Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Subsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014
CiteertitelSubsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De subsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014is onderdeel van het pakket aan regelingen/instrumenten dat de gemeente inzet voor werkgeversdienstverlening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 147 Gemeentewet
  2. Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014
  3. Algemene wet bestuursrecht
  4. Wet werk en bijstand
  5. Verordening Arbeidsinschakeling Zaanstad 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-05-201413-02-2015Onbekend

14-05-2014

Gemeenteblad 2014, 29653

2014/105469

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014

 

 

Artikel 1. Reikwijdte van de subsidie

De loonkostensubsidie wordt generiek toegepast. Het kan alle werkgevers, waaronder uitzendbureaus, in alle sectoren van de economie betreffen. Uitzendbureaus bieden door hun rol op de arbeidsmarkt voor werklozen in toenemende mate een toegang tot werk.

Artikel 2. Doel van de subsidie

  • 1.

    Werkgevers stimuleren vacatures beschikbaar te stellen om de doelgroep een kans te geven in hun bedrijf.

  • 2.

    De werkgever komt in aanmerking voor een tijdelijke loonkostensubsidie, genaamd ZaanBaan, volgens deze nadere regels.

  • 3.

    De loonkostensubsidie wordt verstrekt ter compensatie van lagere arbeidsproductiviteit en/of benodigde begeleiding. Eventuele (bij) scholing wordt door de werkgever verzorgd.

  • 4.

    Door het verrichten van werkzaamheden in loondienst, doet de doelgroep werkervaring op. Deze werkervaring draagt bij aan de kansen van werklozen om uitkeringsonafhankelijk te worden. Het doel is dat de werknemer zoveel mogelijk werkervaring opdoet om zijn kansen op regulier werk te vergroten.

  • 5.

    De gemeente wenst een zo groot mogelijke diversiteit aan branches en functies hiervoor te bereiken en nadrukkelijk tijdelijk werk hierbij te betrekken.

Artikel 3.Doelgroep
  • 1.

    De werkzoekende is inwoner van de gemeente Zaanstad en ontvangt van de gemeente Zaanstad tot de ingangsdatum arbeidsovereenkomst, langer dan 6 maanden een WWB, Ioaw, of Ioaz uitkering óf ;

  • 2.

    De werkzoekende is inwoner van de gemeente Zaanstad en ontvangt van de gemeente Zaanstad tot de ingangsdatum arbeidsovereenkomst, 3 maanden WW en 3 maanden WWB, Ioaw of, Ioaz uitkering óf;

  • 3.

    De werkzoekende is inwoner van de gemeente Zaanstad en is tot de ingangsdatum arbeidsovereenkomst verloond volgens de WWB c.s.

  • 4.

    Het college het aanbieden van deze voorziening gericht op arbeidsinschakeling noodzakelijk acht.

  • 5.

    Voor de werknemer is in de voorafgaande 3 jaar geen loonkostensubsidie op grond van de Zaanse trajectbaan, bij dezelfde werkgever verstrekt. We rekenen terug vanaf de ingangsdatum van de overeenkomst.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor loonkostensubsidie dient te zijn ingediend binnen 1 maand na het ingaan van de arbeidsovereenkomst.

  • 2.

    Een aanvraag voor een bonus dient te zijn ingediend binnen 1 maand na het ingaan van de arbeidsovereenkomst zonder subsidie.

  • 3.

    De werkgever verstrekt bij de aanvraag, de via het aanvraagformulier voorgeschreven gegevens, waaronder een kopie van de getekende arbeidsovereenkomst.

Artikel 5. Voorwaarden

  • 1.

    De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor minimaal zes maanden.

  • 2.

    De werkgever betaalt het rechtens geldende loon inclusief de daaruit voortvloeiende afdrachten.

  • 3.

    Vanuit goed werkgeverschap draagt de werkgever zorg voor begeleiding van de werknemer.

  • 4.

    De vacature is niet ontstaan door reorganisatie of afvloeiing, tot een half jaar voorafgaand aan het verzoek tot loonkostensubsidie. Er mag geen sprake zijn van verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 5.

    Er is geen uitstel (surseance) van betaling of faillissement voor het bedrijf aangevraagd.

Artikel 6. Hoogte en duur van de subsidie

  • 1.

    De loonkostensubsidie wordt verstrekt voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst van minimaal zes en maximaal twee keer zes maanden bij dezelfde werkgever. De periodes van twee maal zes maanden sluiten op elkaar aan.

  • 2.

    De hoogte van de loonkostensubsidie bedraagt voor een eerste arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden € 6000,-, uitgaande van een voor het bedrijf geldend voltijds dienstverband.

  • 3.

    Voor een tweede aansluitende arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden bedraagt de subsidie € 3000,-, uitgaande van een voor het bedrijf geldend voltijds dienstverband.

  • 4.

    Indien de werkgever meteen een arbeidsovereenkomst voor minimaal 12 maanden aanbiedt bedraagt de hoogte van de loonkostensubsidie € 9000,-, uitgaande van een voor het bedrijf geldend voltijds dienstverband.

  • 5.

    Indien een werknemer gedurende de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkgever een loonkostensubsidie ontvangt, een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt, voor minimaal 6 maanden zonder subsidie, dan is de resterende subsidie voor de eerste werkgever.

  • 6.

    De eerste werkgever komt in aanmerking voor een bonus indien een werknemer uitstroomt naar regulier werk zonder subsidie.

    • 1.

      Bonus

      • a.

        De eerste werkgever ontvangt een bonus van € 3000,- indien een werknemer uitstroomt naar regulier werk, zijnde een arbeidsovereenkomst van minimaal zes maanden zonder subsidie en;

      • b.

        Uitstroom naar regulier werk geschiedt na twee maanden na de start van de arbeidsovereenkomst met loonkostensubsidie of gedurende de verdere looptijd van de loonkostensubsidie of direct aansluitend aan de loonkostensubsidie.

    • 2.

      Extra bonus

      • a.

        De bonus is € 4000,- (in plaats van €3000,-) indien een werknemer uitstroomt naar regulier werk, zijnde een arbeidsovereenkomst van minimaal twaalf maanden, zonder subsidie en;

      • b.

        Uitstroom naar regulier werk geschiedt in het eerste half jaar van de arbeidsovereenkomst met loonkostensubsidie of direct aansluitend aan het eerste half jaar.

  • 7.

    Voor personen jonger dan 23 jaar wordt de loonkostensubsidie vastgesteld naar rato van het rechtens geldende jeugdloon of volgens de geldende CAO.

  • 8.

    De subsidie wordt naar rato verlaagd bij een dienstverband van minder uren dan voor het bedrijf geldende voltijds dienstverband.

  • 9.

    Bij ontslag in de proeftijd is er geen aanspraak op subsidie.

Artikel 7. Weigering

De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • 1.

    Niet is of wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 5 van deze nadere regels

  • 2.

    De gelden waarvoor de subsidie wordt verstrekt niet of in onvoldoende mate besteed worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

  • 3.

    Onjuiste en of onvolledige gegevens worden verstrekt.

  • 4.

    Het door het college vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 5.

    De subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

  • 6.

    Subsidieaanvragers waarvan is aangetoond dat ze oneigenlijk gebruik maken van de subsidie, worden voor de duur van 3 jaar uitgesloten van loonkostensubsidies.

Artikel 8. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor 2014 wordt vastgesteld op € 250.000,--.

  • 2.

    Het college verdeelt het beschikbare subsidiebudget in de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen tot het maximum van het subsidie plafond is bereikt.

Artikel 9. Samenloop

  • 1.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waarvoor al een andere subsidie wordt ontvangen.

  • 2.

    Indien een werknemer tevens gebruik maakt van de jongerenvoucher wordt dit bedrag in mindering gebracht op de subsidie.

  • 3.

    Bedrijven die op basis van ”Social return on investment” een percentage van de loon/aanneemsom in moeten zetten voor het in dienst nemen van mensen uit de doelgroep, worden uitgesloten van de loonkostensubsidie.

  • 4.

    Indien aan de SROI verplichting is voldaan komt de werkgever, bedoeld in het vorige lid, weer in aanmerking voor loonkostensubsidie.

Artikel 10.Verlening en vaststelling

  • 1.

    Nadat de werkgever een complete aanvraag conform het daarvoor opgestelde aanvraagformulier heeft ingediend, beslist het college over de subsidieverlening.

  • 2.

    De werkgever verstrekt ten behoeve van de vaststelling, binnen twee maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst, het vaststellingsformulier en de daarin gevraagde stukken waaronder een kopie van alle salarisspecificaties.

  • 3.

    De gemeente stelt de subsidie, binnen 13 weken na ontvangst van de in lid 2 genoemde stukken, vast.

  • 4.

    Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode waarover de subsidie aan de werkgever is toegekend, houdt de aanspraak op met ingang van de 1e van de volgende maand. De subsidie wordt vastgesteld naar rato van het aantal gewerkte maanden. Een uitzondering hierop is indien er een aansluitende nieuwe arbeidsovereenkomst wordt afgesloten.

  • 5.

    De werkgever is verplicht per ommegaande wijzigingen door te geven aan de gemeente, die gevolgen hebben voor de aanvang, duur en hoogte van de subsidieverlening.

Artikel 11. Controle

De subsidieontvanger verleent de gemeente Zaanstad desgevraagd inzage in zijn administratie zodat de gemeente kan nagaan of de werkgever heeft voldaan aan zijn verplichtingen van uit de subsidiebeschikking. Dit recht op inzage heeft ook betrekking op een door de gemeente aan te wijzen registeraccountant.

Artikel 12. Intrekking, wijziging, terugvordering

  • 1.

    Onjuiste, onvolledige of ontijdige verstrekking van de gevraagde informatie kan leiden tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie.

  • 2.

    Bij niet naleven van de subsidievoorwaarden door de werkgever kan het college de subsidie lager vaststellen of intrekken en latere subsidieaanvragen door de betrokken werkgever weigeren.

  • 3.

    Indien een tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever te wijten is, kan de subsidie worden teruggevorderd.

  • 4.

    Subsidies of voorschotten waarop de werkgever ten tijde van de verlening of naderhand geen recht had, kan het college terugvorderen, dan wel verrekenen met nog te betalen subsidies.

Artikel 13.Evaluatie

Na één jaar vindt een evaluatie van deze nadere regels plaats waarin onderzocht wordt of de nadere regels voldoen aan het doel waarvoor ze zijn opgesteld.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014.

Artikel 15. Inwerking

  • 1.

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht op 15 februari 2014 in werking.

  • 2.

    De inhoud van Hoofdstuk 10 Loonkostensubsidie ZaanBaan in de Beleidsregels werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2013 vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling. In de nieuwe inhoud van dit hoofdstuk wordt verwezen naar de Subsidieregeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014.

     

Aldus besloten in de collegevergadering van 13 mei 2014.

 

mr. G.H. Faber, burgemeester

 

drs. C. Vermeer, gemeentesecretaris