Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | TOELICHTING verordening Maatschappelijke Ondersteuning |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2017 | 01-06-2017 | 01-01-2020 | artikel 5.2 | 05-10-2017 | R17.1170 |
01-01-2015 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 23-10-2014 | R14.0866 |
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, die algemeen verkrijgbaar is en die niet duurder is dan vergelijkbare producten.
Bijdrage: bijdrage in de kosten als bedoeld in artikel 2.1.4 van de wet.
Collectieve voorziening: een maatwerkvoorziening die individueel wordt verstrekt maar door meerdere personen tegelijk gebruikt kan worden.
Gebruikelijke hulp: de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van huisgenoten.
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn of haar vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de cliënt in de basisregistratie personen staat ingeschreven of zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres;
Huisgenoot: iedere persoon met het hoofdverblijf op hetzelfde adres als de cliënt of het hoofdverblijf op hetzelfde perceel.
Informele zorg: zorg verleend door mantelzorgers en vrijwilligers.
Mantelzorger een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1.1.1. van de wet biedt.
Melding: melding als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet.
Uitvoeringsbesluit Wmo 2015: de landelijk vastgestelde Algemene maatregel van bestuur.
Voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling.
Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Wmo-besluit: het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2015.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene wet bestuursrecht.
1.De aanvraag voor een maatwerkvoorziening moet door of namens de cliënt schriftelijk worden ingediend bij het college.
De aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of ondertekend onderzoeksverslag als bedoeld in artikel 2.3 van deze verordening.
De artikelen 2.2 en 2.4 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvraag.
Criteria voor een maatwerkvoorziening
Indien meerdere maatwerkvoorzieningen als passend aan te merken zijn, verstrekt het college de goedkoopst passende voorziening.
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat:
a.indien de maatwerkvoorziening voor de persoon van de cliënt algemeen gebruikelijk is.
indien de cliënt geen ingezetene is van de gemeente Maasgouw.
voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de cliënt voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt.
voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen.
voor zover de cliënt een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de cliënt toereikend en passend te zijn.
indien de aanspraak niet is vast te stellen doordat de cliënt niet of onvoldoende voldoet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 2.3.8 lid 1 en 3 van de wet of artikel 2.4 van deze verordening of doordat een huisgenoot niet of onvoldoende voldoet aan de verplichting als bedoeld in artikel 2.4 van deze verordening
indien de maatwerkvoorziening of de noodzaak daarvan voor de cliënt redelijkerwijs vermijdbaar was;
indien de maatwerkvoorziening voorzienbaar was, tenzij van de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de maatwerkvoorziening overbodig hadden gemaakt.
indien de noodzaak tot het treffen van de maatwerkvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid en participatie, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was.
Maatwerkvoorziening ten behoeve van het wonen
de cliënt niet zijn hoofdverblijf heeft in de woning ten behoeve waarvan de maatwerkvoorziening wordt aangevraagd.
deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen, verbrede toegangsdeuren, vlonders en een opstelplaats voor de rolstoel.
de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare, meest geschikte woning, tenzij voorafgaand aan de verhuizing schriftelijk toestemming is verleend door het college voor de verhuizing.
de voorziening strekt ter renovatie of ter aanpassing aan de eisen van de tijd.
er sprake is van het treffen van een maatwerkvoorziening aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen en bij kamerverhuur.
deze betrekking heeft op een woongebouw, dat specifiek gericht is op mensen met beperkingen of dat in de praktijk bewoond wordt door een specifieke groep en waarvan vast staat dat de voorziening niet voldoet aan de voor een dergelijke woning op grond van wettelijke voorschriften, algemeen aanvaarde regels of contractuele bepalingen geldende vereisten en waarvan is aangetoond dat de aangevraagde voorziening bij wel voldoen aan die vereisten niet nodig is.
de maatwerkvoorziening bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kan worden meegenomen.
de cliënt verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden.
de cliënt voor het eerst zelfstandig gaat wonen, voor zover de aanvraag een verhuiskostenvergoeding betreft.
Het college kan bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen bij normale gebruik van de woning en het zich verplaatsen in de woning het primaat van verhuizen toepassen.
Hoogte persoonsgebonden budget
1.Het college neemt het door de cliënt opgestelde budgetplan als uitgangspunt bij de bepaling van de hoogte van het persoonsgebonden budget.
De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur- dan wel aanschafprijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief onderhoud, reparatie en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier zou zijn verschuldigd.
De hoogte van een persoonsgebonden budget voor diensten bedraagt:
a.indien sprake is van dienstverlening door een professional, al dan niet werkzaam voor een instelling conform de geldende kwaliteitsstandaarden, in ieder geval niet meer dan de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.
indien sprake is van dienstverlening door een persoon uit het informele netwerk van de cliënt of familieleden in de derde of hogere graad, in ieder geval niet meer dan het door het college in het Wmo-besluit vastgestelde percentage van de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.
indien sprake is van dienstverlening door een persoon uit het informele netwerk van de cliënt, zijnde familieleden in de eerste of tweede graad, in ieder geval niet meer dan het door het college in het Wmo-besluit vastgestelde percentage van de prijs waarvoor het college deze dienst heeft gecontracteerd.
Het college kan, onverminderd de vorige leden, in het Wmo-besluit nadere regels stellen over de hoogte van een persoonsgebonden budget.
1.In de beschikking tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in ieder geval vastgelegd:
In de beschikking tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in ieder geval vastgelegd:
a.voor welk resultaat het pgb moet worden aangewend, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij besteding voldaan moet worden;
welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;
wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en
de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.
Als sprake is van een te betalen bijdrage, wordt de cliënt daarover in de beschikking geïnformeerd.
Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
1.De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door:
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget wordt vastgesteld conform de maximale variant in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
De omvang van de bijdrage bedraagt in ieder geval niet meer dan de kostprijs van de voorziening.
Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
afgestemd op de persoonlijke situatie en behoefte van de cliënt en sluit aan bij de informele zorg;
afgestemd op andere vormen van zorg, waaronder informele zorg;
afgestemd op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt;
verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard;
verstrekt met respect voor en met inachtneming van de aanspraken van de cliënt.
De aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, moet een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vaststellen.
Het college toetst bij het toekennen van een persoonsgebonden budget in ieder geval of de aanbieder die de ondersteuning zal bieden, dat veilig, doeltreffend en cliëntgericht doet.
De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat een cliënt recht houdt op een doorlopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Maasgouw 2012 met de daarbij behorende rechten en plichten, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,
d.d. 23 oktober 2014.
De raad voornoemd;
De griffier,
H.M.L. van Soest
De voorzitter,
S.H.M. Strous
Melding, Onderzoek en aanvraag
Medewerking cliënt en huisgenoten
Criteria voor een maatwerkvoorziening
Maatwerkvoorziening ten behoeve van het wonen
Maatwerkvoorziening ten behoeve van vervoer
Vaststelling vorm van maatwerkvoorziening
Criteria persoonsgebonden budget
Hoogte persoonsgebonden budget
Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
Bijdrage voor algemene voorzieningen
Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Eisen aan klachtafhandeling door aanbieder
Beeindiging, herziening, intrekking en terugvordering
Bestrijding misbruik of oneigenlijk gebruik
Jaarlijkse blijk van waardering