Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater |
Citeertitel | Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2014 | Nieuwe regeling | 08-09-2014 | 9 |
De raad der gemeente Tubbergen
gelet op artikel 10.32a Wet Milieubeheer en artikel 154 van de Gemeentewet;
dat de gemeenteraad van Tubbergen het Gemeentelijk Rioleringsplan Tubbergen en Dinkelland 2013-2018 heeft vastgesteld waarin is gesteld dat vermenging van schone afvalwaterstromen zoals hemelwater en grondwater met vuil afvalwater, overeenkomstig de in artikel 10.29a van de Wet milieubeheer vastgelegde voorkeursvolgorde voor de behandeling van afvalwater, zoveel mogelijk moet worden teruggedrongen;
dat artikel 10.32a van de Wet milieubeheer de gemeenteraad de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een openbaar vuilwaterriool en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een openbaar vuilwaterriool;
Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater
Artikel 2 Plicht tot afkoppelen
De beheerder kan door middel van een aanwijzingsbesluit een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is hemelwater te lozen in een openbaar vuilwaterriool. Eenzelfde gebiedsaanwijzing kan door de beheerder worden gedaan ten aanzien van het vrijkomende grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen.
Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.