Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde van de raad |
Citeertitel | Reglement van Orde van de raad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-09-2014 | Nieuwe regeling | 02-09-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 80 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de gemeenteraad op 2 september 2014 heeft vastgesteld
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
onder in trekking het Reglement van orde van de gemeenteraad van Eindhoven 2010 zoals vastgesteld bij raadsbesluit op 4 maart 2014 en gewijzigd op 18 februari 2014;
Hoofdstuk 2. Toelating van nieuwe leden; fracties.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 2. Orde van de vergadering.
Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
De leden en de wethouders spreken bij voorkeur vanaf het daartoe bestemde spreekgestoelte en richten zich tot de voorzitter.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen.
Artikel 21. Primus bij hoofdelijke stemming.
Indien de voorzitter of een van de leden een hoofdelijke stemming verlangt, deelt de voorzitter mee, bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 22. Algemene bepalingen over stemming.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
De hoofdelijke stemming kan door gebruikmaking van een elektronisch stemsysteem worden gehouden. In dat geval blijven lid 5 en lid 7 buiten werking en brengen de leden hun stem uit door “voor” of “tegen” te stemmen middels een stemkastje. De uitslag van de stemming wordt openbaar gemaakt waarbij is vermeld welke leden “voor” en welke leden “tegen” hebben gestemd.
Bij gebruik van het elektronisch stemsysteem is het in afwijking van lid 8 niet mogelijk de vergissing nog te herstellen. Wel kan het lid, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 24. Stemming over personen.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden
Paragraaf 5. Besloten vergaderingen.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 30. Opheffing geheimhouding.
Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, of artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.
Hoofdstuk 4. Rechten van leden.
Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Ook kan hij voorstellen, een geagendeerde voorgestelde beslissing in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 37. Schriftelijke vragen.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen vier weken, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Per vraag van een raadslid wordt een tijdsduur uitgetrokken voor de vraag en het antwoord van 5 minuten. De maximaal beschikbare tijdsduur voor mondelinge vragen en de antwoorden daarop in het kader van dit artikel bedraagt 30 minuten. De voorzitter kan in overleg met de raad aan het begin van de vergadering een andere tijdsduur voor het vragenhalfuur vaststellen. Vragen die niet binnen de vastgestelde tijdsduur behandeld kunnen worden, zullen door de verantwoordelijke wethouder worden beantwoord in de eerstvolgende vergadering van de commissie waar het onderwerp van de vraag in thuis hoort.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 3 x 24 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
Bij de aanvang van de eerstvolgende raadsvergadering stelt de voorzitter het verzoek tot het houden van een interpellatie aan de orde. Hij geeft de eerste ondertekenaar van het verzoek de gelegenheid om een procedurele toelichting te geven. Vervolgens worden de fracties in één termijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over de behandeling van het verzoek mede te delen.