Overheidsorganisatie | Gemeente Barneveld |
---|---|
Officiële naam regeling | Organisatieverordening van de gemeenteraad. |
Citeertitel | Organisatieverordening van de gemeenteraad. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2013 | 01-01-2015 | Onbekend. | 28-05-2013 Barneveld Vandaag, 30-05-2013 | Onbekend. | |
23-11-2012 | 01-06-2013 | aanhangig | 20-11-2012 Barneveld Vandaag 25 november 2012 | organisatieverordening | |
04-06-2010 | 23-11-2012 | nieuwe regeling | 01-06-2010 Onbekend. | Onbekend. |
De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van de raadsgriffier namens het presidium, gedateerd op 6 november 2012,
gelet op de artikelen 16, 33, 82 tweede lid 2 en 107a, tweede lid, van de Gemeentewet, artikel V4 van de Kieswet en gelet op het verslag van het Presidium van 6 oktober 2011 en 4 juli 2012;
overwegende dat het wenselijk is de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning en de Organisatieverordening van de gemeenteraad in één regeling samen te voegen;
besluit:
vast te stellen de volgende Organisatieverordening van de gemeenteraad.
In deze verordening wordt verstaan onder:
raad: de gemeenteraad van Barneveld;
fractie: deel van de raad bestaande uit één of meerdere raadsleden die tot dezelfde politieke groepering behoren;
voorstel van orde: voorstel over de orde van de vergadering;
motie: schriftelijke verklaring waardoor een oordeel, wens of verzoek door de raad wordt uitgesproken.
Het presidium bestaat uit:
leden: de fractievoorzitters of hun vervangers;
voorzitter: de raadsvoorzitter;
secretaris: de griffier;
adviseur: de secretaris.
Het presidium houdt zich bezig met de organisatie en het functioneren van de raad, voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie zoals opgenomen in artikel 3, tweede lid.
De vergaderingen en de afsprakenlijst van het presidium zijn niet openbaar.
De agendacommissie bestaat uit:- leden: één raadslid per fractie;
voorzitter: de burgemeester;
secretaris: de griffier;
adviseur: de beleids- en procescoördinator.
De agendacommissie heeft tot taak:
het voorbereiden en vaststellen van de conceptagenda voor de raadsvergadering, inclusief de tijdsindeling;
het voorbereiden en vaststellen van de conceptagenda voor de vergadering van de raadscommissies, inclusief de tijdsindeling;
het vaststellen van de vergadercyclus en ad-hoc vergaderingen;
het vaststellen van de meerjarenraadsagenda.
De vergaderingen van de agendacommissie zijn niet openbaar. De afsprakenlijst is openbaar.
In geval van een nieuw benoemd raadslid stelt de raad een commissie van drie raadsleden in.
Deze commissie heeft de taak om de geloofsbrief van het nieuw benoemde raadslid te onderzoeken en de raad te adviseren over de toelating tot raadslid.
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in als bedoeld in het eerste lid.
Deze commissie heeft de taak te onderzoeken of de kandidaat wethouder voldoet aan de in de Gemeentewet gestelde eisen en voorschriften en de raad hierover te adviseren, alvorens de raad overgaat tot benoeming van de kandidaat wethouder.
De Griffier:
ondersteunt en adviseert de raadsvoorzitter, de raadsleden en de raadsfracties;
kan als adviseur in alle door de raad ingestelde commissies aanwezig zijn;
draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de vergaderingen van het presidium en de agendacommissie;
beheert het raadsbudget.
Een raadslid kan zich tot een ambtenaar wenden met een verzoek om:
feitelijke informatie van geringe omvang;
inzage in of afschrift van documenten.
Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, danwel anderszins twijfel heeft, wendt hij zich tot de griffier.
Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier ambtelijke bijstand tenzij:
het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;
dit het belang van de gemeente kan schaden.
De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.
Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.
Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester en hij beslist.
Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de gemeentesecretaris.
Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester en hij beslist.
De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. De financiële bijdrage bedraagt per fractie (€ 1250) en per fractielid (€300).
Fracties besteden de bijdrage aan raadswerkzaamheden. De bijdrage mag niet besteed worden aan financiering van de verkiezingscampagne en raadsleden mogen hun eigen vergoeding voor het raadswerk niet met de bijdrage voor fractieondersteuning aanvullen.
De bijdrage voor fractieondersteuning wordt voor 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het bedrag verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het bedrag verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
Elke fractie doet binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad schriftelijk verslag over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning. Dit verslag wordt toegevoegd aan de lijst van ingekomen stukken voor de raad.
De fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.
De reserve mag aan het einde van de raadsperiode niet groter zijn dan 30 % van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 9. Het meerdere wordt terugbetaald aan de gemeente.
De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder de dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd. Indien een fractie na de verkiezingen niet in de raad terugkeert, wordt de opgebouwde reserve terug betaald aan de gemeente.
Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage
bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.
bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.
Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden, heeft deze nieuw gevormde fractie geen recht op de bijdrage per fractie als bedoeld in artikel 10, eerste lid. De leden behouden de aan hun op grond van artikel 10 eerste lid toegekende bijdrage per fractielid.
Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad twee of meer fracties als een fractie gaan optreden, wordt - na mededeling aan de voorzitter van de raad - met de daardoor veranderde situatie voor de berekening van de in artikel 10, eerste lid, bedoelde bijdrage per fractie eerst rekening gehouden bij de aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar.
De raad kent de volgende indeling voor zijn vergaderingen:
commissievergaderingen: deze zijn informerend (Het Gesprek) en meningsvormend voor onderwerpen niet zijnde raadsvoorstellen;
raadsvergaderingen: deze zijn meningsvormend en besluitvormend.
Er zijn drie raadscommissies:
Bestuur;
Samenleving;
Grondgebied.
De raadscommissies bestaan uit:
leden: één raadslid per fractie per agendapunt;
voorzitter: een door de agendacommissie aan te wijzen raadslid;
secretaris: een ambtenaar.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad c.q. de raadscommissie de agenda vast.
Inwoners en betrokkenen kunnen deelnemen aan Het Gesprek na zich voor aanvang van de vergadering hiervoor te hebben aangemeld of op uitnodiging van de agendacommissie.
Alvorens deel te nemen aan Het Gesprek hebben inwoners en betrokkenen de gelegenheid om gedurende maximaal twee minuten het woord te voeren.
Tijdens Het Gesprek worden vragen gesteld en antwoorden gegeven. Er worden geen standpunten ingenomen of gevraagd.
Na afronding van Het Gesprek neemt de commissie een besluit of het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering.
Indien het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering besluit de commissie of het onderwerp rijp is voor meningsvorming of direct voor besluitvorming in de raad.
Indien het onderwerp niet geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering schuift het door naar een volgende commissievergadering.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen naar rato van de zetelverdeling in de raad.
De raadsleden kunnen in de commissievergadering het woord voeren over niet op de agenda geplaatste onderwerpen.
Van de commissievergadering wordt een samenvattend verslag gemaakt.
Het conceptverslag wordt uiterlijk vijf dagen voor de raadsvergadering aan alle raadsleden per mail toegezonden.
Vaststelling van het verslag gebeurt via de mail door de raadsleden die bij de vergadering aanwezig waren.
3.1 Algemeen
Tussen het meningsvormende en besluitvormende gedeelte van de vergadering wordt een pauze ingelast om de fracties de gelegenheid te geven een standpunt in te nemen.
Het meningsvormende gedeelte bestaat in principe uit twee termijnen.
Onmiddellijk na de opening van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende gebed uit:
“Almachtige God, wij bidden u om wijsheid ter behartiging van de belangen ons toevertrouwd, opdat onze besluiten mogen strekken tot bevordering van het welzijn der gemeente en tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”
Voor sluiting van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende dankgebed uit:
“Genadig en barmhartig God, U gaf het voorrecht dat wij hier samen waren ter behartiging van de belangen der gemeente. Wil Uw zegen op onze besprekingen doen rusten en wil vergeven al hetgeen niet was tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”
Van de raadsvergadering wordt een woordelijk verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de raad vastgesteld.
De raad stelt, op voorstel van de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.
De leden van de raad en de collegeleden spreken vanaf het spreekgestoelte of maken gebruik van de interruptiemicrofoons. Dit geldt niet voor het vaststellen van de agenda, het verslag en de ingekomen stukken en voor stemverklaringen.
Een reguliere raadsvergadering vangt aan om 19.30 uur en eindigt uiterlijk om 23:00 uur
Indien tijdens de vergadering duidelijk wordt dat de eindtijd van 23:00 uur zal worden overschreden, kan een lid van de raad of de raadsvoorzitter om schorsing van de vergadering vragen. Tijdens de schorsing beraadslagen de fractievoorzitters met de raadsvoorzitter over de eindtijd van de vergadering.
Bij de reguliere raadsvergaderingen wordt zowel voor de leden van de raad als voor de leden van het college gebruik gemaakt van spreektijden. De spreektijden worden voorafgaand aan de vergadering op basis van de door de agendacommissie ingeschatte duur van de vergadering verdeeld over de fracties naar rato van de grootte van de fracties. Het uitgangspunt hierbij is een vergadering van 19.30 tot 23.00 uur, waarbij er 2 uur spreektijd voor de fracties en 0,5 uur spreektijd voor de collegeleden beschikbaar is. Interrupties vallen buiten de spreektijd. De spreektijd voor elke fractie bestaat uit een nader door de agendacommissie te bepalen vast deel (per fractie) en variabel deel (per fractielid). Bij vergaderingen die korter of langer worden ingeschat, worden de spreektijden van raads- en collegeleden naar verhouding vastgesteld.
Bij aanvang van de behandeling van de kadernota in de raad kunnen inwoners en betrokkenen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren.
In het geval de voorzitter van de raad vanuit het oogpunt van zijn portefeuille aan de meningsvorming deelneemt, wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter van de raad (niet zijnde een fractievoorzitter).
3.2 Stemmen
Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.
Indien er geen stemming wordt verlangd, kunnen de in de vergadering aanwezige leden aantekening in het verslag vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
In geval van stemming per fractie brengt één lid per fractie hun stem uit.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen lid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde per fractie.
Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatsvinden, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet 5 van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk volgens het model voor raadsvoorstellen worden ingediend.
Een initiatiefvoorstel over een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening door de raad een besluit is genomen wordt buiten de orde gesteld, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van veranderende omstandigheden en/of feiten.
Een initiatiefvoorstel wordt, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van het spoedeisend karakter van het voorstel, eerst in een commissievergadering geagendeerd. Ter voorbereiding van de behandeling van het voorstel in de commissievergadering, wordt het advies van het college gevraagd.
Tot het sluiten van de meningsvorming in de raadsvergadering kunnen schriftelijk amendementen worden ingediend.
Intrekking van een amendement kan tot het moment van de besluitvorming.
Tot het sluiten van de meningsvorming in de raadsvergadering kunnen schriftelijk moties worden ingediend.
Een motie over een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening door de raad een besluit is genomen wordt buiten de orde gesteld, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van veranderende omstandigheden en/of feiten.
Een motie vreemd aan de agenda wordt, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van het spoedeisende karakter van de motie, eerst in een commissievergadering geagendeerd. Ter voorbereiding van de behandeling van de motie in de commissievergadering, wordt het advies van het college gevraagd.
Intrekking van een motie kan tot het moment van de besluitvorming.
Een lid van de raad kan een voorstel van orde doen.
Schriftelijke vragen met een politieke strekking worden bij het college ingediend.
De vragen worden uiterlijk binnen dertig dagen schriftelijk beantwoord.
De vragen en antwoorden worden verstrekt aan alle raadsleden.
Een verzoek tot het houden van een interpellatie wordt schriftelijk uiterlijk twee werkdagen voor de raadsvergadering bij de voorzitter ingediend en wordt op de agenda voor de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst.
Het verzoek bevat in ieder geval de aan de geïnterpelleerde(n) te stellen vragen.
De voorzitter geeft eerst de interpellant het woord, vervolgens de geïnterpelleerde(n), daarna zo gewenst de overige leden van de raad en tenslotte opnieuw de interpellant.
Een raadslid dat vanuit de raad is afgevaardigd in een verbonden partij verstrekt gevraagd en ongevraagd informatie hierover.
Mondelinge informatie wordt geagendeerd in Het Gesprek.
Deze verordening treedt in werking op 23 november 2012.
Op dat tijdstip worden ingetrokken: De verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 27 juni 2006 en laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 29 juni 2010 en de organisatieverordening van de gemeenteraad zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 1 juni 2010.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Organisatieverordening van de gemeenteraad. Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 november 2012
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter.