Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening selectieve toelating binnenstad |
Citeertitel | Verordening selectieve toelating binnenstad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Verkeer, vervoer en wegen |
Wanneer bent u bevoegd bepaalde gebieden in de binnenstad met motorvoertuigen te betreden?
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-05-1999 | nieuwe regeling | 26-04-1999 de Peperbus, 05-05-1999 | gb 1-1999.026 |
VERORDENING SELECTIEVE TOELATING BINNENSTAD
In deze verordening wordt verstaan onder:
het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
het bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangegeven gebied waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en uitrijden wordt gereguleerd;
verzinkbare paal te bedienen door middel van een pasje, munt of transponder;
de tijd waarop de kern van de binnenstad vrij toegankelijk is voor bevoorradingsverkeer zoals vastgesteld bij verkeersbesluit;
een besluit van burgemeester en wethouders op basis waarvan de kern van de binnenstad kan worden bereden met behulp van een pasje, een munt of een transponder op nader aan te geven tijdstippen;
degene die daadwerkelijk woonachtig is in de kern van de binnenstad, blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
degene die een bedrijf/vestiging heeft in de kern van de binnenstad, blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990;
houder van een motorvoertuig :
degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:
de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing binnenstad is verleend;
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
de avond waarop minstens driekwart van de in de kern van de binnenstad gevestigde winkels geopend zijn;
de zon- en/of feestdagen waarop het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle besloten heeft dat de verboden ingevolge artikel 2 van de Winkeltijdenwet niet geldig zijn.
Artikel 2 Kern van de binnenstad
Het college van burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, de kern van de binnenstad aanwijzen, waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en uitrijden wordt gereguleerd.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op de in artikel 3 genoemde aanvraag binnen acht weken na ontvangst.
Artikel 9 Ontheffing binnenstad voor in de kern van de binnenstadgevestigde bedrijven/instellingen
Artikel 10 Ontheffing binnenstad voor een optimale bevoorrading van de kern van de binnenstad
Aan leveranciers van bedrijven/instellingen gevestigd in de kern van de binnenstad, tevens houder van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor de in lid 2 genoemde bijzondere situaties, met dien verstande dat in elk geval dient te worden aangetoond dat het onderhavig vervoer niet tijdens bevoorradingstijden of op een andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden.
Aan taxibedrijven die in het bezit zijn van een vergunning op grond van de Wet personenvervoer voor het verrichten van taxivervoer en als kentekenhouder van de taxi staan geregistreerd, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor het vervoeren en laden en lossen van passagiers naar en vanuit de kern van de binnenstad.
Aan huisartsen en overige zorgverlenende personen en instanties, die houder zijn van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen voor de toegang met een motorvoertuig tot de kern van de binnenstad naar een spoedgeval voor zover dit nodig is voor de uitoefening van hun beroep buiten de bevoorradingstijden.
Aan gemeentelijke, intergemeentelijke of provinciale diensten en nutsbedrijven, die houder zijn van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor de toegang met motorvoertuigen tot de kern van de binnenstad ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden buiten bevoorradingstijden voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening selectieve toelating binnenstad'.
Kern van de binnenstad: Bijgevoegd is het kaartje van het raadsbesluit d.d. 5 november 1998 waarin besloten is om de toelating tot de binnenstad te reguleren. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit gebied aan te wijzen.
De bevoorradingstijden worden door het college van burgemeester en wethouders vastgelegd in een verkeersbesluit. In het raadsbesluit d.d. 5 november 1998 is vooralsnog uitgegaan van de volgende tijden voor het bevoorradend verkeer voor de Diezerstraat, Oude Vismarkt, Luttekestraat en Voorstraat:
-maandag tot en met zaterdag van 06.00 tot 11.00 uur.
Het centrale deel van de binnenstad, de pollers in de Korte Ademhalingssteeg en op de Melkmarkt, wordt fysiek afgesloten één uur na winkeltijd, dat wil zeggen:
Aan bovenstaande tijden kunnen geen rechten worden ontleend, omdat burgemeester en wethouders bevoegd zijn deze tijden vast te stellen en te wijzigen.
De ontheffing binnenstad bestaat uit een besluit van het college van burgemeester en wethouders en een pasje, een munt of een transponder. Het pasje, de munt of de transponder zijn nodig om de verzinkbare paal (ook wel genoemd poller) te bedienen. Het pasje dient elke keer dat men met een motorvoertuig toegang wil tot het afgesloten gebied voor een detectieoog gehouden te worden om het systeem in werking te stellen. Door inworp van een munt kan eenmalig het systeem in werking worden gesteld. De transponder moet onder het voertuig worden gemonteerd. Een detectielus in het wegdek detecteert de transponder waardoor de poller wordt bediend. In beginsel komen alleen hulpdiensten en taxi´s in aanmerking voor een transponder.
De aanvraag volgt de standaardprocedure van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Voorwaarden die aan de ontheffing binnenstad worden verbonden, zijn in ieder geval:
Een intrekkingsgrond voor taxi's is in ieder geval indien gevaarlijk verkeersgedrag en/of het niet halteren op taxistandplaatsen wordt geconstateerd.
Omdat binnen het afgesloten gebied niet geparkeerd kan worden, mogen motorvoertuigen die een ontheffing hebben alleen door het gebied heenrijden en kort laden en lossen. Onder laden en lossen wordt verstaan datgene dat in het RVV als zodanig is aangemerkt. Hieronder valt het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht het in- of uitstappen van passagiers of het bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang en enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
Aan de ontheffing binnenstad kan een verplichte rijroute worden verbonden om te voorkomen dat te veel door winkelstraten en voetgangersgebieden heen wordt gereden. De route zal afhankelijk zijn van het adres van de ontheffinghouder.
Lid 3 is van toepassing in het geval dat een bedrijf zelf leverancier is.
Onder lid 2, sub b "noodzakelijke ritten die verband houden met hygiëne, volksgezondheid en veiligheid" kunnen bijvoorbeeld ritten worden begrepen die gemaakt worden voor het verwijderen van bedrijfsafval van restaurants.
Onder sub h "noodgevallen, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders" wordt een hardheidsclausule bedoeld.
Verlenging van de tijdelijke ontheffing is mogelijk indien de bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden langer duren dan 5 dagen.
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is bezig met een nieuwe regeling voor taxi´s in de Wet Personenvervoer. Het is zeer waarschijnlijk dat de bestaande vergunning op grond van de Wet Personenvervoer voor taxibedrijven van kracht blijft. Mocht dit veranderen, dan zal dit artikel ook moeten worden aangepast.
Op basis van dit artikel kan een ontheffing worden aangevraagd door zorgverlenende personen en instanties, waarbij gedacht wordt aan verloskundigen en medewerkers thuiszorg.
Met een parkeerschijf dient aangegeven te worden hoe laat de parkeertijd is begonnen.
Op basis van dit artikel kunnen incidentele ontheffingen worden verleend.
Degenen die nu een ontheffing hebben, worden per brief over de wijziging op basis van deze verordening geïnformeerd en aangeschreven.
De aanvraag van een ontheffing binnenstad kost € 34,03 voor een ontheffing binnenstad met een pasje en € 68,07 voor de ontheffing binnenstad met een transponder. De verlenging van de ontheffing kost € 11,34.
Bij verlies van de ontheffing binnenstad kan een duplicaat worden verstrekt. Voor het besluit van het college van burgemeester en wethouders inzake de ontheffing binnenstad bedragen de kosten € 2,27; een duplicaatpasje kost € 22,69 en een duplicaat transponder € 56,72.
Een duplicaat wordt alleen verstrekt indien van het verlies of de diefstal aangifte is gedaan bij de politie of de gemeente.
De aanvraag van een ontheffing binnenstad voor één dag kost € 6,81 en voor 5 dagen aaneensluitend kost € 11,34
Er is geen specifiek artikel ontheffing binnenstad voor hulpvoertuigen (politie, brandweer, ambulance) opgenomen omdat deze categorie als voorrangsvoertuigen zijn aangemerkt en op grond van artikel 91 RVV 1990 mogen afwijken van de voorschriften van het RVV 1990 voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.
In het raadsbesluit van 5 november 1998 is rekening gehouden met de verstrekking van transponders aan de politie en de brandweer op kosten van de gemeente.