Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade |
Citeertitel | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade |
Externe bijlagen | Toelichting procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade exb-2017-54939 Artikelsgewijze toelichting exb-2017-54941 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2009 | 01-07-2008 | nieuwe regeling | 16-12-2009 Gemeenteblad, 2009, 144 | R577 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988;
dat het door de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening noodzakelijk is de procedureregeling planschadevergoeding aan te passen aan deze wet;
de “Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade” vast te stellen.
a. Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. b. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. c. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.
In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.
Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.
Artikel 4 Opdrachtverstrekking
Het college verstrekt onverwijld na het ontvangen van het recht als bedoeld in artikel 6.4 van de wet opdracht aan de schadebeoordelingscommissie om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1, eerste lid, van het besluit.
Bij toepassing van artikel 6.1.3.1, tweede lid, van het besluit geschiedt opdrachtverstrekking binnen twee weken nadat de ontbrekende informatie alsnog is ontvangen.
Artikel 6 Mogelijkheid van wraking van (leden van) de schadebeoordelingscommissie
Tegelijk met de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 4 stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte dat advies is gevraagd aan de schadebeoordelingscommissie.
De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere leden van de schadebeoordelingscommissie bij het college indienen.
Artikel 7 Werkwijze schadebeoordelingscommissie
De voorzitter van de schadebeoordelingscommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de ambtelijke vertegenwoordiger(s) van het college in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de schadebeoordelingscommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld tijdens die hoorzitting(en) hun standpunt kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de schadebeoordelingscommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De voorzitter van de schadebeoordelingscommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.