Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels inzake waarschuwing |
Citeertitel | Beleidsregels inzake waarschuwing |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2013 | 01-01-2017 | 25-03-2017 | nieuwe regeling | 03-06-2013 Barneveldse krant, 13-06-2013 | Onbekend. |
Beleidsregels inzake waarschuwing
Burgemeester en wethouders van Barneveld;
Gelet op artikel 18a, vierde en zevende lid van de WWB, artikel 20a, vierde en zevende lid van respectievelijk de IOAW en IOAZ; en
bovengenoemde bepalingen het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid geven om indien sprake is van nulfraude - onder bepaalde voorwaarden - met een waarschuwing te volstaan
vast te stellen de volgende: Beleidsregels inzake waarschuwing:
2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregel gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB, IOAW en IOAZ.
Artikel 2 Waarschuwing bij geen benadelingsbedrag
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen door belanghebbende van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag, ziet het college af van het opleggen van een boete en volstaat het met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing of een boete is opgelegd.
Vastgesteld in de vergadering van 3 juni 2013,
Het college van burgemeester en wethouders,
drs. D. Bakhuizen dr. J.W.A. van Dijk
secretaris burgemeester
Toelichting Beleidsregels waarschuwing
Op 1 januari 2013 is de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving’ in werking getreden. Voor de WWB c.a. introduceert deze wet de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht.
In situaties waarbij het schenden van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag heeft het college de bevoegdheid om geen boete op te leggen maar te volstaan met het geven van een waarschuwing. Met deze beleidsregels wordt nader invulling gegeven aan deze bevoegdheid.
In dit artikel is een aantal gehanteerde begrippen nader uitgewerkt. De definiëring spreekt voor zich.
Artikel 2 Waarschuwing bij geen benadelingsbedrag
Op grond van artikel 18a, vierde lid van de WWB, artikel 20a, vierde lid van de IOAW en artikel 20a, vierde lid van de IOAZ is het college bevoegd om bij een eerste overtreding van de inlichtingenplicht waarbij geen sprake is van een benadelingsbedrag af te zien van het opleggen van een bestuurlijke boete en te volstaan met een waarschuwing. Daarvan kan ook bij een aanvraag sprake zijn – als er geen of onvoldoende inlichtingen worden verstrekt, kan het recht niet worden vastgesteld èn kan er geen benadelingsbedrag worden vastgesteld.
In lid 1 wordt duidelijk gemaakt dat het college in die gevallen van deze bevoegdheid consequent gebruik maakt.
Indien binnen twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven wederom sprake is van een schending van de inlichtingenplicht zonder benadelingsbedrag is het college wettelijk gehouden tot het opleggen van een boete (artikel 18a, vierde lid WWB). Hoewel artikel 18a, vierde lid WWB dit niet expliciet aangeeft, is het in overeenstemming met een congruente uitvoering, indien eveneens van een waarschuwing wordt afgezien indien betrokkene binnen de genoemde 2 jaren termijn een boete heeft gehad. In de beleidsregels is dan ook expliciet bepaald dat ook in die situatie van het afgeven van een waarschuwing wordt afgezien. Bij nulfraude bedraagt de eventuele boete €150,-.
Houdt de schending van de inlichtingenplicht bedoeld in het eerste lid in dat belanghebbende opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt, maar is er bijvoorbeeld vanwege tijdige ontdekking geen sprake van een benadelingsbedrag dan volgt geen waarschuwing maar legt het college direct een boete op van €150,-. Daarmee komt tot uitdrukking dat deze vorm van schending van de inlichtingenplicht zwaarder wordt aangerekend.