Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal
CiteertitelVerordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk, zorg en inkomen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt participatieverordening Wmo gemeente Voerendaal

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 2.1.3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 met in achtneming van art. 84 en 150 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-10-2014Nieuwe Regeling

25-09-2014

Weekblad Gezien, 8 oktober 2014

2014 / 8 / 8

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal

De raad van de gemeente Voerendaal

gelet op artikel 2.1.3. lid 3 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en met inachtneming van artikelen 84 en 150 van de Gemeentewet;

B e s l u i t:

vast te stellen de

"Verordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal".

 

Paragraaf 1: Algemeen

Artikel 1 begripsbepalingen

  • a.

    cliënten belanghebbenden zoals bedoeld binnen de taakvelden wonen, welzijn, zorg, werk en inkomen;

  • b.

    college het college van burgemeester en wethouders van Voerendaal;

  • c.

    maatschappelijk platform het adviesorgaan dat college en gemeenteraad adviseert met betrekking tot het beleid en uitvoering inzake de beleidsvelden wonen, welzijn, zorg, werk of inkomen;

  • d.

    raad de gemeenteraad van Voerendaal.

Artikel 2 doelstelling

  • 1.

    Het doel van burger- en cliëntenparticipatie is dat burgers invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van wonen, welzijn, zorg, werk of inkomen.

  • 2.

    Er is een maatschappelijk platform om gestalte te geven aan de wettelijke verplichting van burger- en cliëntenparticipatie.

  • 3.

    Met de instelling van een Maatschappelijk platform wordt beoogd meerwaarde te bereiken inde kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente Voerendaal op de taakvelden wonen, welzijn, zorg, werk of inkomen.

Artikel 3 de voorzitter

  • 1.

    Het voorzitterschap van het maatschappelijk platform berust bij een door het college benoemde onafhankelijke voorzitter.

  • 2.

    Het maatschappelijk platform kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De zittingsduur van de voorzitter van het maatschappelijk platform is, behoudens tussentijds aftreden, gelijk aan het tijdvak gedurende hetwelk de gemeenteraad zitting heeft.

  • 4.

    De voorzitter van het maatschappelijk platform kan tussentijds op eigen verzoek door het college ontslagen worden.

  • 5.

    De aftredend voorzitter oefent zijn/haar functie uit totdat de opvolger is benoemd.

Artikel 4 taak voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • a.

    het vaststellen van de agenda;

  • b.

    het bepalen van dag en uur van de vergadering;

  • c.

    het leiden van de vergadering;

  • d.

    het vertegenwoordigen van het maatschappelijk platform naar buiten;

  • e.

    hetgeen deze verordening verder opdraagt.

Artikel 5 aanwezigheid gemeenteambtenaren

  • 1.

    De voorzitter van het maatschappelijk platform kan ambtenaren van de gemeente uitnodigen om het overleg bij te wonen teneinde inlichtingen of adviezen te verstrekken.

  • 2.

    De gemeenteambtenaar kan een verzoek indienen bij de voorzitter om het overleg bij te wonen teneinde inlichtingen of adviezen te verstrekken.

Artikel 6 taak secretaris

  • 1.

    Het maatschappelijk platform draagt zelf zorg voor het secretariaat en wijst hiertoe een lid uit haar midden aan.

  • 2.

    De secretaris draagt, onverminderd de verantwoordelijkheid van de voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding, verslaglegging en uitvoering van het overleg van het maatschappelijk platform.

  • 3.

    De secretaris nodigt de ambtenaren uit die het overleg bij dienen te wonen teneinde toelichting,inlichtingen of adviezen te verstrekken.

Artikel 7 tekenen van stukken

Alle van het maatschappelijk platform uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Paragraaf 2: Samenstelling, voordracht, benoeming

Artikel 8 samenstelling

Het maatschappelijk platform bestaat, naast de voorzitter, de secretaris en/of diens plaatsvervanger uit leden die samen een goede afspiegeling vormen van de Voerendaalse samenleving.

Artikel 9 voordracht, benoeming/ontslag, zittingsduur

  • 1.

    Het college benoemt de leden van het maatschappelijk platform.

  • 2.

    Ieder afzonderlijk lid heeft aantoonbare betrokkenheid of kennis van of ervaring met een bepaald onderwerp op het gebied van wonen, welzijn, zorg, werk of inkomen die spelen binnen het Voerendaalse sociale domein. Bij de samenstelling van het maatschappelijk platform is speciale aandacht voor de vertegenwoordiging van de kwetsbare doelgroepen, zoals ouderen, mantelzorgers, geestelijke gezondheidszorg, verstandelijk beperkten, lichamelijk beperkten, jeugd(hulp), WWB, Wajong, WSW, etc. Maar ook een vertegenwoordiging vanuit het oogpunt van leefbaarheid en sociale samenhang, zoals vrijwilligers en het verenigingsleven heeft de aandacht.

  • 3.

    De zittingsduur van de leden van het maatschappelijk platform is, behoudens tussentijds aftreden, gelijk aan het tijdvak gedurende hetwelk de gemeenteraad zitting heeft.

  • 4.

    De leden van het maatschappelijk platform kunnen tussentijds op eigen verzoek door het college ontslagen worden.

  • 5.

    Aftredende leden oefenen hun functie uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.

Artikel 10 faciliteiten

  • 1.

    Het college kent de leden van het maatschappelijk platform in verband met het bijwonen van een formele overlegvergadering maximaal acht maal een onkostenvergoeding toe van € 55,00 per vergadering;

  • 2.

    De voorzitter ontvangt maximaal acht maal een onkostenvergoeding van € 110,00 per vergadering;

  • 3.

    Daarnaast ontvangt het maatschappelijk platform een jaarlijks bij de begroting vast te stellen budget voor evt. te maken onkosten bijvoorbeeld in verband met activiteiten in het kader van deskundigheidsbevordering. Na afloop van een kalenderjaar verantwoordt het maatschappelijk platform de gedane uitgaven;

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan het maatschappelijk platform de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het naar behoren functioneren van het maatschappelijk platform. Het betreft alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm (digitaal of grootletterschrift) aangeleverd;

  • 5.

    Het college zorgt er voor dat het maatschappelijk platform kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren.

Paragraaf 3: Openbaar overleg

Artikel 11 Frequentie, tijd en plaats

  • 1.

    De vergaderingen van het maatschappelijk platform zijn openbaar.

  • 2.

    Het maatschappelijk platform vergadert ten minste 4 keer per jaar. De verantwoordelijk portefeuillehouder zal ter bevordering van de communicatie tussen college en maatschappelijk platform zoveel als mogelijk de vergaderingen bijwonen, doch minimaal 2 maal (voorjaar en najaar), of voorts zo dikwijls de voorzitter en secretaris dit nodig oordelen dan wel 2 leden de wens daartoe met opgave van redenen schriftelijk te kennen hebben gegeven.

  • 3.

    Ten minste een maal per jaar vindt er een overleg plaats tussen het maatschappelijk platform en de gemeenteraad.

  • 4.

    Overleggen worden in den regel in het gemeentehuis gehouden.

  • 5.

    Bij aanvang van het kalenderjaar stelt het maatschappelijk platform een planning op met daarin opgenomen de momenten waarop afstemming, overleg en evaluatie plaatsvindt met portefeuillehouder en gemeenteraad.

Artikel 12 Oproep, agenda en voorstellen

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris stellen in overleg de agenda samen. Ieder lid van het maatschappelijk platform heeft het recht om via de voorzitter een onderwerp op de agenda te plaatsen. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de vergadering vastgesteld.

  • 2.

    De oproeping voor een vergadering vindt schriftelijke plaats en wordt - spoedeisende situatiesuitgezonderd- ten minste 10 dagen vóór het overleg aan de leden toegezonden.

  • 3.

    De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen die in de vergadering behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde zullen worden gesteld.

  • 4.

    De voorzitter zorgt ervoor dat - spoedeisende situaties uitgezonderd- de te behandelen voorstellen bij de oproepingsbrief zijn gevoegd.

  • 5.

    De leden kunnen agendapunten aanleveren. Deze dienen uiterlijk twee werkdagen voor de verzending van de agenda bij het secretariaat aangeleverd te zijn.

  • 6.

    De voorzitter kan agendapunten samenvoegen of niet opnemen. Bij niet-opneming op de agendawordt hiervan bij het overleg melding gemaakt door de voorzitter onder vermelding van de reden.

Artikel 13 opening en quorum

  • 1.

    Het maatschappelijk platform mag niet beraadslagen of besluiten om een advies te geven, indien buiten de voorzitter niet ten minste de helft van het aantal benoemde leden aanwezig is.

  • 2.

    De voorzitter opent de vergadering, nadat is gebleken dat het ingevolge het eerste lid vereiste aantal leden aanwezig is.

  • 3.

    Indien een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaaltde voorzitter met een tussentijd van ten minste 24 uren een nieuwe vergadering. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten.

Artikel 14 besluitenlijst

  • 1.

    Van de vergadering wordt door of namens de secretaris een ontwerpbesluitenlijst opgemaakt.

  • 2.

    Ingeval een advies niet eenstemmig is uitgebracht wordt hiervan in de besluitenlijst melding gemaakt indien zulks wordt verlangd.

  • 3.

    De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt -zo mogelijk- bij de agenda aan de leden toegezonden.

  • 4.

    Bij het begin van de vergadering wordt -zoveel mogelijk- de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

Paragraaf 4: Besloten vergadering

Artikel 15 algemeen

  • 1.

    Een vergadering wordt besloten verklaard, wanneer dit door ten minste 2 van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2.

    Het maatschappelijk platform beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

Artikel 16 bepalingen besloten vergadering

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering.

Artikel 17 besluitenlijst

Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, die niet openbaar wordt

gemaakt, tenzij het maatschappelijk platform anders beslist. De besluitenlijst van een besloten vergadering ligt voor de leden en plaatsvervangend leden ter vertrouwelijke inzage bij de secretaris.

Artikel 18 geheimhouding

  • 1.

    Het maatschappelijk platform beslist of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 2.

    Stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, kunnen bij de secretaris van het maatschappelijk platform worden ingezien door de leden.

Paragraaf 5: Inhoud vergadering

Artikel 19
  • 1.

    In de vergadering worden de navolgende zaken aan de orde gesteld:

    – nieuwe of gewijzigde regelingen;

    – gemeentelijk beleid;

    – hoofdlijnen van uitvoering;

    – maatschappelijke ontwikkelingen.

  • 2.

    Het overleg heeft geen betrekking op:

    – individuele gevals- of klachtenbehandeling

    – door de wet bepaalde onderdelen, maar wel over de mogelijke

    gevolgen.

  • 3.

    Indien de vergadering geen doorgang kan vinden, stelt de secretaris, na overleg met de voorzitter, de leden hiervan onverwijld in kennis.

Artikel 20 Advisering / stemming

  • 1.

    Het maatschappelijk platform adviseert gevraagd en ongevraagd het college van burgemeester en wethouders en gemeenteraad over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijke beleid betreffen ten aanzien van de eerder genoemde taakvelden.

  • 2.

    Indien het college wil komen tot vorming van nieuw beleid, wijziging of evaluatie van beleidwaarvan voor de advisering het maatschappelijk platform betrokken dient te worden, wordt deze tijdig geïnformeerd en geconsulteerd of in de gelegenheid gesteld hierover advies uit te brengen. Het maatschappelijk platform wordt daarbij minimaal 4 weken in de gelegenheid gesteld om een advies aan het college en/of de gemeenteraad uit te brengen.

  • 3.

    Indien het maatschappelijk platform niet tot een eensluidend advies kan komen, kan de voorzitter besluiten tot stemming. Hierbij beslist de meerderheid van stemmen. In het advies wordt evenwel ook aandacht besteed aan het minderheidsstandpunt.

  • 4.

    Bij stemming heeft elk lid één stem. De aanwezige voorzitter heeft geen stem.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 21

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt gehandeld in overeenstemming met het gevoelen van het maatschappelijk platform en de voorzitter.

Artikel 22
  • 1.

    Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat het maatschappelijk platform daarover is gehoord.

  • 2.

    Jaarlijks vindt er aan het einde van het jaar een evaluatie plaats over werkwijze en samenwerking tussen maatschappelijk platform en gemeente. Daarbij worden ook afspraken gemaakt omtrent het budget voor het daarop volgende jaar.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening burger en cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal”.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, na publicatie, in werking op 1 oktober 2014.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 25 september 2014

De Griffier, De Voorzitter.

Algemene toelichting

In deze Verordening is gevolg gegeven aan de opdracht aan het gemeentebestuur om ingevolge artikel 2.1.3. lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 vorm te geven aan burger- en cliëntenparticipatie.

Artikelsgewijs

De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijke toelichting behoeven.

Onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.

Artikel 1 begripsbepaling

Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen.

Artikel 2 doelstelling

Dit artikel omschrijft de doelstelling van de verordening. De verordening beoogt in beginsel geen ruimere

werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij het opnemen van de verplichting tot het regelen

van burger- en cliëntenparticipatie.

Artikel 3 t/m 7

Deze artikelen regelen de taken en bevoegdheden en behoeven geen nadere toelichting.

Artikelen 8 en 9

Deze artikelen spreken voor zich.

Artikel 10 faciliteiten

Voor wat betreft de persoonlijke onkostenvergoeding wordt deze verstrekt in de vorm van een onkosten-

vergoeding voor vrijwilligerswerk (artikel 31 lid 2 sub k WWB). Een dergelijke vergoeding blijft bij de bere-

kening van het recht op bijstand buiten beschouwing. Er kan ten hoogste € 95,00 per maand met een

maximum van € 1500 per jaar (norm 2006) worden vrijgelaten.

In dit artikel van de WWB wordt ten aanzien van de bedragen aangesloten bij de Regeling onkostenver-

goeding vrijwilligers, ex artikel 6, tiende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en deze vergoe-

ding wordt dan ook bij de belastingen buiten beschouwing gelaten.

In deze verordening wordt met de onkostenvergoeding hier ook bij aangesloten.

Artikel 11 t/m 18

Deze artikelen regelen de vergadering en behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 19/20

Deze artikelen geven de beleidsterreinen aan waarbij het maatschappelijk platform wordt betrokken. De fasen waarbij het maatschappelijk platform bij de beleidsterreinen kan worden betrokken zijn:

  • a.

    de voorbereiding van het beleid;

  • b.

    de uitvoering van het beleid;

  • c.

    de evaluatie van het beleid.

Artikel 21 t/m 24

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Verordening Burger- en Cliëntenparticipatie Gemeente Voerendaal 6/6