Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasgouw

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasgouw
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015
CiteertitelVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageTOELICHTING verordening Maatschappelijke Ondersteuning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.1.3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 2.1.4 lid 1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 2.1.4 lid 2 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  4. artikel 2.1.4 lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  5. artikel 2.1.4 lid 4 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  6. artikel 2.1.5 lid 1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  7. artikel 2.1.6 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  8. artikel 2.1.7 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  9. artikel 2.3.6 lid 4 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  10. artikel 2.6.6 lid 1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  11. artikel 3.8 lid 2 Uitvoeringsbesluit WMO 2015
  12. artikel 5.4 Uitvoeringsbesluit WMO
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-201701-06-201701-01-2020artikel 5.2

05-10-2017

Gemeenteblad 2017, 182057

R17.1170
01-01-201501-01-2020nieuwe regeling

23-10-2014

Gemeenteblad 2014, 70507

R14.0866

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015

Algemene Bepalingen

Algemene Bepalingen

Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, die algemeen verkrijgbaar is en die niet duurder is dan vergelijkbare producten.

Bijdrage: bijdrage in de kosten als bedoeld in artikel 2.1.4 van de wet.

Collectieve voorziening: een maatwerkvoorziening die individueel wordt verstrekt maar door meerdere personen tegelijk gebruikt kan worden.

Gebruikelijke hulp: de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van huisgenoten.

Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn of haar vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de cliënt in de basisregistratie personen staat ingeschreven of zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres;

Huisgenoot: iedere persoon met het hoofdverblijf op hetzelfde adres als de cliënt of het hoofdverblijf op hetzelfde perceel.

Informele zorg: zorg verleend door mantelzorgers en vrijwilligers.

Mantelzorger een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1.1.1. van de wet biedt.

Melding: melding als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet.

Uitvoeringsbesluit Wmo 2015: de landelijk vastgestelde Algemene maatregel van bestuur.

Voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling.

Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Wmo-besluit: het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015.

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene wet bestuursrecht.

Verantwoordelijkheid college

1.Het college ondersteunt ingezetenen in het nemen van eigen verantwoordelijkheid.

Het college ondersteunt en draagt zorg voor de zelfredzaamheid en participatie van ingezetenen.

Het college draagt zorg voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen.

Melding, Onderzoek en aanvraag

 

Melding

 

Melding

1.De melding wordt gedaan door of namens de cliënt bij het college.

De melding moet schriftelijk plaatsvinden middels een door het college opgesteld meldingsformulier.

Cliëntondersteuning

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat ingezetenen een beroep kunnen doen op onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij het belang van de cliënt uitgangspunt is.

  • 2.

    Het college wijst cliënten die een melding doen erop dat zij zich gedurende de procedure desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner.

onderzoek

 

Onderzoek

Het college verstrekt de cliënt of diens vertegenwoordiger een weergave van de uitkomsten van het onderzoek, tenzij de cliënt of diens vertegenwoordiger heeft meegedeeld dit niet te wensen.

Medewerking cliënt en huisgenoten

  • 1.

    Het college is, onverminderd artikel 2.3.8 van de wet, in ieder geval bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor het onderzoek:

    • a.

      de cliënt, en bij gebruikelijke hulp diens huisgenoten, op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

    • b.

      de cliënt, en bij gebruikelijke hulp diens huisgenoten, op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te laten bevragen en/of onderzoeken.

  • 2.

    Huisgenoten zijn verplicht de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet.

AAnvraag

 

De aanvraag

1.De aanvraag voor een maatwerkvoorziening moet door of namens de cliënt schriftelijk worden ingediend bij het college.

De aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of ondertekend onderzoeksverslag als bedoeld in artikel 2.3 van deze verordening.

De artikelen 2.2 en 2.4 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvraag.

maatwerkvoorziening

 

Beoordeling aanspraak

 

Criteria voor een maatwerkvoorziening

  • 1.

    Het college neemt het onderzoeksverslag als uitgangspunt bij de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening.

  • 2.

    Het college verstrekt een maatwerkvoorziening indien er sprake is van een langdurige noodzaak tot compensatie en de cliënt niet of niet volledig in staat is tot zelfredzaamheid of participatie door gebruik te maken van:

    • a.

      eigen kracht en/of

    • b.

      gebruikelijke hulp en/of

    • c.

      mantelzorg en/of

    • d.

      hulp van andere personen uit het sociale netwerk en/of

    • e.

      algemene voorzieningen en/of

    • f.

      voorliggende voorzieningen.

Indien meerdere maatwerkvoorzieningen als passend aan te merken zijn, verstrekt het college de goedkoopst passende voorziening.

Algemene weigeringsgronden

Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat:

a.indien de maatwerkvoorziening voor de persoon van de cliënt algemeen gebruikelijk is.

indien de cliënt geen ingezetene is van de gemeente Maasgouw.

voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de cliënt voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt.

voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen.

voor zover de cliënt een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de cliënt toereikend en passend te zijn.

indien de aanspraak niet is vast te stellen doordat de cliënt niet of onvoldoende voldoet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 2.3.8 lid 1 en 3 van de wet of artikel 2.4 van deze verordening of doordat een huisgenoot niet of onvoldoende voldoet aan de verplichting als bedoeld in artikel 2.4 van deze verordening

indien de maatwerkvoorziening of de noodzaak daarvan voor de cliënt redelijkerwijs vermijdbaar was;

indien de maatwerkvoorziening voorzienbaar was, tenzij van de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de maatwerkvoorziening overbodig hadden gemaakt.

indien de noodzaak tot het treffen van de maatwerkvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid en participatie, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was.

Maatwerkvoorziening ten behoeve van het wonen

  • 1.

    Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening in het kader van het wonen bestaat indien:

  • a.

    de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van in de woning gebruikte materialen of de slechte staat van onderhoud.

de cliënt niet zijn hoofdverblijf heeft in de woning ten behoeve waarvan de maatwerkvoorziening wordt aangevraagd.

deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen, verbrede toegangsdeuren, vlonders en een opstelplaats voor de rolstoel.

de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare, meest geschikte woning, tenzij voorafgaand aan de verhuizing schriftelijk toestemming is verleend door het college voor de verhuizing.

de voorziening strekt ter renovatie of ter aanpassing aan de eisen van de tijd.

er sprake is van het treffen van een maatwerkvoorziening aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen en bij kamerverhuur.

deze betrekking heeft op een woongebouw, dat specifiek gericht is op mensen met beperkingen of dat in de praktijk bewoond wordt door een specifieke groep en waarvan vast staat dat de voorziening niet voldoet aan de voor een dergelijke woning op grond van wettelijke voorschriften, algemeen aanvaarde regels of contractuele bepalingen geldende vereisten en waarvan is aangetoond dat de aangevraagde voorziening bij wel voldoen aan die vereisten niet nodig is.

de maatwerkvoorziening bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kan worden meegenomen.

de cliënt verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden.

de cliënt voor het eerst zelfstandig gaat wonen, voor zover de aanvraag een verhuiskostenvergoeding betreft.

Het college kan bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen bij normale gebruik van de woning en het zich verplaatsen in de woning het primaat van verhuizen toepassen.

Maatwerkvoorziening ten behoeve van vervoer

  • 1.

    Een te verstrekken maatwerkvoorziening voor vervoer ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid en participatie stelt de cliënt in staat zich lokaal te verplaatsen met een omvang van maximaal 1500 tot 2000 kilometer per jaar.

  • 2.

    Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening geldt het primaat van de collectieve voorziening, zoals het collectief vervoer.

Vorm van maatwerkvoorziening

 

Vaststelling vorm van maatwerkvoorziening

1.Het college verstrekt de maatwerkvoorziening in natura.

In afwijking van lid 1 kan het college een persoonsgebonden budget verstrekken indien de cliënt bij het college een budgetplan heeft ingediend.

Het budgetplan wordt ingediend conform een door het college vastgesteld model.

Criteria persoonsgebonden budget

Een persoonsgebonden budget wordt, onverminderd artikel 2.3.6 lid 2 van de wet, geweigerd indien:

  • a.

    de cliënt geen volledig ingevuld budgetplan heeft overgelegd volgens het door het college vastgestelde model;

  • b.

    de cliënt weigert het budgetplan desgevraagd met het college te bespreken of, na voor bespreking van het budgetplan te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt;

  • c.

    de cliënt, of, indien de cliënt jonger is dan 18 jaar, één van diens ouders of voogden, surseance van betaling heeft aangevraagd of failliet is verklaard;

  • d.

    ten aanzien van de cliënt of, indien de cliënt jonger is dan 18 jaar, ten aanzien van één van diens ouders of voogden, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • e.

    naar het oordeel van het college onvoldoende aannemelijk is dat met het persoonsgebonden budget zal worden voorzien in toereikende zorg van goede kwaliteit.

Hoogte persoonsgebonden budget

1.Het college neemt het door de cliënt opgestelde budgetplan als uitgangspunt bij de bepaling van de hoogte van het persoonsgebonden budget.

De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur- dan wel aanschafprijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief onderhoud, reparatie en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier zou zijn verschuldigd.

De hoogte van een persoonsgebonden budget voor diensten bedraagt:

a.indien sprake is van dienstverlening door een professional, al dan niet werkzaam voor een instelling conform de geldende kwaliteitsstandaarden, in ieder geval niet meer dan de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.

indien sprake is van dienstverlening door een persoon uit het informele netwerk van de cliënt of familieleden in de derde of hogere graad, in ieder geval niet meer dan het door het college in het Wmo-besluit vastgestelde percentage van de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.

indien sprake is van dienstverlening door een persoon uit het informele netwerk van de cliënt, zijnde familieleden in de eerste of tweede graad, in ieder geval niet meer dan het door het college in het Wmo-besluit vastgestelde percentage van de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.

Het college kan, onverminderd de vorige leden, in het Wmo-besluit nadere regels stellen over de hoogte van een persoonsgebonden budget.

Besluitvorming

 

Beschikking

1.In de beschikking tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in ieder geval vastgelegd:

  • a.

    welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

  • b.

    wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

  • c.

    hoe de voorziening wordt verstrekt;

In de beschikking tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in ieder geval vastgelegd:

a.voor welk resultaat het pgb moet worden aangewend, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij besteding voldaan moet worden;

welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;

wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en

de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

Als sprake is van een te betalen bijdrage, wordt de cliënt daarover in de beschikking geïnformeerd.

Bijdrage in de kosten

 

Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

1.De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget.

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door:

  • a.

    de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en

  • b.

    degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget wordt vastgesteld conform de maximale variant in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

De omvang van de bijdrage bedraagt in ieder geval niet meer dan de kostprijs van de voorziening.

Bijdrage voor algemene voorzieningen

  • 1.

    De cliënt kan bij het gebruik van een algemene voorziening, met uitzondering van cliëntondersteuning, een bijdrage verschuldigd zijn.

  • 2.

    Het college legt in het Wmo-besluit vast in welke gevallen de bijdrage in de kosten wordt opgelegd en regelt de omvang van deze bijdrage in de kosten.

  • 3.

    De omvang van de bijdrage bedraagt in ieder geval niet meer dan de kostprijs van de algemene voorziening.

Kostprijs

  • 1.

    De kostprijs bij een voorziening in natura is gelijk aan de prijs waarvoor de gemeente de voorziening in natura betrekt van de aanbieder, inclusief bijkomende kosten.

  • 2.

    De kostprijs van een persoonsgebonden budget is gelijk aan het bedrag van het persoonsgebonden budget.

KWaliteit

 

Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

  • 1.

    Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen.

  • 2.

    Een voorziening wordt in ieder geval:

  • a.

    veilig, doeltreffend en cliëntgericht verstrekt;

afgestemd op de persoonlijke situatie en behoefte van de cliënt en sluit aan bij de informele zorg;

afgestemd op andere vormen van zorg, waaronder informele zorg;

afgestemd op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt;

verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard;

verstrekt met respect voor en met inachtneming van de aanspraken van de cliënt.

De aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, moet een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vaststellen.

Het college toetst bij het toekennen van een persoonsgebonden budget in ieder geval of de aanbieder die de ondersteuning zal bieden, dat veilig, doeltreffend en cliëntgericht doet.

Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden

  • 1.

    Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:

    • a.

      een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan van een overeenkomst met de derde; of

    • b.

      een reële prijs die geldt als ondergrens voor:

      • 1.

        een inschrijving en het aangaan van een overeenkomst met de derde, en

      • 2.

        de vaste prijs, bedoeld in onderdeel a.

  • 2.

    Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast:

    • a.

      overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1 . 3, tweede lid, onderdeel c, van de wet, en

    • b.

      rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van de wet, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners.

  • 3.

    Het college baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen:

    • a.

      de kosten van de beroepskracht;

    • b.

      redelijke overheadkosten;

    • c.

      kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg;

    • d.

      reis en opleidingskosten;

    • e.

      indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst;

    • f.

      overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen.

Meldingsregeling calamiteiten en geweld

  • 1.

    Het college treft een regeling voor het melden van calamiteiten en geweldsincidenten bij de verstrekking van een voorziening door een aanbieder en wijst een toezichthoudend ambtenaar aan.

  • 2.

    Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening onverwijld aan de toezichthoudend ambtenaar.

  • 3.

    De toezichthoudend ambtenaar doet onderzoek naar de calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.

  • 4.

    Het college kan bij nadere regeling bepalen welke verdere eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.

Eisen voor aanbieders

 

Eisen aan klachtafhandeling door aanbieder

Voor alle voorzieningen die door aanbieders worden verstrekt, geldt dat de aanbieder een regeling moet treffen voor de behandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van de aanbieder jegens een cliënt.

Medezeggenschap

Een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn, is voor geen enkele voorziening vereist.

Beeindiging, herziening, intrekking en terugvordering

 

Beëindiging

Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een toegekende aanspraak op een maatvoorziening geheel of gedeeltelijk beëindigen, indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de wet of de verordening;

  • b.

    de cliënt wordt opgenomen in een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen of ziekenhuis;

  • c.

    de cliënt zich niet houdt aan de verplichtingen van gebruik, verantwoording en administratie van de voorziening;

  • d.

    de cliënt is overleden.

Herziening en intrekking

Het college kan, onverminderd artikel 2.3.10 van de wet, een besluit tot toekenning van een aanspraak opeen maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk herzien of intrekken indien:

  • a.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de wet of deze verordening.

  • b.

    beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • c.

    de cliënt de maatwerkvoorziening binnen zes maanden na toekenning niet heeft aangewend voor het resultaat waarvoor de maatwerkvoorziening is getroffen.

Terugvordering

Het college kan, onverminderd artikel 2.4.1 van de wet, indien de aanspraak op een voorziening is herzien of ingetrokken:

  • a.

    het ten onrechte genoten betaalde persoonsgebonden budget terugvorderen;

  • b.

    de geldwaarde van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening in natura terugvorderen.

Bestrijding misbruik of oneigenlijk gebruik

 

Fraudepreventie

Het college informeert cliënten over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Controle

Het college doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de maatwerkvoorziening indien er een vermoeden bestaat van misbruik dan wel oneigenlijk gebruik van de wet.

Nadere regels

Het college kan ten aanzien van het bepaalde in dit hoofdstuk in het Wmo-besluit nadere regels stellen.

Jaarlijkse blijk van waardering

 

Jaarlijkse blijk van waardering

1.Een blijk van waardering wordt door het college op verzoek verstrekt indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    de mantelzorger verleent mantelzorg aan een cliënt die ingezetene is van de gemeente.

  • b.

    de mantelzorger staat geregistreerd bij het lokale steunpunt mantelzorg;

  • c.

    de mantelzorger verleent langer dan drie maanden en meer dan acht uur per week onbetaalde zorg aan een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, vriend(in), ouder, kind of ander familielid.

Het college legt in het Wmo-besluit vast waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers bestaat.

Slotbepalingen

 

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Verhogen/verlagen bedragen

Het college kan de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende besluit maatschappelijke ondersteuning geldende bedragen verhogen of verlagen.

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat een cliënt recht houdt op een doorlopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012 met de daarbij behorende rechten en plichten, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog geen besluit is genomen ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld op grond van de wet en deze verordening.

  • 3.

    Bezwaarschriften die zijn ingediend tegen op grond van de Wmo en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012 genomen besluiten, worden afgehandeld op grond van de Wmo en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012.

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,

d.d. 23 oktober 2014.

De raad voornoemd;

De griffier,

H.M.L. van Soest

De voorzitter,

S.H.M. Strous

Algemene Bepalingen

Begripsomschrijvingen

Verantwoordelijkheid college

Melding, Onderzoek en aanvraag

Melding

Melding

Cliëntondersteuning

onderzoek

Onderzoek

Medewerking cliënt en huisgenoten

AAnvraag

De aanvraag

maatwerkvoorziening

Beoordeling aanspraak

Criteria voor een maatwerkvoorziening

Algemene weigeringsgronden

Maatwerkvoorziening ten behoeve van het wonen

Maatwerkvoorziening ten behoeve van vervoer

Vorm van maatwerkvoorziening

Vaststelling vorm van maatwerkvoorziening

Criteria persoonsgebonden budget

Hoogte persoonsgebonden budget

Besluitvorming

Beschikking

Bijdrage in de kosten

Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

Bijdrage voor algemene voorzieningen

Kostprijs

KWaliteit

Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden

Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Eisen voor aanbieders

Eisen aan klachtafhandeling door aanbieder

Medezeggenschap

Beeindiging, herziening, intrekking en terugvordering

Beëindiging

Herziening en intrekking

Terugvordering

Bestrijding misbruik of oneigenlijk gebruik

Fraudepreventie

Controle

Nadere regels

Jaarlijkse blijk van waardering

Jaarlijkse blijk van waardering

Slotbepalingen

Hardheidsclausule

Verhogen/verlagen bedragen

Inwerkingtreding

Overgangsrecht

Citeertitel