Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verblijfsbelasting Peel en Maas 2014 |
Citeertitel | Verordening verblijfsbelasting Peel en Maas 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | verblijfsbelasting |
geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2013 | 01-01-2015 | artikel 1 en 2 | 17-12-2013 | 1894/2013/62836 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;
vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;
voorseizoenarrangement: een arrangement op een toeristische plaats voor één gezin, echtpaar of samen reizende personen, met een looptijd van iets meer dan drie maanden. Doorgaans start het arrangement bij het begin van het kampeerseizoen en eindigt het rond de laatste week van juni. Een en ander is afhankelijk van de start van het vakantieseizoen en de vakantiespreiding;
verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement op een toeristische plaats voor één gezin, echtpaar of samen reizende personen, met een looptijd van iets meer dan drie maanden. Doorgaans start het arrangement bij het begin van het kampeerseizoen en eindigt het voor de start van het hoogseizoen (na de 1e week van juli). Een en ander is afhankelijk van de vakantiespreiding;
Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘verblijfsbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
3. door degene, die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen bepaald op 2,7;
b. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 3;
c. mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen bepaald op 3.
d. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoen-, of toeristische plaatsen bepaald op:
- 2,8 indien sprake is van een voorseizoenarrangement
- 2,8 indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement
- 2,2 indien sprake is van een naseizoenarrangement
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:
a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 49;
b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op 47;
c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op 45;
d. in geval van het eerste lid, sub d, bepaald op:
- 26, indien sprake is van een voorseizoenarrangement
- 36, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement
- 14, indien sprake is van een naseizoenarrangement
Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a van de Gemeentewet.
Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de verblijfsbelasting.