Overheidsorganisatie | Provincie Noord-Brabant |
---|---|
Officiële naam regeling | Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant |
Citeertitel | Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | natuur en landschap, subsidies, financieel kader |
Geen.
Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2015 | 13-05-2015 | art. 23 | 10-02-2015 | S0294627 | |
27-11-2014 | 20-02-2015 | art. 23 | 25-11-2014 | S0291624 | |
10-10-2014 | 27-11-2014 | nieuwe regeling | 07-10-2014 | 3675591 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 Brabant: Uitnodigend Groen, de provinciale natuur en landschapsvisie 2012-2022 hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 1 april 2014 het deelprogramma Natuur en Samenleving hebben vastgesteld als uitwerking van de provinciale natuur en landschapsvisie 2012-2022;
Overwegende dat de provincie investeringen van burgers en ondernemers in natuur wil stimuleren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de te subsidiëren projecten van paragraaf 1 en 3 het Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid , van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (PbEU 2012, L 7) van toepassing verklaren;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
biodiversiteit: graad van verscheidenheid van flora en fauna in een gebied;
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;
niet economische dienst van algemeen belang: dienst die niet economisch van aard is en die van algemeen belang wordt geacht;
dienst van algemeen economisch belang: dienst zoals bedoeld in artikel 106 tweede lid van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (2012C 326/01) en in de mededeling van de Commissie (2012C 8/02) van 11 januari 2012 betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;
ecologische hoofdstructuur: samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
natuur: geheel van planten en dieren in hun natuurlijke omgeving;
onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:
ondernemingen met een doelstelling gericht op natuur;
maatschappelijke organisaties die rechtspersoonlijkheid bezitten;
terreinbeherende organisaties.
1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
de aanleg van nieuwe natuur;
het opstellen en uitvoeren van een plan betreffende nieuwe bronnen van inkomsten die ten goede komen aan het beheren van natuur en landschap;
het opstellen en uitvoeren van een plan betreffende nieuwe bronnen van inkomsten die ten goede komen aan het verbeteren van de kwaliteit van natuur en landschap.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.
1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
aan de aanvraag liggen ten grondslag:
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
een sluitende en realistische begroting met onderbouwing.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen voldaan aan een van de volgende vereisten:
het project kan worden aangemerkt als niet economische dienst van algemeen belang;
de subsidieaanvrager beschikt over een aanwijzingsbesluit dienst van algemeen economisch belang en het project voldoet aan de voorwaarden van het aanwijzingsbesluit;
de subsidieaanvrager voldoet aan de voorwaarden van de de-minimisverordening.
3 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder a, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:
de nieuwe natuur wordt aangelegd buiten de ecologische hoofdstructuur;
de nieuwe natuur wordt aangelegd buiten de kavel waarop een woonhuis is gelegen;
het areaal nieuwe natuur bedraagt ten minste tweeënhalve hectare.
4 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder b, in aanmerking te komen voldaan aan het vereiste dat er sprake is van nieuwe bronnen van inkomsten die worden besteed aan het beheer van de natuur, tot uitdrukking komend in een projectplan met een analyse van financiële risico’s en kansen.
5 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder c, in aanmerking te komen voldaan aan het vereiste dat er sprake is van nieuwe bronnen van inkomsten die worden besteed aan de verbetering van de biodiversiteit tot uitdrukking komend in een projectplan met een analyse van financiële risico’s en kansen.
1 Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
loonkosten van medewerkers die direct bij de uitvoering van het project betrokken zijn;
loonkosten van deskundigen;
kosten voor onderzoek en gelijkwaardige diensten van kennisinstituten die uitsluitend voor het project worden gebruikt;
kosten voor publiciteit en communicatie.
2 Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 150.000.
1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 50.000.
2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.
3 Indien de subsidieaanvrager gebruik maakt van de-minimissteun mag, onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 dat over een periode van drie belastingjaren door bestuursorganen is verstrekt, niet worden overschreden.
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
1 De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;
het project wordt gerealiseerd voor 31 maart 2016;
de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;
bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.
2 De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 maart 2016 kan worden gerealiseerd.
4 Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.
1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.
2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.
3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;
groene structuur: netwerk van groene elementen door stedelijk gebied en landelijk gebied;
leefgebied van de bij: gebied dat voldoet aan de ecologische vereisten van de bij;
onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen.
1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op verbetering van het leefgebied van de bij door:
inrichtingsmaatregelen;
verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;
kennisontwikkeling en kennisuitwisseling ten behoeve van de imkerpraktijk.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.
1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 18 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
aan de aanvraag liggen ten grondslag:
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 18, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
het desbetreffende leefgebied sluit aan op een groene structuur;
er is sprake van een toename van het aantal inheemse drachtplanten van minimaal een kwart hectare, niet noodzakelijkerwijs aaneengesloten of er is sprake van andere voorzieningen die ten goede komen aan het leefgebied.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidies als bedoeld in artikel 18 de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
kosten voor de aanleg van inrichtingen;
kosten voor planontwikkeling tot een maximum van 30% van de subsidiabele kosten;
kosten voor kennisontwikkeling of kennisverspreiding.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 18, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 375.830.
1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 18, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.
2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.
3 Onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, wordt indien de subsidieaanvrager een onderneming is en aan hem reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;
het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2015;
de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden.
De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.
In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2015 kan worden gerealiseerd.
Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.
1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
1 Bij subsisidie van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.
2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.
3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
niet economische dienst van algemeen belang: dienst die niet economisch van aard is en die van algemeen belang wordt geacht;
dienst van algemeen economisch belang: dienst zoals bedoeld in artikel 106 lid 2 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (2012C 326/01) en in de mededeling van de Commissie (2012C 8/02) van 11 januari 2012 betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen met als doelstelling natuur.
1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:
het werven van vrijwilligers voor natuur of landschap;
het waarderen van bestaande vrijwilligersgroepen voor natuur of landschap.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.
1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 32 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
de activiteiten worden uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
de activiteiten kunnen worden aangemerkt als niet economische dienst van algemeen belang of de subsidieaanvrager beschikt over een aanwijzingsbesluit dienst van algemeen economisch belang en de activiteiten voldoen aan de voorwaarden van het aanwijzingsbesluit;
aan de aanvraag liggen ten grondslag:
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 32, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
er worden minimaal dertig vrijwilligers geworven;
er is sprake van een verbreding van de groep vrijwilligers;
naast de bestaande wijze van organiseren van vrijwilligers wordt een nieuwe organisatievorm ontwikkeld die aansluit bij de nieuwe doelgroep;
het project voorziet in het verhogen van kennis of verschaffen van benodigdheden van de nieuwe vrijwilligers.
3 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 32, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
het project voorziet in het verhogen van kennis of verschaffen van benodigdheden van bestaande vrijwilligersgroepen;
het project draagt bij aan het voortbestaan van de vrijwilligersgroepen;
er worden minimaal 100 vrijwilligers bereikt.
1 Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
loonkosten van medewerkers die direct bij de uitvoering van het project betrokken zijn;
kosten voor publiciteit en communicatie;
kosten voor apparatuur;
kosten voor vrijwilligers:
tot 23 jaar, maximaal € 2,50 per uur tot een maximum van € 150 per maand en € 1.500 per jaar;
van 23 jaar en ouder, maximaal € 4,50 per uur tot een maximum van € 150 per maand en € 1.500 per jaar.
2 Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 32, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 100.000.
1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 32, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.
2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
1 De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;
het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2015;
de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;
bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.
2 De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2015 kan worden gerealiseerd.
4 Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.
1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.
2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.
3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
In deze paragraaf wordt verstaan onder groen burgerinitiatief: initiatief van individuele of groepjes burgers die zich inzetten voor de groene omgeving.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door gemeenten.
1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
het stimuleren van nieuwe groene burgerinitiatieven;
het versterken van bestaande groene burgerinitiatieven.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.
1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 46 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
ten minste de helft van het te verlenen subsidiebedrag wordt besteed aan fysieke vergroening van de buitenruimte;
aan de aanvraag liggen ten grondslag:
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 46, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
het project draagt bij aan de continuïteit van het groene burgerinitiatief;
het project draagt bij aan de biodiversiteit.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
kosten voor inhuur van medewerkers ten behoeve van de uitvoering van het project;
kosten voor de uitvoering van het project;
kosten voor publiciteit en communicatie;
kosten voor apparatuur voor zover zij ten goede komen aan het burgerinitiatief.
Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.
In afwijking van artikel 49 komen kosten voor regulier groenonderhoud in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 15 december 2014.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 46, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 15 december 2014, vast op € 300.000.
1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 46, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 30.000.
2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
1 De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;
het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2015;
de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;
bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.
2 De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2015 kan worden gerealiseerd.
4 Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.
1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.
2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.
3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
ommetje: korte wandeling door het buitengebied gelegen aan de rand van een stad of dorp;
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
het verbinden of aanleggen van ommetjes;
inrichtingen waardoor ommetjes gebruikt kunnen gaan worden of beter gebruikt kunnen worden voor medische doeleinden, sportinitiatieven of natuurbeleving voor jong en oud.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.
1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 60 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
aan de aanvraag liggen ten grondslag:
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
een communicatieplan, waaruit blijkt op welke wijze de burger wordt betrokken bij en geïnformeerd over het ommetje;
de wijze waarop het onderhoud van het ommetje de komende vijf jaar wordt geregeld;
een sluitende en realistische begroting met onderbouwing.
2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 60, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
indien er sprake is van het verbinden van een ommetje, wordt het bestaande ommetje met minimaal twee andere wandelpaden in de omgeving verbonden;
indien er sprake is van de aanleg van een ommetje, bedraagt de lengte minimaal een kilometer en heeft het ommetje aan twee kanten een directe verbinding met een woonwijk.
3 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 60, onder b, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:
er is sprake van de aanleg van fysieke voorzieningen ten behoeve van de opwaardering van het ommetje;
er is minimaal een partij bij betrokken die een binding heeft met sport, de zorgsector of natuurbeleving voor jong en oud.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
loonkosten van medewerkers die direct bij de uitvoering van het project betrokken zijn;
kosten voor publiciteit en communicatie;
kosten voor inrichting.
Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 60, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 120.000.
1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 60, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 50.000.
2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.
3 Onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, wordt indien de subsidieaanvrager een onderneming is en aan hem reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
1 De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;
het project wordt gerealiseerd voor 1 april 2016;
de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;
bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.
2 De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 1 april 2016 kan worden gerealiseerd.
4 Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.
1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.
2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.
3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
Gedeputeerde Staten zenden in 2016 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant.
’s-Hertogenbosch, 7 oktober 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger