Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening De Ronde Venen 2014 |
Citeertitel | Wegsleepverordening De Ronde Venen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2014 | 05-10-2015 | Nieuwe regeling | 30-10-2014 Gemeenteblad, 7-11-2014 nr. 63268 | Onbekend |
De raad van de gemeente De Ronde Venen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
De kosten van het overbrengen en bewaren van een voertuig bedragen per tariefonderdeel (exclusief BTW);
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in de artikelen 130, vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad van De Ronde Venen van 30 oktober 2014.
de griffier, de voorzitter,
Toelichting op Wegsleepverordening gemeente De Ronde Venen 2014
Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen
Het uitvoeren van de wegsleepregeling is geen bevoegdheid meer van de burgemeester, maar van het gehele college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:
Als wegen en weggedeelten waar op grond van de landelijke wegsleepregeling kan worden weggesleept zijn nu aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente De Ronde Venen voor zover die behoren tot één van de in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen bedoelde wegen en weggedeelten. In de artikelsgewijze toelichting zijn onder artikel 2 deze wegen en weggedeelten expliciet genoemd.
In zowel de oude als de nieuwe regeling geldt dat een voertuig niet zonder meer kan worden weggesleept wanneer aan één van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Wanneer een geval als minder urgent moet worden beschouwd kan doorgaans worden volstaan met het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar.
Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang
Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (het laten wegslepen en bewaren van het voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.
Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Het is echter wel noodzakelijk de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik gemaakt wordt van de bestuursdwangbevoegdheid. Dit in verband met eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, betreft: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens en is dus ruim geformuleerd. Al deze voertuigen vallen daarom onder de werking van de wegsleepverordening. (Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg (artikel 5.1.12). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.1.12 van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.)
Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de Rondeveense wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
In dit artikel worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente De Ronde Venen aangewezen als toepassingsgebied van de wegsleepverordening. Dat houdt in dat geparkeerde voertuigen kunnen worden verwijderd van de trottoirs, voor garagedeuren en in- en uitritconstructies alsmede van alle andere plaatsen waar sprake is van de noodzaak tot verwijdering in het belang van de veiligheid op de weg (art. 170, eerste lid, onder a WVW 1994) of het belang van de vrijheid van het verkeer (art. 170, eerste lid, onder b WVW 1994). In de regel zijn dit de plaatsen waar een voertuig niet behoort te worden geparkeerd.
In artikel 170 eerste lid onder c juncto artikel 2 van het Besluit is ook aangegeven dat een voertuig in het belang van het vrijhouden van bepaalde wegen en weggedeelten kan worden weggesleept, wanneer deze zijn aangewezen in de gemeentelijke wegsleepverordening en behoren tot de wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit.
Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. Bij de berekeningen van de prijzen hanteert het berging- en takelbedrijf de indexering volgens “CPI-laag”.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.
Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X.Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom zijn in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.