Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen |
Citeertitel | Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2014 | 06-01-2014 | 15-10-2015 | Onbekend | 14-10-2014 Moerdijkse Bode week 44, 2014 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Aanwijzen functionarissen
Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met het:
De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:
d) Het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring.
De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.
De informatiebeheerder voorziet in:
a) een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;
b) een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning;
c) een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 13 bedoelde kwaliteitssteekproef;
d) administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;
d) periodiek overleg tussen hem en de op basis van der beheerregeling aangewezen beheerders;
e) richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.
De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:
a) De uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen;
b) De periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan het College bescherming persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders als de verantwoordelijke van de basisregistratie personen over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:
De informatiebeheerder beslist:
a) over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;
b) op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;
c) op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6. van de Wet en als genoemd in de bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;
d) over de wijze van verstrekking van gegevens* met betrekking tot het bepaalde in dit artikel onder b en c.
* Verstrekkingsmogelijkheden zijn: ad hoc vragen op persoon of adres, mutatieberichten op papier of via het gegevensmagazijn en selectieverstrekkingen.
De informatiebeheerder ziet er op toe dat:
a) de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;
b) de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 7 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet, de Verordening basisregistratie personen Moerdijk en de Wet bescherming persoonsgegevens;
c) de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, alsmede de beveiliging van de gemeentelijke voorziening worden nageleefd;
d) alle in artikel 2, lid 1 genoemde functionarissen, alsmede de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingsysteem en van de gevolgen van deze installatie;
e) de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het Informatiebeveiligingsplan worden nageleefd.
Hoofdstuk 3 Het gegevensbeheer
1.De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:
a) de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen;
b) het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de basisregistratie personen;
c) de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistraties personen over gegevensverwerking;
d) het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;
e) het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen.
2.De gegevensbeheerder beslist binnen 5 dagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (autenthiek) gegevens en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.
De gegevensbeheerder voorziet in:
a) de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;
b) controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.
De gegevensbeheerder is bevoegd in overleg met de applicatiebeheerder BRP, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.
De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem waarmee de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna toepassingssysteem).
Hoofdstuk 5 Het applicatiebeheer
De applicatiebeheer BRP is verantwoordelijk voor:
a) de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;
b) het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;
c) het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;
De applicatiebeheerder BRP is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk .
De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:
a)de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 7, onder b, c en d van deze regeling;
b)het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wet BRP en de Wet bescherming persoonsgegevens.
De privacybeheerder adviseert over:
a) de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage);
b) de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 li 2 van de wet;
c) de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
d) de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
e) de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.
De privacybeheerder is bevoegd:
a) op grond van het in artikel 25, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;
b) ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.
De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.
De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.
De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.
Hoofdstuk 9 Het beveiligingsbeheer
De beveiligingsbeheerder is bevoegd:
a) uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 38, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;
b) ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.
a) onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;
b) stelt passende normen en controlemaatregelen op;
c) implementeert beveiligingsmaatregelen;
d) coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.
De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van Informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.
Hoofdstuk 10 Het beveiligingscontrol
De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de
beveiligingsmaatregelen en -procedures zoals uitgewerkt in het plan Informatiebeveiliging en met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde baseline informatiebeveiliging gemeenten.
De controller informatiebeveiliging is bevoegd om het management van het team Burgerzaken dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en het plan Informatiebeveiliging.
De controller informatiebeveiliging ziet er op toe dat:
a) beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd;
b) de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.
De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.
In deze regeling zijn een aantal begrippen gebruikt waarvoor hieronder de definities zijn verwoord;
Bijlage 2: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door burgemeester en wethouders
Op grond van artikel 1, van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als informatiebeheerder is aangewezen H.C. van Dis, manager van de afdeling Brijfsvoering, als plaatsvervanger is aangewezen F.J.A.M. Voermans, Teamhoofd Facilitair en Informatievoorziening
Als beveiligingsbeheerder is aangewezen C.P.M. Machielse, projectleider binnen de afdeling Bedrijfsvoering, als plaatsvervanger is aangewezen R. Nowicki, adviseur binnen de afdeling Bedrijfsvoering
Als privacybeheerder is aangewezen H.C. vanDis, manager van de afdeling Brijfsvoering, als plaatsvervanger is aangewezen A.M.A. Schrauwen-Vermunt, medewerkster gegevensbeheer
Als systeembeheerder is aangewezen W.A.C.W. Broeders, senior medewerker systeem- en netwerkbeheer, als plaatsvervanger is aangewezen A.A.M. van Beurden, ICT-beheerder Automatisering.
Als toezichthouder is aangewezen vacature
Als controller informatiebeveiliging is aangewezen B.G.A. Vermeulen, controller van de afdeling Concern Control, als plaatsvervanger is aangewezen A.J.W.M. Jansen-Goorden, controller van de afdeling Concern Control.
Bijlage 3: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door de informatiebeheerder
Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zün de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen C.J.D. van de Noort-Wagemakers, medewerker gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering, als plaatsvervanger P.J.G. van Oorschot-Weterings, medewerker gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering .
Als applicatiebeheerder BRP is aangewezen A.M.A. Schrauwen-Vermunt, medewerker gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering.
Haar plaatsvervanger is S.A.M. Remijn, medewerker gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering.
Als gegevensverwerkers zijn aangewezen alle medewerkers gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering en de medewerkers van het team Balie van de afdeling Gemeentewinkel voor zover het betreft het geautomatiseerd doorverwerken van mutaties vanuit de applicatie reisdocumenten.
Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de wet
De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan de mederwerker gegevensbeheer van de afdeling Bedrijfsvoering: