Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling personeelsgesprekken en beoordelen gemeente Hoorn 2015 |
Citeertitel | Regeling personeelsgesprekken en beoordelen gemeente Hoorn 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 002 personeel |
Externe bijlage | Bijlage 1 Regeling personeelsgesprekken |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 19-08-2014 Gemeenteblad 61228 | 1079771 |
‘’Regeling personeelsgesprekken en beoordelen gemeente Hoorn 2015’’
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onderdeel a van de CAR-UWO.
De direct leidinggevende van de medewerker, die leiding geeft aan de medewerker en verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en beoordeling van de medewerker.
De leidinggevende waaraan de direct leidinggevende verantwoording schuldig is.
Een voor de uitoefening van een functie of taak essentiële combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag.
Het samenstellen van feitelijke werkzaamheden dat de medewerker op basis van een generiek functieprofiel (en/of een specifiek functieprofiel), dan wel aanvullende taken voor bijvoorbeeld een klus of project moet uitvoeren.
Het totaal aan prestaties en competenties van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie.
Het oordelen over het functioneren van de medewerker door de leidinggevende tegen de achtergrond van de aan de functie te stellen eisen, de geformuleerde resultaatafspraken en competentieontwikkeling.
h.Persoonlijk Ontwikkelplan (POP)
Een door de direct leidinggevende en de medewerker vastgelegd en ondertekend geheel aan afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker.
De afspraken die gericht zijn op:
Degene die door de leidinggevende en/of medewerker gevraagd is om informatie te geven, gebaseerd op kennis en/of ervaring, die van nut is voor het te houden beoordelingsgesprek.
Artikel 6 Gevolgen van de beoordeling
De beoordeling is gericht op het formeel vaststellen van het functioneren van de medewerker in relatie tot de gemaakte resultaatafspraken.
Het formeel vaststellen van het functioneren door middel van een beoordeling is een besluit waartegen de medewerker bezwaar kan maken.
Artikel 7 Voorwaarde voor beoordeling
Een beoordeling is alleen mogelijk als:
Eisen waarvan de medewerker buiten zijn schuld geen kennis droeg, worden bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten.
Artikel 8 Procedure opstelling tot vaststelling van de beoordeling
Onvoldoende (onder niveau): heeft de resultaatafspraken aantoonbaar niet in volle omvang en naar behoren gerealiseerd. De tijdigheid, kwantiteit en kwaliteit van het resultaat zijn niet op het afgesproken niveau. Vertoont tekortkomingen en functioneert (ver)beneden het geheel aan eisen die zijn gesteld in de planningsafspraken.
Goed (op niveau): heeft de resultaatafspraken aantoonbaar in volle omvang en naar behoren gerealiseerd. De tijdigheid, kwantiteit en kwaliteit van het resultaat zijn duidelijk op het afgesproken niveau. Het functioneren voldoet zonder meer duidelijk aan de eisen die zijn gesteld in de resultaatafspraken.
De leidinggevende formuleert een slotconclusie. Daarin worden de afzonderlijke prestaties afgezet tegen de resultaatafspraken. De leidinggevende geeft in de slotconclusie van de conceptbeoordeling helder en ondubbelzinnig weer wat zijn/haar eindoordeel is over het functioneren van de medewerker en welke (rechtspositionele) gevolgen de beoordeling voor de medewerker heeft. De medewerker ontvangt minimaal één week voor het geplande beoordelingsgesprek een kopie van de conceptbeoordeling van de leidinggevende.
Tijdens het beoordelingsgesprek geeft de leidinggevende de medewerker een toelichting op de inhoud en slotconclusie van de conceptbeoordeling. De leidinggevende geeft de medewerker de gelegenheid zijn/haar zienswijze over de inhoud van de beoordeling te geven. De leidinggevende kan naar aanleiding van de besproken argumenten de inhoud van de conceptbeoordeling wijzigen.
Artikel 9 Kenbaar maken bedenkingen
De medewerker kan binnen twee weken na de datum van het beoordelingsgesprek – ondanks de besproken argumenten - zijn schriftelijke bedenkingen over de beoordeling melden aan de leidinggevende en de naast hogere leidinggevende. De medewerker moet concreet aangeven waarom het oordeel over zijn/haar functioneren onjuist is.
Als de naast hogere leidinggevende na het gesprek vindt dat de beoordeling niet volgens de bepalingen uit deze regeling tot stand is gekomen, dan wel als hij/zij twijfelt aan de inhoudelijke juistheid, moet de leidinggevende binnen twee weken na het gesprek over de schriftelijke bedenkingen een nieuw evaluatiegesprek plannen en de beoordeling daarin bespreken.
De medewerker die het niet eens is met zijn beoordeling kan na de bedenkingenprocedure een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Meer informatie over bezwaar en beroep staat op het Intranet, producten en diensten, A t/m Z.
Alle verslagen en alle daarmee samenhangende informatie uit de personeelsgesprekken blijft in het bezit van de leidinggevende. De originele volledig ingevulde en voor akkoord of voor gezien ondertekende beoordeling, formulieren en verbeterplan worden gearchiveerd in het digitale personeelsdossier.
Artikel 13 Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP)
Bij het opstellen van een POP (zie hoofdstuk 17 van de CAR-UWO en de Regeling opleiden, ontwikkelen en studiefaciliteiten) volgen medewerker en leidinggevende de volgende procedure: