Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van waterverblijfsbelasting Peel en Maas 2014 |
Citeertitel | Verordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | waterverblijfsbelasting |
geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2013 | 01-01-2015 | artikel 2, artikel 16 lid 3 | 17-12-2013 | 1894/2013/62836 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam ‘waterverblijfsbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn opgenomen ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
door degenen die verblijf houden aan boord van:
a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, vangebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebiedbevindt;
e.een vaartuig in gebruik voor onderhoud aan de waterwegen, welk onderhoud in opdracht van het Rijk, de provincie Limburg of de gemeente Peel en Maas wordt uitgevoerd,
f.een vaartuig in directe dienst van het Rijk, de provincie Limburg of de gemeente Peel enMaas,
g.een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij;
van een vreemdeling, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, dierechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
Ter zake van vaartuigen welke zijn gelegen op ligplaatsen bedoeld voor passanten of vaartuigen welke zijn gelegen in het aangewezen gebied, wordt het aantal personen aan boord en het aantal etmalen per vaartuig gesteld op het werkelijk aantal personen aan boord en het werkelijk aantal etmalen verblijf door deze personen.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
a. het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:
2,1 bij een vaartuig met een lengte van 4 tot 7 meter,
2,4 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9 meter;
2,7 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9, doch ten hoogste 12 meter,
3,6 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter;
b. het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden, bepaald op:
15,7 bij een vaartuig met een lengte van 4 tot en met 7 meter;
17,5 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9 meter;
17,9 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9 meter, doch ten hoogste 12 meter;
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de waterverblijfsbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft,zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a van de Gemeentewet.