen worden afgegeven door de gemeente, bij toestemming van de OMMIJ. De exacte locatie voor de standplaats is opgenomen in het paraplubestemmingsplan standplaatsen en evenementen.
Op het parkeerterrein van de VV Smitshoek is altijd een standplaats geweest. Deze voorziet in een behoefte in de wijk. Om deze reden wil het college deze standplaats behouden. De standplaats mag niet op de zaterdag worden ingenomen, omdat dit de wedstrijddag voor de voetbalvereniging is.
Bedrijventerreinen /winkelcentrum
Tabel 2: locaties voor reguliere standplaatsen bedrijfsterreinen (zie ook bijlage 1)
BT-Oost (Dierenstein, the Greenery (veiling), Handelscentrum, Gebroken Meeldijk en Ziedewij.) |
|
NS station zijde bedrijventerrein/zijde bus-station en op station |
|
NS station (zie ook bijlage 1 en 4 )
Voor deze locaties zijn diverse aanvragen voor een standplaatsvergunning gekomen, waaruit blijkt dat er een duidelijke marktvraag is naar deze locaties. Deze houden verband met de afwezigheid van voorzieningen op/in het station en met de reizigersstroom. Aangezien de grond niet in het bezit is van de gemeente Barendrecht, moet bij de indiening van de aanvraag een toestemming van de eigenaar worden overlegd, voordat een vergunningaanvraag door het college van B&W in behandeling wordt genomen. Indien een vaste kiosk/verkooppunt op de stationslocatie wordt gevestigd, zal voor deze locatie geen vergunning meer worden verleend voor een losse standplaats. Daarom zullen vergunningen voor een losse standplaats voor deze locatie voor een beperkte duur worden verleend, om te voorkomen dat de vaste kiosk en de standplaatshouder naast elkaar bestaan voor langere tijd met dezelfde productsoorten. Bijlage 4 geeft een indicatie waar deze standplaatsen kunnen worden ingenomen. De praktijk zal uitwijzen of dit de meest geschikte plaatsen zijn.
Voor diverse bedrijventerreinen (vooral die met een meer publieke functie zoals Cornelisland, Reijerwaard en Vaanpark) komen aanvragen binnen voor een standplaats op private grond (eigendom ondernemer). Conform het aantal in de bovenstaande tabel willen wij dit toestaan, om hiermee de consument en het bedrijfsleven en haar medewerkers ter wille te zijn. Het maximum aantal standplaatsen per ondernemer/kavel wordt ingesteld om wildgroei (vooral bij grotere ondernemers) aan kramen te voorkomen. Ook voor deze terreinen geldt dat, wanneer het geen gemeentelijk terrein betreft, bij de indiening van de aanvraag een toestemming van de eigenaar moet worden overlegd, voordat een vergunningaanvraag door het college van B&W in behandeling wordt genomen.
Voor het winkelcentrum zijn diverse aanvragen gekomen voor standplaatsen. Daarom wil de gemeente deze mogelijkheid bieden. Ook hier dient toestemming van de eigenaar te zijn alvorens een standplaats kan worden ingenomen.
2.4 Standplaats op particuliere terreinen
Een vergunning voor een standplaats op particuliere terreinen wordt niet verleend (uitgezonderd de bedrijfsterreinen). De reden hiervoor, mede gebaseerd op de weigeringsgronden uit de APV, is het beperken van overlast in woonwijken.
2.5 Showen van nieuwe motorvoertuigen
De mogelijkheid bestaat om nieuwe motorvoertuigen te showen. Hiervoor kan ruimte worden ingenomen op de helling tussen de Middenbaan en ’t Vlak en op de helling bij het Kruispunt. Er kunnen hier maximaal 4 auto’s staan. Hiervoor worden leges voor de vergunning en kosten voor gebruik gemeentegrond, conform paragraaf 4.4, in rekening gebracht. Omwille van de toegankelijkheid van de Middenbaan voor nood- en hulpdiensten, is aanwezigheid van een medewerker met autosleutels bij de voertuigen verplicht.
Vergunningen voor standplaatsen voor de promotie van en het verwerven van inkomsten voor goede doelen zullen uitsluitend aan erkende organisaties worden verleend. Deze organisaties dienen te beschikken over een door het Centraal Bureau Fondsenwerving uitgegeven keurmerk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de Hartstichting, de Kankerbestrijding en het Leger des Heils.
Een uitzondering op deze regel betreffen de goede doelen met welke de gemeente Barendrecht een van oudsher aanwezige historische band onderhoudt doordat aan deze in het verleden al meermaals een vergunning voor een standplaats is verleend. Dit omvat onder andere ‘Vrienden van Minsk.’
Deze vergunningen zullen rond het winkelcentrum de Middenbaan en op het Havenhoofd in Carnisselande worden uitgegeven. Het maximale aantal dagen waarvoor een vergunning zal worden verleend is 4 dagen per organisatie per jaar. Daarnaast verleent het college van B&W niet meerdere vergunningen op 1 dag voor goede doelen voor dezelfde locatie.
Een uitzondering op het beleid uit hoofdstuk 2 wordt ingenomen door de seizoenplaatsen. Het beleid voor seizoenstandplaatsen neemt een aparte plaats qua locatie en vergunningsduur. Daarnaast is ook de productkeuze beperkt.
Seizoenstandplaatsen kunnen worden ingenomen voor de verkoop van seizoensgebonden producten, zoals bijvoorbeeld oliebollen, ijs, haring en kerstbomen. Wij beschouwen seizoensgebonden producten als niet weekmarkt gebonden. De verkoop van alle productgroepen die als groep niet seizoensgebonden zijn, zal voorbehouden blijven aan de weekmarkt en de vaste standplaatsen. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld spruitjes. Dit zijn wel seizoensproducten maar de verkoop hiervan vindt niet plaats op een seizoensstandplaats. Zij vallen namelijk onder de productgroep groente. Deze wordt van oudsher verkocht op een weekmarkt.
3.2 Vergunning voor een seizoenstandplaats
Een vergunning voor een seizoenplaats wordt verleend voor de periode van maandag tot en met zaterdag voor de maximale duur van één seizoen. Uitzondering zijn de koopzondagen, voor ‘direct voor consumptie gereed product’. Per product kan de duur van een seizoen variëren. De tijdstippen waarbinnen een seizoenstandplaats mag worden ingenomen zijn conform de Winkeltijdenwet.
3.3 Locaties seizoensstandplaatsen
Voor seizoensstandplaatsen (uitgezonderd kerstbomen, zie hiervoor paragraaf 3.4) komen de volgende locaties in aanmerking.
Tabel 4: locaties voor seizoensstandplaatsen openbare ruimte
Tabel 5: locaties voor seizoensstandplaatsen bedrijventerreinen.
Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op het innemen van seizoenstandplaatsen op de daarvoor bestemde locaties.
Op deze locatie wordt ieder jaar een vergunning voor de verkoop van oliebollen verleend. Het is te verwachten dat dit in de toekomst zo blijft. Daarnaast is deze locatie ook beschikbaar voor andere seizoensgebonden standplaatsen.
Het Muziekplein komt vanwege haar Romeinse aanzicht en haar beperkte omvang en ligging niet in aanmerking voor het verlenen van vergunningen voor vaste standplaatsen. Het beleid voor seizoenstandplaatsen wijkt echter af van het vaste standplaatsenbeleid en kan daarom een uitzondering op de regel vormen. Het verlenen van een vergunning voor een seizoenstandplaats wordt niet in strijd geacht met het aanzicht van het plein, omdat deze van tijdelijke aard is.
Op het Havenhoofd in Carnisselande kunnen vier seizoensstandplaatsen worden uitgegeven. Het is een goede locatie voor seizoensgebonden producten. Het plein heeft een ontmoetingsfunctie voor de nabijgelegen horeca en het winkelcentrum, waardoor reguliere standplaatsen niet geschikt worden geacht. Seizoensstandplaatsen kunnen echter een goede toevoeging aan het plein zijn.
Op deze locatie worden kerstbomen verkocht. Tevens zijn er regelmatig verzoeken voor seizoens-standplaatsen. Daarom wil het college op deze plaats een seizoensstandplaats toestaan.
Aangezien hier reguliere standplaatsen worden toegestaan, zijn uiteraard ook seizoensstandplaatsen mogelijk.
Gezien de aanwezigheid van de diverse woonwinkels op Reijerwaard, Vaanparken en Cornelisland, komen er regelmatig aanvragen voor seizoensstandplaatsen op deze locaties. Daarom worden op deze bedrijfsterreinen seizoensgebonden standplaatsen toegestaan. Op de overige terreinen is, tot nu toe, geen aanvraag voor seizoensgebonden standplaatsen geweest, echter de gemeente wil deze mogelijkheid wel open houden.
Ook voor deze terreinen geldt dat, wanneer het geen gemeentelijk terrein betreft, er bij de indiening van de aanvraag een toestemming van de eigenaar moet worden overlegd, voordat een vergunningaanvraag door het college van B&W in behandeling wordt genomen.
Voor de verkoop van kerstbomen gelden bijzondere eisen. Zo moet de locatie een ruime locatie zijn en de brandveiligheidvereisten moeten in acht worden genomen. Indien de vergunninghouder niet zijn kerstbomen aan het verkopen is, dienen deze opgeslagen te worden in een container. Ook kan hij er voor kiezen de kerstbomen te bewaken door een slaapplaats, bijvoorbeeld een caravan, naast de verkoopplaats te installeren. Mede gezien deze vereisten worden de locaties van “gewone” seizoenstandplaatsen niet geschikt geacht.
In de afgelopen jaren zijn op diverse locaties kerstbomen verkocht, te weten op diverse bedrijfsterreinen en op de parkeerplaats achter sporthal de Driesprong.
Deze locaties bieden voldoende ruimte voor het plaatsen van een container dan wel een slaapplaats voor de vergunninghouder en, indien dit aan de rand van de parkeerplaats geschiedt, zal er geen parkeeroverlast of andere hinder ondervonden worden. Tevens zijn deze locaties zeer goed toegankelijk voor verkeer, waardoor de levering en verkoop van kerstbomen op een adequate wijze zal kunnen verlopen.
Wanneer nieuwe locaties voor de verkoop van kerstbomen zich melden, zullen deze worden getoetst aan de daarvoor geldende eisen.
4. Procedure vergunningaanvraag & handhaving
De aanvraag voor een vergunning voor het innemen van een standplaats gebeurt schriftelijk of digitaal bij het College van B&W. De aanvrager doet zijn aanvraag via een aanvraagformulier. Daarnaast dient de aanvrager de onderstaande zaken met het aanvraagformulier mee te zenden, bij gebreke waarvan de aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard;
Bij de behandeling van de aanvragen worden de volgende regels gehanteerd:
Wanneer het aantal aanvragen het aantal toegestane standplaatsen overtreft, worden de vergunningen op basis van volgorde van binnenkomst en compleetheid verleend.
4.3 Innemen van een standplaats op een locatie
Van de vergunning kan gebruik worden gemaakt gedurende het hele jaar, op alle dagen van de week, met uitzondering van de marktdag op die locatie (woensdag op het Havenhoofd en vrijdag op het Binnenhof) en de zondag. Op de zondag worden vergunningen alleen verleend wanneer wordt voldaan aan het criterium ‘voor directe consumptie geschikte etenswaren en alcoholvrije dranken’ uit de winkeltijdenwet en wanneer ter plaatse een koopzondag geldt. De tijdstippen waarbinnen een standplaats kan worden ingenomen zijn conform de Winkeltijdenwet. De vergunningen worden voor onbepaalde tijd verleend, met uitzondering van de locaties NS Station en Carnisserpark.
De mobiele verkoopinrichting of de kraam mag een maximale omvang van 16 m2 hebben. Incidenteel mag een standplaatshouder meer ruimte gebruiken voor het uitstallen van producten. Hiervoor worden extra kosten gebruik gemeentegrond berekend.
Standplaatsen komen niet in aanmerking voor een terras, omdat dit wordt voorbehouden aan horecagelegenheden. Wel mogen maximaal vier stoelen en twee (sta-)tafels geplaatst worden om gedurende drukke momenten de wachtende klanten de mogelijkheid te bieden om te zitten.
Bij (bijzondere) evenementen spant de gemeente zich in om een alternatieve locatie voor de standplaatshouder te vinden, waarbij geen sprake is van compensatie voor de tijdelijke verplaatsing. Dit wordt ook in de vergunning vermeld.
Voor de behandeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning is men leges verschuldigd conform de Legesverordening. Voor het gebruiken van de standplaats op gemeentegrond worden kosten in rekening gebracht en, indien van toepassing, energiekosten in rekening gebracht. Standplaatshouders moeten dit bedrag voor aanvang van de termijn hebben betaald aan de gemeente.
De kosten voor het gebruik van de gemeentegrond bedragen, conform artikel 6 van de Lijst regelende de tarieven voor het gebruik van gemeentelijke accommodaties 2014 € 335,50 per kwartaal, voor 1 dag per week. Deze kosten worden jaarlijkse aangepast aan de, voor dat jaar geldende, tarievenlijst gebruik van gemeentelijke accommodaties.
Op diverse plaatsen (Havenhoofd en Binnenhof) kunnen standplaatshouders gebruik maken van elektra-aansluitingen. Voor een elektra-aansluiting van 16 ampère en voor het gebruik van één aansluiting, worden de volgende vergoedingen geheven (deze gelden in 2014 en worden jaarlijks aangepast):
Op diverse plaatsen (Havenhoofd en Binnenhof) kunnen standplaatshouders gebruik maken van elektra-aansluitingen. Voor een elektra-aansluiting van 32 ampère en voor het gebruik van één aansluiting, worden de volgende vergoedingen geheven:
Aan de standplaatsvergunning zullen in beginsel onder ander de onderstaande voorschriften worden verbonden. Bij, onder andere, bakken en braden, zullen de voorschriften worden uitgebreid. Ook zal bij het verzoek een standplaats op het Havenhoofd in te nemen, eerst een toets op draagkracht worden uitgevoerd om het dak van de parkeergarage niet te zwaar te belasten.
De vergunning dient door de vergunninghouder persoonlijk te worden gebruikt. De vergunning mag niet door de vergunninghouder aan een ander afgestaan worden of in gebruik worden gegeven. Indien de vergunninghouder van de vaste standplaats niet aanwezig kan zijn, moet hij/zij dit laten weten aan de gemeente. Alleen in de volgende gevallen is het mogelijk voor de vergunninghouder zich te laten vervangen:
Mocht een standplaatshouder hier geen gehoor aan geven, dan krijgt hij/zij een schriftelijke waarschuwing. Bij de tweede constatering volgt een schorsing voor zes weken. De derde maal dat dit geconstateerd wordt, zal overgegaan worden op intrekking van de vergunning.
Bij alle standplaatsen – en dus niet enkel daar waar etens- en drinkwaren ter onmiddellijke consumptie worden aangeboden- dient door de vergunninghouder een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp bij zijn standplaats te worden geplaatst. De vergunninghouder dient er voor te zorgen, dat het afval in de bak deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt leeggemaakt. Uiterlijk een uur na het beëindigen van de activiteiten op de standplaatslocatie dient de vergunninghouder er voor te zorgen dat in de nabijheid van de standplaats achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die standplaats afkomstig, wordt opgeruimd.
Indien om planologische of verkeerstechnische redenen de standplaats niet langer kan worden ingenomen is de standplaatshouder op eerste aanschrijving van burgemeester en wethouders verplicht de standplaats vrij op te leveren. De kosten hiervan zijn voor eigen rekening. De gemeente is niet verplicht een andere standplaats aan te wijzen.
Bijlage 1: overzicht reguliere standplaatsen
Van links naar rechts zijn dit de volgende locaties:
*Carnisserpark, horecalocatie;
*Winkelcentrum Carnisse Veste;
Bijlage 2: overzicht seizoensstandplaatsen
Van links naar rechts zijn dit de volgende locaties:
*Winkelcentrum Carnisse Veste;
*Parkeerplaats MCD (Marijkesingel);
Bijlage 3: overzicht reguliere standplaatsen Binnenhof