Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Peel en Maas

Verordening Jeugdhulp Peel en Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePeel en Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Jeugdhulp Peel en Maas
CiteertitelVerordening Jeugdhulp Peel en Maas
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpjeugdhulp
Externe bijlageToelichting Verordening jeugdhulp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikelen 147 en 149 Gemeentewet
  2. Artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, Jeugdwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017nieuwe regeling

14-10-2014

elektronisch gemeenteblad week 45, 2014

1894/2014/564178

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Jeugdhulp Peel en Maas

De raad van de gemeente Peel en Maas

 

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders 29 september 2014

 

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.

 

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet.

 

Overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt; en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;

 

Overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;

 

Gehoord de beraadslagingen.

 

Besluit vast te stellen

 

de Verordening Jeugdhulp Peel en Maas

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

  • -

    hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

  • -

    individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • -

    overige voorziening: voorzieningen voor jeugdhulp die vrij toegankelijk zijn, als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • -

    Pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;

  • -

    wet: Jeugdwet.

Artikel 2 Vormen van jeugdhulp

De navolgende vormen van jeugdhulp zijn beschikbaar:

1) Overige voorzieningen (vrij toegankelijk):

  • a.

    De gezinscoach;

  • b.

    Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Huiselijk Geweld(AMHK);

  • c.

    Crisisdienst voor spoedeisende jeugdhulp;

  • d.

    Kindertelefoon;

  • e.

    Cliëntondersteuning;

  • f.

    Vertrouwenspersoon.

2) Individuele voorzieningen (niet vrij toegankelijk):

  • a.

    Ambulante jeugdhulpverlening;

  • b.

    Residentiële jeugdzorg;

  • c.

    Jeugd GGZ;

  • d.

    Ondersteuning van jeugdigen met een beperking:

    1. Groepsbegeleiding (inclusief vervoer):

    2. Individuele begeleiding;

    3. Persoonlijke verzorging;

    4. Kortdurend verblijf;

  • e.

    Jeugdbescherming;

  • f.

    Jeugdreclassering;

  • g.

    Jeugdzorgplus;

  • h.

    Pleegzorg.

  • i.

    Behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie

3) Het college stelt bij nadere regeling vast welke overige en individuele voorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

  • 2.

    Als de jeugdige of zijn ouders hierom verzoeken, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 5.

Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag

Het college stelt beleidsregels op met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen.

Artikel 5 Beschikking

  • 1.

    Bij het verstrekken van een individuele voorziening geeft het college een beschikking af.

  • 2.

    In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening worden de met de jeugdige of zijn ouders gemaakte afspraken vastgelegd.

  • 3.

    In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt en wordt tevens aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.

  • 4.

    Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage worden de jeugdige of zijn ouders daarover in de beschikking geïnformeerd.

Artikel 6 Pgb

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.

  • 2.

    De hoogte van een pgb wordt bepaald aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 3.

    Een pgb dient binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het doel waarvoor het is verstrekt.

  • 4.

    Het college kan beleidsregels stellen over de wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastgesteld.

  • 5.

    Bij de beleidsregels bepaalt het college tevens onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

Artikel 7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3.

    Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 4.

    Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.

Artikel 8 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;

  • c.

    een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • d.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg en

  • e.

    kosten voor bijscholing van het personeel

Artikel 9 Vertrouwenspersoon

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon; in het geval daarvoor landelijke regelingen worden ontwikkeld, sluit het college daarbij aan.

  • 2.

    Het college wijst jeugdigen en ouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Artikel 10 Klachtregeling

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de behandeling van klachten over gedragingen van de overheid ziet het college erop toe dat bij alle jeugdhulpaanbieders en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering die worden ingezet en waarvoor zij verantwoordelijk is een klachtenregeling geldt voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.

Artikel 11 Betrekken van ingezetenen bij het beleid

In de verordening die betrekking heeft op co-creatie, meespraak en advisering Sociaal Domein is bepaald hoe ingezetenen betrokken worden bij het beleid.

Artikel 12 Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd. Het college zendt een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid aan de gemeenteraad.

Artikel 13 Beleidsregels en hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen betreffende de uitvoering van deze verordening, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzonder gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 3.

    Het college kan beleidsregels stellen over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening jeugdhulp Peel en Maas

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: 14 oktober 2014 

De raad van de gemeente Peel en Maas

de griffier, de voorzitter,

drs. A.G. Joosten, W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting Verordening jeugdhulp  

Toelichting Verordening jeugdhulp