Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Gouda

subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Gouda
Officiële naam regelingsubsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid
Citeertitelsubsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Gouda 2003, art. 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201527-07-2016art. 1, 4, 5, 7, 8, 9, 10

22-09-2015

Gemeenteblad, 2015 nr. 90466

21
16-10-201401-10-2015Nieuwe regeling

07-10-2014

Gemeenteblad, 16 oktober 2014

898862

Tekst van de regeling

Intitulé

Burgemeester en wethouders van Gouda

Gelezen het advies met voorstelnummer 898862;

Gelet op artikel 7 Algemene subsidieverordening Gouda 2003

besluiten:

vast te stellen de volgende subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

Kinderopvangorganisatie: rechtspersoon die een peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf in stand houdt;

LEA: het lokale educatieve overleg tussen gemeente en besturen van het primair- en voortgezet onderwijs en van het middelbaar beroepsonderwijs;

OABsubsidie: subsidie ter uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid;

OnderwijsAdvies: adviesbureau op de gebieden onderwijs, opvoeding en zorg;

Schakelklas: een jaar extra ondersteuning voor leerlingen met grote taalachterstanden in de vorm van een deeltijdklas in plaats van de reguliere lessen;

Schakelklassubsidie: subsidie voor de aanbieding van een schakelklas;

Schoolgewichten: de belangrijkste voorspeller voor het ontstaan van onderwijsachterstanden is het opleidingsniveau van de ouders. De factor opleidingsniveau kent twee verschillende ‘zwaartes’ of gewichten. Zo ontvangt de school voor een leerling waarvan de ouders maximaal twee jaar voortgezet onderwijs hebben gevolgd 30% (gewicht is 0,30) extra financiering boven op het reguliere budget, voor leerlingen van ouders met maximaal basisonderwijs ontvangt een school 120 % (gewicht 1.20) boven op het reguliere budget.

Subsidieaanvraag: een aanvraag om voor OAB-subsidie in aanmerking te komen. Voor de aanvraag VVE en Schakelklas is een format ontwikkeld, dat ingevuld alle noodzakelijke informatie voor eventuele subsidieverlening bevat;

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE):programma’s met als doel de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. De programma’s worden zowel in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf aangeboden als in de eerste twee groepen van de basisschool.

VVE punt: samenwerkingsverband tussen de Federatie Brede School en de GGD Hollands Midden voor coördinerende taken op het gebied van VVE;

VVE subsidie: subsidie voor de aanbieding van een VVE programma;

Werkgroep kinderopvang: werkgroep van de LEA, bestaande uit gemeente, primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalenen andere organisaties die zich bezig houden met VVE, waarin thema’s met betrekking tot het beleid rond voorschoolse voorzieningen en VVE worden besproken.

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doelstelling om onderwijsachterstanden te signaleren en te bestrijden. Hierbij heeft het opzetten en uitvoeren van voorschoolse educatie en schakelklassen prioriteit. Uit het resterende budget (het overig deel) worden activiteiten gesubsidieerd met als doel kinderen te ondersteunen die door hun opvoeding of omgeving onvoldoende zijn voorbereid op het leren op school of tijdens hun schoolloopbaan onvoldoende gestimuleerd worden waardoor zij een verhoogd risico lopen op taal- of andere onderwijsachterstanden.

Artikel 3 Algemene toekenningscriteria

Schoolbesturen, kinderopvanginstellingen, peuterspeelzalen en maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk met aantoonbare ervaring in het organiseren van activiteiten gericht op het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstandenkunnen voor OAB subsidie in aanmerking komen voor zover:

  • a.

    met de activiteiten zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de feitelijke onderwijsachterstand van leerlingen/kinderen;

  • b.

    bij peuterspeelzalen en kinderdagverblijven het accent ligt op het vroegtijdig opsporen en aanpakken van ontwikkelingsachterstanden, bij scholen het accent primair ligt op het vroegtijdig opsporen en aanpakken van taalachterstanden;

  • c.

    er voor dit doel geen ander (toereikend) budget beschikbaar is;

  • d.

    er voor dit doel geen andere instelling is, die al een dekkend aanbod verzorgt.

Artikel 4 Subsidie VVE en VVE punt

  • 1.

    Kinderopvangorganisaties, die een VVE programma aanbieden aan een groep waarin kinderen met een VVE indicatie zitten en die in 2015 VVE subsidie op grond van dit artikel hebben ontvangen, kunnen voor maximaal 40 weken VVE subsidie in aanmerking komen voor zover:

    • a.

      het VVE programma een erkend VVE programma is;

    • b.

      alle onderdelen van het VVE programma worden uitgevoerd, dan wel dat een plan wordt ingediend hoe dit gerealiseerd wordt;

    • c.

      er afstemming is met het VVE punt;

    • d.

      er afstemming is met, en overdracht naar, het basisonderwijs;

    • e.

      wordt voldaan aan de geldende wettelijke eisen;

    • f.

      er pedagogisch medewerkers op de groep staan met het gewenste taalniveau: mondelinge- en leesvaardigheden 3F en schriftelijke vaardigheden 2F; 90% voldoet hieraan per 01-01-2016 en 100% voldoet hieraan per 01-01-2017;

    • g.

      het VVE programma wordt in ieder geval gestart vanaf twee jaar en negen maanden, een pre VVE programma kan worden gestart vanaf twee jaar voor twee dagdelen per week.

  • 2.

    Er worden maximaal 27 VVE groepen gesubsidieerd. De VVE subsidie wordt toegekend aan de kinderopvangorganisaties, die in 2015 VVE subsidie op grond van dit artikel hebben ontvangen. Al deze kinderopvangorganisaties komen in aanmerking voor VVE subsidie voor minimaal één VVE groep. Om in aanmerking te komen voor VVE subsidie voor meer VVE groepen geldt de volgende verdeelsleutel: het aantal aanwezige VVE kinderen per kinderopvangorganisatie volgens de telling in oktober 2014 gedeeld door zes is het maximale aantal VVE groepen per kinderopvangorganisatie die voor VVE subsidie in aanmerking kunnen komen. Vanaf zes na de komma wordt naar boven afgerond.

  • 3.

    De VVE subsidie is genormeerd en bedraagt totaal € 35.000,00 per VVE groep. Dit normbedrag voorziet in de volgende kosten:

    - per VVE groep: de aanstelling van twee pedagogisch medewerkers voor 15 uur per week: € 30.000,00

    - materiaal, bijscholing en coaching: € 5.000,00

    Buiten dit normbedrag kan er subsidie worden aangevraagd voor inkomstenderving door lagere ouderbijdragen voor VVE kinderen. Inkomstenderving wordt berekend aan de hand van het laagst berekende tarief van de desbetreffende kinderopvangorganisatie. Het verschil tussen dit laagste tarief en de ouderbijdrage VVE (volgens adviestabel VNG) is de inkomstenderving. De VVE subsidieaanvraag geschiedt door middel van het door de gemeente Gouda vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4.

    Het VVE punt komt voor subsidie in aanmerking met betrekking tot:

    • a.

      informatievoorziening;

    • b.

      toeleidingsactiviteiten;

    • c.

      coördinatie en afstemming;

    • d.

      evaluatie en monitoring;

    • e.

      coördinatie aanvullende VVE projecten.

  • 5.

    Voor de subsidieaanvragen van het VVE punt is geen aanvraagformulier. Deze aanvraag omvat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, doelgroep, plaats, frequentie en duur, organisaties waarmee samengewerkt gaat worden en verwacht aantal deelnemers;

    • b.

      een gespecificeerde begroting waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie zij verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder a. bedoelde activiteiten en wat eventueel de deelnemersbijdrage en de bijdrage van andere organisaties is.

Artikel 5 Subsidie schakelklas en Onderwijsadvies

  • 1. Schoolbesturen kunnen voor het primair onderwijs voor schakelklassubsidie in aanmerking komen voor de scholen die in 2015 schakelklassubsidie op grond van dit artikel hebben ontvangen, indien:

    • a.

      de doelgroep bestaat uit leerlingen met een taalachterstand van minimaal één jaar. Voor de selectie van de leerlingen wordt als richtlijn gebruik gemaakt van de lijst met criteria van OnderwijsAdvies, die ieder jaar met het evaluatieverslag wordt toegestuurd;

    • b.

      ouders van aan de schakelklas deelnemende kinderen een contract ondertekenen en aan hen een ouderprogramma wordt aangeboden;

    • c.

      programmaonderdelen van de schakelklas zoveel mogelijk aansluiten op het reguliere onderwijs, maar het accent ligt op taalontwikkeling;

    • d.

      de doelgroep minimaal acht uur per week les krijgt in een schakelklas gedurende het schooljaar. Hier hoort vier uur voorbereidingstijd voor de school bij;

    • e.

      aan de schakelklas minimaal zes en maximaal vijftien leerlingen per schooldeelnemen;

    • f.

      de school de leerlingen aanmeldt bij, en deelneemt aan, de monitoring door OnderwijsAdvies;

    • g.

      de schakelklasleerkracht deelneemt aan intervisiebijeenkomsten met OnderwijsAdvies;

    • h.

      de school deelneemt aan de jaarlijkse evaluatiebijeenkomst met de gemeente en OnderwijsAdvies;

  • 2. Het maximum aantal toe te kennen schakelklassubsidies per school is afhankelijk van het aantal 0.30 en 1.20 schoolgewichten, gebaseerd op de telling van 1 oktober 2014. De volgende formule wordt toegepast: 0,5 x het aantal 0.30 gewichten + het aantal 1.20 gewichten per BRIN nummer. Is dit getal:

    • -

      kleiner dan 20: maximaal één schakelklassubsidie

    • -

      groter dan of gelijk aan 20 en kleiner dan 40: maximaal twee schakelklassubsidies

    • -

      groter dan of gelijk aan 40 en kleiner dan 60: maximaal drie schakelklassubsidies

    • -

      groter dan of gelijk aan 60 en kleiner dan 80: maximaal vier schakelklassubsidies

    • -

      groter dan of gelijk aan 80 en kleiner dan 100: maximaal vijf schakelklassubsidie

    • -

      groter dan of gelijk aan 100: maximaal zes schakelklassubsidies

  • 3. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • -

      per schakelklas: de aanstelling van een deeltijd schakelklasleerkracht voor twaalf uur per week;

    • -

      voor één tot en met drie schakelklassubsidies: maximaal één ouderprogramma;

    • -

      voor vier tot en met zes schakelklassubsidies: maximaal twee ouderprogramma’s.

      Voor de aanstelling van een deeltijd schakelklasleerkracht wordt

      € 18.460,00 toegekend en voor een ouderprogramma € 4.345,00.

  • 4. De schakelklassubsidieaanvraag geschiedt door middel van het door de gemeente Gouda vastgestelde aanvraagformulier.

  • 5. OnderwijsAdvies komt in aanmerking voor subsidie voor de volgende kosten:

    • -

      ondersteuning van schakelklasleerkrachten bij selectie van leerlingen, opstellen en uitvoeren van het curriculum en evaluatie;

    • -

      scholing- en intervisiebijeenkomsten;

    • -

      opstellen en uitvoeren van de monitor;

    • -

      inhoudelijke ondersteuning projectgroepbijeenkomsten. Voor de subsidieaanvragen van OnderwijsAdvies is geen aanvraagformulier, artikel 4, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Subsidie overige activiteiten

  • 1. De toekenningscriteria in artikel 3 zijn van toepassing.

  • 2. De aanvraag omvat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, doelgroep, plaats, frequentie en duur, organisaties waarmee samengewerkt gaat worden en verwacht aantal deelnemers;

    • b.

      een gespecificeerde begroting waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder a. bedoelde activiteiten en wat eventueel de deelnemersbijdrage en de bijdrage van andere organisaties is;

    • c.

      indien voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd worden de geldige statuten overgelegd met het nummer van de Kamer van Koophandel.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor deze regeling wordt door het college vastgesteld en bekend gemaakt. Voor reserveringen, waaruit lopende het boekjaar subsidies kunnen worden aangevraagd, kunnen aparte deelsubsidieplafonds worden vastgesteld door het college.

  • 2. Zodra vaststaat dat een verlaging van het subsidieplafond noodzakelijk is, wordt dit vastgesteld en bekendgemaakt. Dit kan gevolgen hebben voor de toekenning van de aangevraagde subsidies voor het volgende boekjaar.

Artikel 8 Verdelingsregels

  • 1. Indien het beschikbare budget niet toereikend is om alle aanvragen te honoreren hanteert de gemeente Gouda onderstaande verdelingsregels.

  • 2. Subsidieaanvragen voor VVE, het VVE punt, schakelklassen en OnderwijsAdvies op grond van de artikelen 4 en 5 hebben prioriteit boven subsidieaanvragen voor overige activiteiten op grond van artikel 6.

  • 3. Bij subsidieaanvragen voor overige activiteiten op grond van artikel 6 worden de volgende prioriteiten gesteld:

    • a.

      activiteiten die zijn ontplooid in de voorgaande jaren, en die zijn gesubsidieerd op grond van artikel 6, krijgen voorrang boven nieuwe activiteiten;

    • b.

      daarna krijgen school- of instellingsoverstijgende activiteiten voorrang boven school- of instellingsgebonden activiteiten.

Artikel 9 Subsidiecyclus

De volgende data en termijnen zijn van toepassing:

  • 1.

    Subsidieaanvragen dienen uiterlijk 1 november van het jaar vooruitlopend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend te zijn, tenzij het gaat om aanvragen uit reserveringen, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid. De aanvraag wordt ingediend bij het college van Burgemeester en wethouders van Gouda, ter attentie van de afdeling Maatschappelijk Beleid, Postbus 1086, 2800 BB te Gouda.

  • 2.

    Subsidieaanvragen die na 1 november worden ingediend worden alleen in behandeling genomen als er middelen over zijn nadat toekenning van middelen op basis van subsidieaanvragen die uiterlijk 1 november zijn ingediend heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Subsidieaanvragen worden in de LEA besproken. Over subsidies, die na bespreking in de LEA zijn aangevraagd en toegekend, wordt de LEA achteraf geïnformeerd.

  • 4.

    Subsidie wordt per kalenderjaar verleend. De bekendmaking van het besluit geschiedt vóór het begin van het tijdvak waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 5.

    De bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Gouda 2003 en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit met betrekking tot de subsidievaststelling zijn van toepassing, met dien verstande dat, indien van toepassing, de vaststellingsaanvraag, voor 1 maart van het op het subsidietijdvak volgende jaar moet worden ingediend, waarbij voor het indienen van de accountantsverklaring uitstel kan worden verleend tot 15 mei van het op het subsidietijdvak volgende jaar. Aan schoolbesturen kan uitstel worden verleend voor het indienen van de accountantsverklaring tot 1 juli van het op het subsidietijdvak volgende jaar. Voor de verantwoording van VVE en schakelklassen wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde verantwoordingsformulier, dit geldt niet voor de verantwoording van het VVE punt en OnderwijsAdvies.

Artikel 10 Overgangsrecht

De wijzigingen zijn van toepassing op de subsidieaanvragen voor 2016.

Artikel 11 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid’

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt de dag na bekendmaking in werking.

Aldus besloten in de vergadering van

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, burgemeester

, secretaris

Toelichting

Algemeen

De gemeente is wettelijk verplicht om onderwijsachterstandenbeleid te maken en uit te voeren, in overleg met de besturen van scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen. Het rijk verstrekt hiertoe een specifieke uitkering.

Op grond van art.168a Wet op het primair onderwijs verstrekken burgemeester en wethouders de middelen die de gemeente als specifieke uitkering van het rijk ontvangt aan de rechtspersonen die daarvoor in aanmerking komen.

Teneinde deze middelen op transparante wijze te verstrekken is de Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid opgesteld. De subsidieregeling kan gezien worden als een nadere uitwerking van het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid.

Artikelsgewijs

Toelichting artikel 5, derde lid

Het maximum aantal toe te kennen schakelklassubsidies wordt gerelateerd aan de schoolgewichten per BRIN nummer. Dit wordt geacht het meest objectieve criterium te zijn om een onderscheid tussen scholen op te baseren. Het ministerie hanteert bij de toekenning van de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid het aantal schoolgewichten per gemeente.