Hoofdstuk 2. Voorzieningen voor wethouders
Artikel 2. Onkostenvergoeding
- 1.
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige
aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan
het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het
Rechtspositiebesluit wethouders.
- 2.
Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt
in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die
gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het
Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 3. Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3,
vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ter zake van andere dan de
in artikel 3 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding
betreft:
- -
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
(trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid
noodzakelijk gemaakte reiskosten;
- -
bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een
vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte
reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de
Reisregeling binnenland.
Artikel 4. Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van
reizen, bedoeld in artikel 4 worden volledig aan de wethouder vergoed.
Artikel 5. Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten
Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte
reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet
zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming
van het college vereist.
Artikel 6. Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe bij de secretaris of een door hem aangewezen
ambtenaar een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld
van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten
komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in
verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 7. Outplacement gewezen wethouders
- 1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het
genot is van een uitkering op grond van de bepalingen in de
Uitkerings- en pensioenverordening wethouders;
- b.
outplacementbureau: bureau of organisatie aangesloten bij de
Nederlandse organisatie voor outplacement en
looopbaanbegeleiding.
- 2.
Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de
toekenning van outplacementfaciliteiten.
- 3.
De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de
gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een
schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.
- 4.
Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening
van belanghebbende.
- 5.
De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten
hoogste één jaar.
- 6.
In de individuele situaties waarin dit artikel niet of niet in
redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een
voorziening te treffen.
Artikel 8. Fax, computerapparatuur
- 1.
Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt de
mogelijkheid geboden deel te nemen aan de voor het gemeentelijk
personeel geldende pc-privéregeling.
- 2.
Aan de wethouder die geen gebruik maakt van de in het eerste lid
bedoelde pc-privéregeling wordt, voor de uitoefening van zijn ambt
op aanvraag een fax, computer of laptop met bijbehorende
randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking
gesteld.
- 3.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de
gemeente.
- 4.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9. Internetaansluiting via ISDN, ADSL of kabel
- 1.
De aanleg- en abonnementskosten van ISDN ten behoeve van het gebruik
van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt
van wethouder komen voor rekening van de gemeente, wat betreft de
abonnementskosten voor zover die meer bedragen dan de kosten van een
gewoon telefoonabonnement.
- 2.
De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een
computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van
wethouder komen wat betreft het providergedeelte volledig en wat
betreft het gesprekskostengedeelte voor de helft voor rekening van
de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval
geheel voor rekening van de gemeente.
- 3.
De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van
het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van
het ambt van wethouder komen voor de helft voor rekening van de
gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via
de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de
gemeente.
Artikel 10. Mobiele telefoon
- 1.
Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag
een mobiele telefoon om niet in bruikleen ter beschikking
gesteld.
- 2.
Voor de bruikleen wordt een overeenkomst gesloten tussen de gemeente
en de wethouder.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 4.
Op de bezoldiging van de wethouder die de mobiele telefoon voor meer
dan 10% mede gebruikt voor privé-doeleinden wordt een bedrag
ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat voor de loonbelasting
tot het loon wordt of zou worden gerekend ingeval alle kosten van de
mobiele telefoon voor rekening van de gemeente komen.
Artikel 11. Spaarloonregeling
De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en
onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van
die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen
aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
Artikel 12. Kinderopvang
- 1.
Een wethouder kan van de gemeente een tegemoetkoming krijgen in de
kosten voor kinderopvang.
- 2.
De kinderopvang zoals bedoeld in het vorige lid zal verband moeten
houden met de vervulling van het wethouderschap.
- 3.
Onder deze kosten van kinderopvang van kinderopvang vallen niet
alleen de kosten voor kinderopvang tijdens kantooruren, maar ook de
kosten die voor kinderopvang in de avonduren worden gemaakt.
- 4.
Voor de regeling van deze voorziening is de voor het
gemeentepersoneel geldende kinderopvangregeling zoveel mogelijk van
overeenkomstige toepassing. In de gevallen waarin die regeling in
relatie tot de wethouder niet of niet in redelijkheid voorziet zijn
burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.
Artikel 13. Fietsplan
De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en
onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van
die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen
aan de voor het gemeentelijk personeel geldende fietsenplan.
Hoofdstuk 3. Declaratieprocedure
Artikel 14. Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
- a.
betaling uit eigen middelen of;
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 15. Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6
wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model
door het college wordt vastgesteld, indien deze kosten uit eigen
middelen vooruit zijn betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend
binnen een maand ingediend bij de secretaris of een door hem
aangewezen ambtenaar onder bijvoeging van de originele
bewijsstukken.
Artikel 16. Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
De vergoeding van kosten bedoeld in de artikelen 7 en 9 kan
plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de wethouder
voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het
begeleidingsformulier, waarvan het model door het college wordt
vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het
begeleidingsformulier en de factuur worden binnen twee maanden
ingediend bij de secretaris of een door hem aangewezen
ambtenaar.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Artikel 17. Uitleg verordening
In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel
omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel
van de voorzitter, tenzij in de afzonderlijke artikelen van deze
verordening deze bevoegdheid aan burgemeester en wethouders is
toegekend.
Artikel 18. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2003.
- 2.
Op die datum vervalt de Verordening regels kostenvergoedingen
wethouders, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 1992.
Artikel 19. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen
wethouders.