Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014 |
Citeertitel | Beleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De regeling vervangt het
Handhavingsbeleid 2010
Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 5 Handhaving
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2014 | Nieuwe regeling | 23-09-2014 Overheid.nl > Gemeenteblad, 13 oktober 2014; website gemeente Beuningen, 13 oktober 2014 | BW14.00513 |
Wij zijn wettelijk verplicht een toezicht- en handhavingsbeleid vast te leggen en uit te voeren. Met de invoering van de Wabo in 2010 zijn de kwaliteitscriteria voor toezicht en handhaving vastgelegd. Deze kwaliteitscriteria zijn:
We willen toezicht en handhaving op een andere manier vorm geven: beter passend bij onze wens om Beuningen samen te maken en aansluitend bij de beschikbare capaciteit. Het vorige handhavingsbeleid kende andere uitgangspunten. Dit was rigide en handhaving was gebaseerd op een puntensysteem waar niet van afgeweken kon worden.
Wij blijven toezien op de naleving van regels en in het uiterste geval handhavend optreden. Maar we kunnen niet alle overtredingen signaleren en aanpakken. Onze keuzes, taken en werkwijzen leggen we vast in het nieuwe beleid. Dit toezicht- en handhavingsbeleid vervangt het integraal handhavingsbeleid uit 2010.
Het doel van het toezicht- en handhavingsbeleid is:
Dit handhavingsbeleid is bedoeld voor ruimtelijke ontwikkelingen en voor openbare orde en veiligheid voor de periode 2014-2016. Deze nota gaat niet over handhaving van de sociale wetgeving, de leerplicht of de privaatrechtelijke handhaving. Evenmin gaat het over taken van andere organisaties, zoals het waterschap en de provincie. Wel zijn de taken opgenomen waar een gedeelde verantwoordelijkheid ligt, zoals bij de controle van inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer (bedrijven en instellingen).
2 Voorkomen van illegale situaties
Het voorkomen van illegale situaties is een belangrijke doelstelling van dit toezicht- en handhavingsbeleid. Het is beter te voorkomen dan achteraf te moeten optreden. Het voorkomen van illegale situaties begint met communiceren en goede voorlichting.
1.communicatie via de (sociale) media
De consequenties van nieuwe wet- en regelgeving voor toezicht en handhaving maken we bekend op de website. Voor vragen en informatie kunnen inwoners ook terecht op de website. Daarnaast gebruiken we bij belangrijke informatie en projecten de gemeentepagina’s in de Koerier. Andere (sociale) media die we gebruiken zijn Twitter en Facebook.
2.informatieverstrekking aan de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving
Inwoners kunnen voor informatie terecht bij de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving. Hier beantwoorden we samen met de backoffice vragen en geven we informatie over de ruimtelijke ontwikkeling en openbare ruimte.
3.extra alert te zijn bij nieuw beleid
Bij nieuw beleid geven we bij herhaling informatie en extra advies aan bewoners. Hiermee voorkomen we dat illegale situaties ontstaan. Ook willen we, indien mogelijk, de doelgroep waarvoor het nieuwe beleid geldt met een brief op de hoogte brengen van het nieuwe beleid.
En we houden in het begin scherper toezicht om inwoners te wijzen op overtredingen die zij begaan en zo op de hoogte te brengen van nieuw beleid.
4.informeren door de Buitengewoon opsporingsambtenaar
De Buitengewoon opsporingsambtenaar werkt buiten en kan de inwoners informeren over (nieuwe) wet- en regelgeving. Dit zal hij doen volgens het Werkplan voor de Boa.
5.informatie bij‘samen in de buurt’
Bij het project ‘samen in de buurt’ zijn collega’s buiten. Tijdens deze momenten ‘in de buurt’ kunnen de collega’s ook informatie verstrekken over activiteiten die de inwoners/ondernemers willen doen of organiseren en waar deze regels te vinden zijn.
6.communicatie door medewerkers (ook van andere afdelingen)
Voor collega’s (ook in andere werkvelden) moet het als een soort tweede natuur zijn om te letten op aspecten die te maken hebben met toezicht en handhaving. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld dat zij aandacht geven aan de vraag of er misschien vergunningen benodigd zijn voor bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld bij aanvraag mantelzorg bij afdeling sociale zaken). Alle medewerkers van de gemeente moeten hierover communiceren en eventueel doorverwijzen naar de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving.
We verwachten van inwoners/ondernemers dat zij hun eigen kennis over wet- en regelgeving delen met anderen en (indien nodig) aanspreken op gemaakte overtredingen.
In dit hoofdstuk beschrijven we de uitgangspunten van het toezicht- en handhavingsbeleid.
3.1 Keuzes toezicht- en handhavingsbeleid
Vanwege bezuinigingen en regionalisering is er bij de gemeente minder capaciteit voor de uitvoering van toezicht en handhaving. Dit betekent dat we capaciteit inzetten op zaken die we in elk geval moeten aanpakken om de leefbaarheid van gebieden en veiligheid van inwoners te bewerkstelligen. Dit is toezicht en handhaving op een adequaat niveau.
Dit resulteert in het inzetten van:
Om te bepalen welke overtreding we wel direct aanpakken en welke niet maken we gebruik van een prioriteitenladder. De prioritering van de zaak komt op de prioriteitenlijst. 70% van onze capaciteit gebruiken we voor de uitvoering van de zaken op de prioriteitenlijst.
De overige 30% betreft ad hoc zaken die direct aandacht behoeven, zoals handhavingsverzoeken en maatschappelijk gevoelige zaken. Ook gebruiken we deze 30% voor overtredingen die we op projectbasis oppakken, zoals het ‘asbest in scholen project’ en bij de vaststelling van nieuw beleid (tijdelijk meer aandacht voor uitvoering beleid).
3.2 Beuningse prioriteitenladder en - lijst
Zoals gezegd: 70% van de beschikbare capaciteit zetten we in op basis van de prioriteitenlijst. Om deze lijst te vullen hanteren we de prioriteitenladder. Voorheen was deze gebaseerd op een puntensysteem, waarbij elke overtreding voor een bepaald aantal punten stond. Met dit nieuwe handhavingsbeleid kiezen we er niet voor bepaalde overtredingen te benoemen maar op basis van thema’s keuzes te maken. Het bepalen van de prioriteit gebeurd daardoor minder “wiskundig”/”mechanisch” en doet beter recht aan het beoordelen van een overtreding in de context.
Overtredingen die (persoonlijke) veiligheid, een maatschappelijk belang of de volksgezondheid in geding brengen hebben een hoge prioriteit. Minder belangrijk maar ook van belang is of bouw- en sloopwerkzaamheden volgens de verleende vergunning worden uitgevoerd. Niet belangrijk vinden we de kleinere overtredingen die bijvoorbeeld geen directe schade aanrichten. Op basis van deze prioritering zijn thema’s in de prioriteitenladder uitgewerkt.
Over wet- en regelgeving heen , rekkelijk of precies
We willen meer over wet- en regelgeving heen toezicht houden en handhaven. De nieuwe ladder vormt een lijst waarop overtredingen staan die we direct aanpakken, die we even laten liggen of overtredingen die we niet oppakken. Een illegale situatie is in principe in alle gevallen ongewenst. Maar de capaciteit bepaalt dat we keuzes moeten maken in wat we wel en wat we niet doen.
Er is voor de medewerker meer vrijheid om het werk te doen. Zo kan een medewerker bijvoorbeeld handhavend optreden tegen een schutting (in principe kleine overtreding) omdat deze op instorten staat en gevaar oplevert terwijl in een andere situatie de illegale schutting niet wordt opgepakt. Het gaat dus niet meer over de soort overtreding maar over wat de effecten van een overtreding kunnen zijn (bijvoorbeeld de veiligheid die in geding komt).
Zolang we goed motiveren waarom we bepaalde overtredingen wel of niet oppakken kan dit de rechtsgelijkheid niet in gevaar brengen of een ongewenst precedent scheppen. Elke schutting die een veiligheidsrisico oplevert wordt op dezelfde manier opgepakt. De medewerker kan met deze thema’s zijn of haar kennis en ervaring gebruiken om te beoordelen welke prioriteit (hoog, gemiddeld of laag) een illegale situatie moet krijgen.
Omdat sommige illegale situaties maatschappelijk gevoelig liggen of complex zijn, kan het voor medewerkers nodig zijn collega’s of het bestuur te raadplegen. Deze collegiale of bestuurlijke raadpleging steken we op verschillende manieren in. Zo kan een situatie zo complex zijn dat in een team overleg moet plaatsvinden. Maar ook het sparren met één collega met specialistische kennis kan uitkomst bieden. Daarnaast kan er bij bestuurlijke raadpleging sprake zijn van een voorstel en besluit van het gehele college en soms kan ook de portefeuillehouder zelf antwoord geven bij een maatschappelijk gevoelige zaak.
Keuzes leggen medewerkers gemotiveerd vast in het automatiseringsprogramma Squit XO, zodat een ieder die hiermee werkt de keuzes begrijpt of in ieder geval terug kan vinden. Dit zal wat tijd kosten, vooral in het begin. Maar als we dit niet doen, dan zal er elke keer dat iemand (een ander dan degene die de prioriteit heeft gegeven) naar de situatie kijkt deze illegale situatie opnieuw moeten beoordelen. Dit kost nog veel meer tijd. Daarnaast is het mogelijk om een zelfde soort situatie te toetsen aan een eerdere situatie om zo de overeenkomsten en verschillen te bepalen aan de hand waarvan de prioriteit kan worden bepaald.
Bestuurlijk geaccepteerde risico’s
Keuzes maken betekent ook risico nemen. Een voorbeeld hiervan is dat we bij de rechtbank of de Raad van State in het ongelijk worden gesteld omdat we een illegale situatie toch hadden moeten oppakken. Dit zijn echter risico’s die we bestuurlijk accepteren vanwege de beschikbare capaciteit en we dus niet alles op volle sterkte kunnen op pakken.
Onze gemeentelijke organisatie en die van externe partners is ingericht op de uitvoering van toezicht en handhaving. In dit hoofdstuk beschrijven we de taken en verantwoordelijkheden. We maken hierbij een onderverdeling in de diverse teams en partners.
Team Vergunningen, Toezicht en Handhaving
Binnen het team Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling zijn er vier medewerkers die zich met name richten op toezicht en handhaving. Het gaat om twee juridische medewerkers en twee omgevingsinspecteurs. De twee juridisch medewerkers dragen zorg voor de juridische begeleiding van de toezicht en de handhaving. De algemeen afdelingsjurist biedt daarbij ondersteuning.
De omgevingsinspecteurs houden toezicht en treden handhavend op bij overtredingen van:
T oezicht en handhaving Bijzonder Opsporingsambtenaar
Bij de afdeling Openbare Ruimte is de Bijzonder Opsporingsambtenaar (BOA) werkzaam.
Hij houdt toezicht en treedt handhavend op bij overtredingen van:
Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)
De ODRN is de Regionale Uitvoeringsdienst en voert de wettelijk verplichte milieutaken voor de gemeente Beuningen uit. De ODRN heeft mandaat. Bij vergunningverlening neemt Beuningen het besluit tot vergunnen of weigeren, maar doet de ODRN het voorwerk. Bij toezicht en handhaving controleert de ODRN en communiceert over eventuele constateringen van overtredingen met de overtreder. De handhavingsbesluiten (voornemen en opleggen last onder dwangsom) worden vooralsnog door de gemeente genomen.
Het brandweercluster Maas en Waal is onderdeel van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (vanaf nu VRGZ) en heeft posten in Beuningen, Dreumel, Druten, Beneden-Leeuwen en Maasbommel.
De gemeente en de VRGZ hebben werkafspraken gemaakt voor wat betreft:
Voor toezicht en handhaving betekent dit concreet dat de controles, eventuele constateringen van overtredingen en communicatie daarover met de overtreder door de VRGZ worden uitgevoerd. De handhavingsbesluiten (voornemen en opleggen last onder dwangsom) worden vooralsnog door de gemeente genomen.5 Toezicht en handhaving
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we het toezicht en de handhaving uitvoeren. Een toezicht- en mogelijk ook handhavingstraject loopt volgens vier stappen:
5.1 Kennis nemen van een overtreding
Een toezicht- of handhavingstraject begint met het kennis nemen van een overtreding. Dit betekent dat medewerkers van team VTH op de hoogte worden gebracht van een overtreding in onze gemeente. Kennis nemen van een overtreding gebeurt:
bij h et reguliere toezicht door de omgevingsinspecteurs of BOA
Dit houdt in dat we tijdens of op weg naar controles op basis van verleende vergunningen kennis nemen van een overtreding. De omgevingsinspecteurs voeren, als de capaciteit dit toe laat, rayoncontroles uit. Hierbij controleren ze de 21 rayons in de gemeente om te bepalen of er overtredingen plaats vinden.
door de s ignaalfunctie van medewerkers
De Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA), de omgevingsinspecteurs en andere collega’s hebben een signaalfunctie. Dit betekent dat we voor elkaar signaleren (horen en zien).
via m eldingen, klachten of handhavingsverzoeken
We ontvangen telefonische en schriftelijke klachten of meldingen of signalen van inwoners, ondernemers, externe partners of andere instanties. Ook ontvangen we verzoeken om handhaving.
Na het kennis nemen van een overtreding voert de omgevingsinspecteur een controle uit.
We streven naar integraal toezicht en handhaving. Dit betekent een gecombineerd controlebezoek met mensen vanuit diverse vakdisciplines of beleidsvelden. Voordat de omgevingsinspecteurs een controle gaan uitvoeren kunnen zij, waar mogelijk, contact zoeken met interne en externe partners. Door integraal toezicht te houden en te handhaven voorkomen we dat ondernemers en inwoners in een korte periode meerdere toezichthouders van verschillende instanties op bezoek krijgen.
De situatie wordt opgenomen en er worden foto’s gemaakt. Dit noemen we de constatering.
Na deze constatering beoordelen we aan de hand van de volgende definitie of een gemelde en geconstateerde situatie illegaal is:
Een situatie is illegaal als deze in strijd is met de landelijke, provinciale, of lokale wet- en regelgeving en beleid.
Een illegale situatie is in principe in alle gevallen ongewenst. Maar de capaciteit bepaalt dat we keuzes moeten maken en bepalen tegen welke illegale situaties we wel of niet direct optreden. Deze keuze maken we op basis van een prioriteitenladder.
Voor de illegale situaties hebben we een prioritering. Hiervoor hanteren we de prioriteitenladder.
Zoals hierboven al genoemd gaan we de prioriteiten van illegale situaties bepalen aan de hand van een prioriteitenladder gebaseerd op thema’s. De thema’s bestaan uit een bundeling van overtredingen op een bepaald gebied. Bijvoorbeeld overtredingen die de veiligheid in gevaar brengen of situaties in strijd met planologisch gebruik. Zonder limitatief te zijn hier wat voorbeelden van activiteiten of situaties die bij de thema’s onder te brengen zijn:
De aanpak voor het bepalen van de prioriteit is als volgt:
Dan komt vervolgens de prioriteit er als resultaat uit.
Wat is spoed, een hoge, gemiddelde of lage prioriteit?
Spoedshalve bestuursdwang (direct oppakken)
Hoog (start handhavingstraject binnen 4 weken)
Snel optreden is noodzakelijk omdat
Gemiddeld (start handhavingstraject binnen 12 weken)
Optreden is noodzakelijk omdat:
Laag (start handhavingstraject binnen 26 weken)
Bij een lage prioriteit en weinig impact wordt de overtreding gewraakt.
De overtreding is in strijd met geldende wet- en regelgeving maar levert geen substantiële risico’s op of slechts beperkte risico’s voor de overtreder zelf of er is geen sprake van opzet. Er is weinig impact op de omgeving zoals kleine illegale bouwwerken (bijvoorbeeld schuttingen, tv-schotels en antennes). Het is een kwestie van maatwerk en motivering om te bepalen of sprake is van “weinig impact”. Wanneer een overtreding geen prioriteit heeft wordt deze gewraakt.
Het wraken is een vorm van uitgestelde handhaving. Het is geen besluit in de zin van de Awb. We geven via een wrakingsbrief aan de overtreder aan dat wij het recht voorbehouden op een nader te bepalen tijdstip handhavend op te treden. Dit als de overtreder de overtreding zelf niet ongedaan maakt.
De prioriteiten voor milieu en brandveiligheid worden op regionaal niveau vastgesteld. De kennis en expertise ligt bij de regionale diensten en uitvoerders, zoals de ODRN en de VRGZ. Zij kunnen dan ook het beste de prioriteit bepalen van illegale situaties die zij tegenkomen en of wij/zij hiertegen moeten optreden.
Niet alleen de prioriteitenladder
Soms leiden andere aspecten tot de keuze om direct toezicht te houden en handhavend op te treden. Die gevallen zijn:
Uitgangspunt is dat op alle schriftelijke handhavingsverzoeken wordt gereageerd. Mondelinge handhavingsverzoeken worden in principe niet in behandeling genomen, tenzij het gaat om een overtreding die een groot risico met zich meebrengt. Een schriftelijk handhavingsverzoek moet voldoen aan de vereisten voor een aanvraag, zoals genoemd in artikel 4:2 van de Awb (zoals de ondertekening). Op de handhavingsverzoeken moet binnen 8 weken (+ 6 weken na verlenging) een besluit worden genomen tot wel of niet handhavend optreden.
In ongeveer 10 % van de gevallen wil het bestuur dat een illegale situatie snel beëindigd wordt. Ook als het gaat om een overtreding die een lage prioriteit heeft volgens de prioriteitenladder. Omdat we werken met de prioriteitenladder- en lijst is het lastig om overtredingen met lage prioriteit direct op te pakken, tenzij hier een goede motivering aan ten grondslag ligt. Dit om de rechtsgelijkheid- en rechtszekerheid te bevorderen.
Jaarlijks benoemen we projecten die we (tijdelijk) meer aandacht schenken. Voorbeelden hiervan zijn het ‘asbest in scholen project’ en bij de vaststelling van nieuw beleid (tijdelijk meer aandacht voor uitvoering beleid). Overtredingen met betrekking tot deze projecten hebben voorrang op de prioriteitenlijst.
d.Klachten/meldingen gevoelig voor het moment
Klachten en meldingen die betrekking hebben op geluids- en geuroverlast of andere klachten en meldingen die alleen op het moment van de klacht kunnen worden geconstateerd, worden direct opgepakt. Hier gaat direct een omgevingsinspecteur op af.
Notoire overtreders zijn inwoners/ondernemers die heel vaak overtredingen begaan. Zij weten vaak goed wat wel en niet mag, maar blijven toch overtredingen begaan. Bij deze overtreders moet direct opgetreden worden.
5.4 Inzetten van handhavingsinstrumenten
In deze paragraaf leggen we uit welke handhavingsinstrumenten we hebben en hoe we deze toepassen en gebruiken om illegale situaties te beëindigen. Dit geldt voor de omgevingsinspecteurs, de juridisch medewerkers en de Boa.
a.Spreken, overtuigen en adviseren
Als we een overtreding hebben geconstateerd spreken we de inwoner/ondernemer hierop aan. Door middel van gesprekken, adviseren en het zoeken naar redelijkheid proberen we de overtreder er informeel van te overtuigen dat hij de overtreding ongedaan maakt. Zo kan een overtreding vaak op verschillende manieren ongedaan gemaakt worden. Door te zoeken naar redelijkheid wordt voor beide partijen de beste manier van ongedaan maken gevonden. Door hierover overeenstemming te bereiken met de overtreder en het vast te leggen op papier en in ons systeem komen we tot een oplossing.
Bij sommige klachten/meldingen/handhavingsverzoeken (hierna klachten) gaat het niet zozeer om de overtreding zelf, maar heeft de klacht een achterliggend probleem. Door te praten met de klager kunnen we er wellicht achter komen wat de drijfveren van de klager zijn. Bij sommige problemen kan buurtbemiddeling een oplossing zijn. Hoe eerder buurtbemiddeling ingezet wordt bij dit soort klachten, hoe beter.
We gaan na welke acties inwoners/ondernemers zelf kunnen ondernemen bij een klacht om overtreders aan te pakken. De gemeente verwacht dat zij deze stap eerst zetten voordat ze bij de gemeente aankloppen.
d.Bestuursdwang en dwangsom / boetes uitschrijven
Als de oplossing niet ligt in bovenstaande opties starten we een formeel handhavingstraject.
Hiermee bedoelen we het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van dwangsommen. Voor de Boa zal dit bestaan uit het opleggen van boetes aan overtreders. Dit traject is erg formeel en strikt. Bij de uitvoering zijn wetgeving en jurisprudentie leidend. Het wordt daarom pas ingezet als het informele traject niet tot een oplossing heeft geleid.
We monitoren en registreren om een goed oordeel te vormen over de resultaten en de effecten van alle uit te voeren taken binnen toezicht- en handhaving.
In het eerste kwartaal van een nieuw jaar stellen we een uitvoeringprogramma op en maken dit bekend aan de gemeenteraad en de provincie. In dit uitvoeringsprogramma beschrijven we wat we het aankomende jaar op het gebied van onder andere toezicht en handhaving gaan doen.
Zo leggen we uit hoe we in dat jaar uitvoering geven aan het voorkomen van overtredingen en welke projecten voor dat jaar op de rol staan. Dit is gekoppeld aan de beschikbare capaciteit.
Ieder jaar evalueren we het uitvoeringsprogramma. Dit resulteert in een jaarverslag. We kijken dan naar de uitvoering van de toezicht en handhaving van het afgelopen jaar en baseren hierop een nieuw uitvoeringsprogramma.
Eens per vier jaar evalueren we het toezicht- en handhavingsbeleid. We stellen dan de beleidsregels ter discussie en beoordelen of wijzigingen noodzakelijk zijn.