Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Beleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014
CiteertitelBeleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De regeling vervangt het

Handhavingsbeleid 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 5 Handhaving

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-2014Nieuwe regeling

23-09-2014

Overheid.nl > Gemeenteblad, 13 oktober 2014; website gemeente Beuningen, 13 oktober 2014

BW14.00513

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels, Toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Beuningen 2014

 

 

Toezicht- en handhavingsbeleid 2014 Gemeente Beuningen

I nhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding

  • 1 Een nieuw toezicht- en handhavingsbeleid

  • 2 Uitgangspunten beleid

  • 3 Reikwijdte van het beleid

     

  • 2.

    Voorkomen van illegale situaties

     

  • 3.

    Uitgangspunten

  • 1 Keuzes toezicht- en handhavingsbeleid

  • 2 Beuningse prioriteitenladder en -lijst

  • 4.

    Onze organisatie

     

  • 1 Intern

  • 2 Extern

  • 5.

    Toezicht en handhaving

     

  • 1 Kennis nemen van een overtreding

  • 2 Constatering

  • 3 Keuzes maken

  • 4 Inzetten van handhavingsinstrumenten

     

  • 6.

    Monitoring

 

1 Inleiding

Wij zijn wettelijk verplicht een toezicht- en handhavingsbeleid vast te leggen en uit te voeren. Met de invoering van de Wabo in 2010 zijn de kwaliteitscriteria voor toezicht en handhaving vastgelegd. Deze kwaliteitscriteria zijn:

  • ·

    Opstellen van een handhavingsbeleid

  • ·

    Opstellen van een uitvoeringsprogramma

  • ·

    Zorgen voor een uitvoeringsorganisatie

  • ·

    Borging van middelen

  • ·

    Monitoren

  • ·

    Rapporteren

    • 1.

      1 Een nieuw toezicht- en handhavingsbeleid

We willen toezicht en handhaving op een andere manier vorm geven: beter passend bij onze wens om Beuningen samen te maken en aansluitend bij de beschikbare capaciteit. Het vorige handhavingsbeleid kende andere uitgangspunten. Dit was rigide en handhaving was gebaseerd op een puntensysteem waar niet van afgeweken kon worden.

Wij blijven toezien op de naleving van regels en in het uiterste geval handhavend optreden. Maar we kunnen niet alle overtredingen signaleren en aanpakken. Onze keuzes, taken en werkwijzen leggen we vast in het nieuwe beleid. Dit toezicht- en handhavingsbeleid vervangt het integraal handhavingsbeleid uit 2010.

 

Het doel van het toezicht- en handhavingsbeleid is:

  • 1.

    Het voorkomen van illegale situaties

  • 2.

    Illegale ( ongewenste ) situaties beëindigen .

     

    1.2Uitgangspunten beleid

     

  • 1.

    We gaan inzetten op het voorkomen van overtredingen.

  • 2.

    Gedeelde verantwoordelijkheid: daar waar inwoners/ondernemers/derden zelf een rol kunnen vervullen in toezicht en (privaatrechtelijke) handhaving moeten zij deze rol ook oppakken en eigen verantwoordelijkheid nemen.

  • 3.

    Sommige overtredingen hebben geen prioriteit meer en de risico’s die we daarmee lopen worden bestuurlijk geaccepteerd.

  • 4.

    We beoordelen altijd eerst of er mogelijkheden zijn tot legalisatie.

  • 5.

    Niet alle illegale gevallen kunnen we (onmiddellijk) aanpakken. We moeten dan ook keuzes maken in de aanpak voor handhavingszaken. Dat gaan we doen aan de hand van de nieuwe prioriteitenladder op basis van thema’s.

 

1.3 Reikwijdte van het beleid

 

Dit handhavingsbeleid is bedoeld voor ruimtelijke ontwikkelingen en voor openbare orde en veiligheid voor de periode 2014-2016. Deze nota gaat niet over handhaving van de sociale wetgeving, de leerplicht of de privaatrechtelijke handhaving. Evenmin gaat het over taken van andere organisaties, zoals het waterschap en de provincie. Wel zijn de taken opgenomen waar een gedeelde verantwoordelijkheid ligt, zoals bij de controle van inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer (bedrijven en instellingen).

 

2 Voorkomen van illegale situaties

Het voorkomen van illegale situaties is een belangrijke doelstelling van dit toezicht- en handhavingsbeleid. Het is beter te voorkomen dan achteraf te moeten optreden. Het voorkomen van illegale situaties begint met communiceren en goede voorlichting.

 

Dit doen we door:

1.communicatie via de (sociale) media

De consequenties van nieuwe wet- en regelgeving voor toezicht en handhaving maken we bekend op de website. Voor vragen en informatie kunnen inwoners ook terecht op de website. Daarnaast gebruiken we bij belangrijke informatie en projecten de gemeentepagina’s in de Koerier. Andere (sociale) media die we gebruiken zijn Twitter en Facebook.

 

2.informatieverstrekking aan de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving

Inwoners kunnen voor informatie terecht bij de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving. Hier beantwoorden we samen met de backoffice vragen en geven we informatie over de ruimtelijke ontwikkeling en openbare ruimte.

 

3.extra alert te zijn bij nieuw beleid

Bij nieuw beleid geven we bij herhaling informatie en extra advies aan bewoners. Hiermee voorkomen we dat illegale situaties ontstaan. Ook willen we, indien mogelijk, de doelgroep waarvoor het nieuwe beleid geldt met een brief op de hoogte brengen van het nieuwe beleid.

En we houden in het begin scherper toezicht om inwoners te wijzen op overtredingen die zij begaan en zo op de hoogte te brengen van nieuw beleid.

 

4.informeren door de Buitengewoon opsporingsambtenaar

De Buitengewoon opsporingsambtenaar werkt buiten en kan de inwoners informeren over (nieuwe) wet- en regelgeving. Dit zal hij doen volgens het Werkplan voor de Boa.

 

5.informatie bijsamen in de buurt

Bij het project ‘samen in de buurt’ zijn collega’s buiten. Tijdens deze momenten ‘in de buurt’ kunnen de collega’s ook informatie verstrekken over activiteiten die de inwoners/ondernemers willen doen of organiseren en waar deze regels te vinden zijn.

 

6.communicatie door medewerkers (ook van andere afdelingen)

Voor collega’s (ook in andere werkvelden) moet het als een soort tweede natuur zijn om te letten op aspecten die te maken hebben met toezicht en handhaving. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld dat zij aandacht geven aan de vraag of er misschien vergunningen benodigd zijn voor bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld bij aanvraag mantelzorg bij afdeling sociale zaken). Alle medewerkers van de gemeente moeten hierover communiceren en eventueel doorverwijzen naar de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving.

 

7.sociale controle

We verwachten van inwoners/ondernemers dat zij hun eigen kennis over wet- en regelgeving delen met anderen en (indien nodig) aanspreken op gemaakte overtredingen.

 

3 Uitgangspunten

In dit hoofdstuk beschrijven we de uitgangspunten van het toezicht- en handhavingsbeleid.

 

3.1 Keuzes toezicht- en handhavingsbeleid

Vanwege bezuinigingen en regionalisering is er bij de gemeente minder capaciteit voor de uitvoering van toezicht en handhaving. Dit betekent dat we capaciteit inzetten op zaken die we in elk geval moeten aanpakken om de leefbaarheid van gebieden en veiligheid van inwoners te bewerkstelligen. Dit is toezicht en handhaving op een adequaat niveau.

Dit resulteert in het inzetten van:

  • 1.

    70% van de beschikbare capaciteit op basis van de prioriteitenlijst

  • 2.

    de resterende 30% voor nader te bepalen toezichtactiviteiten zoals projecten en handhavingsverzoeken.

Om te bepalen welke overtreding we wel direct aanpakken en welke niet maken we gebruik van een prioriteitenladder. De prioritering van de zaak komt op de prioriteitenlijst. 70% van onze capaciteit gebruiken we voor de uitvoering van de zaken op de prioriteitenlijst.

De overige 30% betreft ad hoc zaken die direct aandacht behoeven, zoals handhavingsverzoeken en maatschappelijk gevoelige zaken. Ook gebruiken we deze 30% voor overtredingen die we op projectbasis oppakken, zoals het ‘asbest in scholen project’ en bij de vaststelling van nieuw beleid (tijdelijk meer aandacht voor uitvoering beleid).

 

3.2 Beuningse prioriteitenladder en - lijst

Zoals gezegd: 70% van de beschikbare capaciteit zetten we in op basis van de prioriteitenlijst. Om deze lijst te vullen hanteren we de prioriteitenladder. Voorheen was deze gebaseerd op een puntensysteem, waarbij elke overtreding voor een bepaald aantal punten stond. Met dit nieuwe handhavingsbeleid kiezen we er niet voor bepaalde overtredingen te benoemen maar op basis van thema’s keuzes te maken. Het bepalen van de prioriteit gebeurd daardoor minder “wiskundig”/”mechanisch” en doet beter recht aan het beoordelen van een overtreding in de context.

Overtredingen die (persoonlijke) veiligheid, een maatschappelijk belang of de volksgezondheid in geding brengen hebben een hoge prioriteit. Minder belangrijk maar ook van belang is of bouw- en sloopwerkzaamheden volgens de verleende vergunning worden uitgevoerd. Niet belangrijk vinden we de kleinere overtredingen die bijvoorbeeld geen directe schade aanrichten. Op basis van deze prioritering zijn thema’s in de prioriteitenladder uitgewerkt.

Over wet- en regelgeving heen , rekkelijk of precies

We willen meer over wet- en regelgeving heen toezicht houden en handhaven. De nieuwe ladder vormt een lijst waarop overtredingen staan die we direct aanpakken, die we even laten liggen of overtredingen die we niet oppakken. Een illegale situatie is in principe in alle gevallen ongewenst. Maar de capaciteit bepaalt dat we keuzes moeten maken in wat we wel en wat we niet doen.

 

Zelfsturing

Er is voor de medewerker meer vrijheid om het werk te doen. Zo kan een medewerker bijvoorbeeld handhavend optreden tegen een schutting (in principe kleine overtreding) omdat deze op instorten staat en gevaar oplevert terwijl in een andere situatie de illegale schutting niet wordt opgepakt. Het gaat dus niet meer over de soort overtreding maar over wat de effecten van een overtreding kunnen zijn (bijvoorbeeld de veiligheid die in geding komt).

 

Zolang we goed motiveren waarom we bepaalde overtredingen wel of niet oppakken kan dit de rechtsgelijkheid niet in gevaar brengen of een ongewenst precedent scheppen. Elke schutting die een veiligheidsrisico oplevert wordt op dezelfde manier opgepakt. De medewerker kan met deze thema’s zijn of haar kennis en ervaring gebruiken om te beoordelen welke prioriteit (hoog, gemiddeld of laag) een illegale situatie moet krijgen.

Omdat sommige illegale situaties maatschappelijk gevoelig liggen of complex zijn, kan het voor medewerkers nodig zijn collega’s of het bestuur te raadplegen. Deze collegiale of bestuurlijke raadpleging steken we op verschillende manieren in. Zo kan een situatie zo complex zijn dat in een team overleg moet plaatsvinden. Maar ook het sparren met één collega met specialistische kennis kan uitkomst bieden. Daarnaast kan er bij bestuurlijke raadpleging sprake zijn van een voorstel en besluit van het gehele college en soms kan ook de portefeuillehouder zelf antwoord geven bij een maatschappelijk gevoelige zaak.

 

Keuzes leggen medewerkers gemotiveerd vast in het automatiseringsprogramma Squit XO, zodat een ieder die hiermee werkt de keuzes begrijpt of in ieder geval terug kan vinden. Dit zal wat tijd kosten, vooral in het begin. Maar als we dit niet doen, dan zal er elke keer dat iemand (een ander dan degene die de prioriteit heeft gegeven) naar de situatie kijkt deze illegale situatie opnieuw moeten beoordelen. Dit kost nog veel meer tijd. Daarnaast is het mogelijk om een zelfde soort situatie te toetsen aan een eerdere situatie om zo de overeenkomsten en verschillen te bepalen aan de hand waarvan de prioriteit kan worden bepaald.

Bestuurlijk geaccepteerde risico’s

Keuzes maken betekent ook risico nemen. Een voorbeeld hiervan is dat we bij de rechtbank of de Raad van State in het ongelijk worden gesteld omdat we een illegale situatie toch hadden moeten oppakken. Dit zijn echter risico’s die we bestuurlijk accepteren vanwege de beschikbare capaciteit en we dus niet alles op volle sterkte kunnen op pakken.

 

4 Onze organisatie

Onze gemeentelijke organisatie en die van externe partners is ingericht op de uitvoering van toezicht en handhaving. In dit hoofdstuk beschrijven we de taken en verantwoordelijkheden. We maken hierbij een onderverdeling in de diverse teams en partners.

 

4.1 Intern

Team Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Binnen het team Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling zijn er vier medewerkers die zich met name richten op toezicht en handhaving. Het gaat om twee juridische medewerkers en twee omgevingsinspecteurs. De twee juridisch medewerkers dragen zorg voor de juridische begeleiding van de toezicht en de handhaving. De algemeen afdelingsjurist biedt daarbij ondersteuning.

De omgevingsinspecteurs houden toezicht en treden handhavend op bij overtredingen van:

  • ·

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

  • ·

    de Drank- en Horecawet

  • ·

    de Leegstandswet

  • ·

    de Wet op de Kansspelen

  • ·

    de Winkeltijdenwet

  • ·

    de Bouwverordening

  • ·

    het Bouwbesluit.

 

T oezicht en handhaving Bijzonder Opsporingsambtenaar

Bij de afdeling Openbare Ruimte is de Bijzonder Opsporingsambtenaar (BOA) werkzaam.

Hij houdt toezicht en treedt handhavend op bij overtredingen van:

  • ·

    de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

  • ·

    de Afvalstoffenverordening

  • ·

    de Marktverordening

  • ·

    het Reclamebeleid

  • ·

    de Parkeerverordening

  • ·

    de Luchtvaartwet.

 

4.2 Extern

Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)

De ODRN is de Regionale Uitvoeringsdienst en voert de wettelijk verplichte milieutaken voor de gemeente Beuningen uit. De ODRN heeft mandaat. Bij vergunningverlening neemt Beuningen het besluit tot vergunnen of weigeren, maar doet de ODRN het voorwerk. Bij toezicht en handhaving controleert de ODRN en communiceert over eventuele constateringen van overtredingen met de overtreder. De handhavingsbesluiten (voornemen en opleggen last onder dwangsom) worden vooralsnog door de gemeente genomen.

 

Brandweercluster Maas en Waal

Het brandweercluster Maas en Waal is onderdeel van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (vanaf nu VRGZ) en heeft posten in Beuningen, Dreumel, Druten, Beneden-Leeuwen en Maasbommel.

De gemeente en de VRGZ hebben werkafspraken gemaakt voor wat betreft:

  • ·

    de vergunningadvisering en -verlening in het kader van de Wabo artikelen 2.1 en 2.2, de Brandbeveiligingsverordening en de APV

  • ·

    de proactieve toetsing op bestemmingsplannen

  • ·

    het toezicht en de handhaving in het kader van de (brand)veiligheid

  • ·

    afspraken op het gebied van verkeersbesluiten en (tijdelijke) wegafsluitingen

  • ·

    afspraken over het terugdringen van onnodige en ongewenste meldingen van brand.

 

Voor toezicht en handhaving betekent dit concreet dat de controles, eventuele constateringen van overtredingen en communicatie daarover met de overtreder door de VRGZ worden uitgevoerd. De handhavingsbesluiten (voornemen en opleggen last onder dwangsom) worden vooralsnog door de gemeente genomen.5 Toezicht en handhaving

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we het toezicht en de handhaving uitvoeren. Een toezicht- en mogelijk ook handhavingstraject loopt volgens vier stappen:

  • 1.

    kennis nemen van een overtreding

  • 2.

    constatering

  • 3.

    keuzes maken

  • 4.

    inzetten van handhavingsinstrumenten.

 

5.1 Kennis nemen van een overtreding

Een toezicht- of handhavingstraject begint met het kennis nemen van een overtreding. Dit betekent dat medewerkers van team VTH op de hoogte worden gebracht van een overtreding in onze gemeente. Kennis nemen van een overtreding gebeurt:

bij h et reguliere toezicht door de omgevingsinspecteurs of BOA

Dit houdt in dat we tijdens of op weg naar controles op basis van verleende vergunningen kennis nemen van een overtreding. De omgevingsinspecteurs voeren, als de capaciteit dit toe laat, rayoncontroles uit. Hierbij controleren ze de 21 rayons in de gemeente om te bepalen of er overtredingen plaats vinden.

 

door de s ignaalfunctie van medewerkers

De Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA), de omgevingsinspecteurs en andere collega’s hebben een signaalfunctie. Dit betekent dat we voor elkaar signaleren (horen en zien).

 

via m eldingen, klachten of handhavingsverzoeken

We ontvangen telefonische en schriftelijke klachten of meldingen of signalen van inwoners, ondernemers, externe partners of andere instanties. Ook ontvangen we verzoeken om handhaving.

 

5 .2 Constatering

Na het kennis nemen van een overtreding voert de omgevingsinspecteur een controle uit.

We streven naar integraal toezicht en handhaving. Dit betekent een gecombineerd controlebezoek met mensen vanuit diverse vakdisciplines of beleidsvelden. Voordat de omgevingsinspecteurs een controle gaan uitvoeren kunnen zij, waar mogelijk, contact zoeken met interne en externe partners. Door integraal toezicht te houden en te handhaven voorkomen we dat ondernemers en inwoners in een korte periode meerdere toezichthouders van verschillende instanties op bezoek krijgen.

De situatie wordt opgenomen en er worden foto’s gemaakt. Dit noemen we de constatering.

 

Na deze constatering beoordelen we aan de hand van de volgende definitie of een gemelde en geconstateerde situatie illegaal is:

Een situatie is illegaal als deze in strijd is met de landelijke, provinciale, of lokale wet- en regelgeving en beleid.

 

5.3 Keuzes maken

Een illegale situatie is in principe in alle gevallen ongewenst. Maar de capaciteit bepaalt dat we keuzes moeten maken en bepalen tegen welke illegale situaties we wel of niet direct optreden. Deze keuze maken we op basis van een prioriteitenladder.

 

Prioriteitenladder

Voor de illegale situaties hebben we een prioritering. Hiervoor hanteren we de prioriteitenladder.

Zoals hierboven al genoemd gaan we de prioriteiten van illegale situaties bepalen aan de hand van een prioriteitenladder gebaseerd op thema’s. De thema’s bestaan uit een bundeling van overtredingen op een bepaald gebied. Bijvoorbeeld overtredingen die de veiligheid in gevaar brengen of situaties in strijd met planologisch gebruik. Zonder limitatief te zijn hier wat voorbeelden van activiteiten of situaties die bij de thema’s onder te brengen zijn:

  • 0.

    Spoedshalve bestuursdwang: acute veiligheids- of gezondheidsrisico’s.

  • 1.

    Veiligheid: constructieve fouten, gevaarlijke stoffen die vrijkomen.

  • 2.

    Milieu: afvalstoffen in openbaar water, geen vloeistofdichte tankplaats, geluidshinder

  • 3.

    Gezondheid: asbest, alcoholverkoop aan minderjarigen.

  • 4.

    Handelen in strijd met of zonder vergunning: bouwen in afwijking van vergunning, plaatsen van reclame zonder vergunning.

  • 5.

    Cultuurhistorische en archeologische waarden: roeren zonder bodemonderzoek, plakken en kladden op monumenten.

  • 6.

    Natuurhistorische en landschappelijke waarden: kappen in de uiterwaarden, afval storten in het buitengebied.

  • 7.

    Juist gebruik bestemmingsplan buitengebied: stallen van vrachtauto’s in buitengebied.

  • 8.

    Juist gebruik bestemmingsplan bebouwde kom: gebruik van woning als bedrijf (en andersom).

  • 9.

    Bruikbaarheid: plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, maken of veranderen van een uitweg

  • 10.

    Ruimtelijke kwaliteit/Aanzien gemeente: reclame (APV), te koop aanbieden van voertuigen

  • 11.

    Overige aspecten: overlast van bromfiets, parkeren van defecte voertuigen.

Hoe werkt het?

 

De aanpak voor het bepalen van de prioriteit is als volgt:

  • 1.

    Ga na in welke categorie de overtreding valt

  • 2.

    Bepaal of de situatie ernstig is en in welke mate de situatie urgent is. Wat ernstig of urgent is wordt niet bepaald aan de hand van een lijstje. Dit wordt in elk geval apart bepaald. De medewerkers moeten goed motiveren waarom een geval ernstig en/of urgent is.

Dan komt vervolgens de prioriteit er als resultaat uit.

 

Thema

Ernstig

Urgentie

Prioriteit

1.

(brand)veiligheid

Ja

Hoog

Hoog

2.

Milieu

Ja

Hoog

Hoog

Nee

Hoog

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

3.

Gezondheid

Ja

Hoog

Hoog

Nee

Gemiddeld

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

4.

Handelen in strijd met of zonder vergunning

Ja

Hoog

Hoog

Nee

Gemiddeld

Gemiddeld

5.

Bruikbaarheid

Ja

Hoog

Hoog

Nee

Gemiddeld

Gemiddeld

6.

Cultuurhistorische en archeologische waarden

Ja

Gemiddeld

Gemiddeld

7.

Natuurhistorische en landschappelijke waarden

Ja

Gemiddeld

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

8.

Juist gebruik

bestemmingsplan

Buitengebied

Ja

Gemiddeld

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

9.

Juist gebruik

bestemmingsplan

Bebouwde kom

Ja

Laag

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

10.

Ruimtelijke kwaliteit/Aanzien gemeente

Nee

Laag

Laag

11.

Overige aspecten

Ja

Gemiddeld

Gemiddeld

Nee

Laag

Laag

Wat is spoed, een hoge, gemiddelde of lage prioriteit?

 

Spoedshalve bestuursdwang (direct oppakken)

Direct oppakken omdat

  • ·

    de overtreding acute veiligheids- en gezondheidsrisico’s oplevert;

  • ·

    er sprake is van gevaar van onomkeerbare schade aan belangrijke milieu-, cultuur- of natuurhistorische waarden;

  • ·

    er sprake is van grote maatschappelijke onrust;

  • ·

    een combinatie van bovenstaande factoren

 

Hoog (start handhavingstraject binnen 4 weken)

Snel optreden is noodzakelijk omdat

  • ·

    de overtreding op korte of langere termijn veiligheids- of gezondheidsrisico´s oplevert;

  • ·

    de overtreding leidt tot ernstige aantasting van milieu, cultuur of natuurhistorische waarden;

  • ·

    er sprake is van grote hinder of overlast voor omgeving;

  • ·

    dit schending betekent van bestuurlijk gezag;

  • ·

    een combinatie van bovenstaande factoren.

 

Gemiddeld (start handhavingstraject binnen 12 weken)

Optreden is noodzakelijk omdat:

  • ·

    de overtreding direct of indirect leidt tot aantasting van milieu, cultuur of natuurhistorische waarden;

  • ·

    hinder of overlast oplevert;

  • ·

    een combinatie van deze factoren.

 

Laag (start handhavingstraject binnen 26 weken)

Optreden omdat:

  • ·

    de overtreding leidt tot een zekere aantasting van cultuur- of natuurhistorische waarden;

  • ·

    de overtreding leidt tot een geringe aantasting van milieuwaarden;

  • ·

    de overtreding leidt tot precedentwerking.

 

Bij een lage prioriteit en weinig impact wordt de overtreding gewraakt.

De overtreding is in strijd met geldende wet- en regelgeving maar levert geen substantiële risico’s op of slechts beperkte risico’s voor de overtreder zelf of er is geen sprake van opzet. Er is weinig impact op de omgeving zoals kleine illegale bouwwerken (bijvoorbeeld schuttingen, tv-schotels en antennes). Het is een kwestie van maatwerk en motivering om te bepalen of sprake is van “weinig impact”. Wanneer een overtreding geen prioriteit heeft wordt deze gewraakt.

 

Het wraken is een vorm van uitgestelde handhaving. Het is geen besluit in de zin van de Awb. We geven via een wrakingsbrief aan de overtreder aan dat wij het recht voorbehouden op een nader te bepalen tijdstip handhavend op te treden. Dit als de overtreder de overtreding zelf niet ongedaan maakt.

 

Milieu en brandveiligheid

De prioriteiten voor milieu en brandveiligheid worden op regionaal niveau vastgesteld. De kennis en expertise ligt bij de regionale diensten en uitvoerders, zoals de ODRN en de VRGZ. Zij kunnen dan ook het beste de prioriteit bepalen van illegale situaties die zij tegenkomen en of wij/zij hiertegen moeten optreden.

 

Niet alleen de prioriteitenladder

Soms leiden andere aspecten tot de keuze om direct toezicht te houden en handhavend op te treden. Die gevallen zijn:

 

a.Verzoeken om handhaving

Uitgangspunt is dat op alle schriftelijke handhavingsverzoeken wordt gereageerd. Mondelinge handhavingsverzoeken worden in principe niet in behandeling genomen, tenzij het gaat om een overtreding die een groot risico met zich meebrengt. Een schriftelijk handhavingsverzoek moet voldoen aan de vereisten voor een aanvraag, zoals genoemd in artikel 4:2 van de Awb (zoals de ondertekening). Op de handhavingsverzoeken moet binnen 8 weken (+ 6 weken na verlenging) een besluit worden genomen tot wel of niet handhavend optreden.

 

b.Bestuurlijke afweging

In ongeveer 10 % van de gevallen wil het bestuur dat een illegale situatie snel beëindigd wordt. Ook als het gaat om een overtreding die een lage prioriteit heeft volgens de prioriteitenladder. Omdat we werken met de prioriteitenladder- en lijst is het lastig om overtredingen met lage prioriteit direct op te pakken, tenzij hier een goede motivering aan ten grondslag ligt. Dit om de rechtsgelijkheid- en rechtszekerheid te bevorderen.

 

c.Projecten

Jaarlijks benoemen we projecten die we (tijdelijk) meer aandacht schenken. Voorbeelden hiervan zijn het ‘asbest in scholen project’ en bij de vaststelling van nieuw beleid (tijdelijk meer aandacht voor uitvoering beleid). Overtredingen met betrekking tot deze projecten hebben voorrang op de prioriteitenlijst.

 

d.Klachten/meldingen gevoelig voor het moment

Klachten en meldingen die betrekking hebben op geluids- en geuroverlast of andere klachten en meldingen die alleen op het moment van de klacht kunnen worden geconstateerd, worden direct opgepakt. Hier gaat direct een omgevingsinspecteur op af.

 

e.Notoire overtreders

Notoire overtreders zijn inwoners/ondernemers die heel vaak overtredingen begaan. Zij weten vaak goed wat wel en niet mag, maar blijven toch overtredingen begaan. Bij deze overtreders moet direct opgetreden worden.

 

5.4 Inzetten van handhavingsinstrumenten

In deze paragraaf leggen we uit welke handhavingsinstrumenten we hebben en hoe we deze toepassen en gebruiken om illegale situaties te beëindigen. Dit geldt voor de omgevingsinspecteurs, de juridisch medewerkers en de Boa.

 

a.Spreken, overtuigen en adviseren

Als we een overtreding hebben geconstateerd spreken we de inwoner/ondernemer hierop aan. Door middel van gesprekken, adviseren en het zoeken naar redelijkheid proberen we de overtreder er informeel van te overtuigen dat hij de overtreding ongedaan maakt. Zo kan een overtreding vaak op verschillende manieren ongedaan gemaakt worden. Door te zoeken naar redelijkheid wordt voor beide partijen de beste manier van ongedaan maken gevonden. Door hierover overeenstemming te bereiken met de overtreder en het vast te leggen op papier en in ons systeem komen we tot een oplossing.

 

b.Buurtbemiddeling

Bij sommige klachten/meldingen/handhavingsverzoeken (hierna klachten) gaat het niet zozeer om de overtreding zelf, maar heeft de klacht een achterliggend probleem. Door te praten met de klager kunnen we er wellicht achter komen wat de drijfveren van de klager zijn. Bij sommige problemen kan buurtbemiddeling een oplossing zijn. Hoe eerder buurtbemiddeling ingezet wordt bij dit soort klachten, hoe beter.

 

c.Eigen verantwoordelijkheid

We gaan na welke acties inwoners/ondernemers zelf kunnen ondernemen bij een klacht om overtreders aan te pakken. De gemeente verwacht dat zij deze stap eerst zetten voordat ze bij de gemeente aankloppen.

 

d.Bestuursdwang en dwangsom / boetes uitschrijven

Als de oplossing niet ligt in bovenstaande opties starten we een formeel handhavingstraject.

Hiermee bedoelen we het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van dwangsommen. Voor de Boa zal dit bestaan uit het opleggen van boetes aan overtreders. Dit traject is erg formeel en strikt. Bij de uitvoering zijn wetgeving en jurisprudentie leidend. Het wordt daarom pas ingezet als het informele traject niet tot een oplossing heeft geleid.

 

6 Monitoring

We monitoren en registreren om een goed oordeel te vormen over de resultaten en de effecten van alle uit te voeren taken binnen toezicht- en handhaving.

 

Uitvoeringsprogramma

In het eerste kwartaal van een nieuw jaar stellen we een uitvoeringprogramma op en maken dit bekend aan de gemeenteraad en de provincie. In dit uitvoeringsprogramma beschrijven we wat we het aankomende jaar op het gebied van onder andere toezicht en handhaving gaan doen.

 

Zo leggen we uit hoe we in dat jaar uitvoering geven aan het voorkomen van overtredingen en welke projecten voor dat jaar op de rol staan. Dit is gekoppeld aan de beschikbare capaciteit.

 

Jaarverslag

Ieder jaar evalueren we het uitvoeringsprogramma. Dit resulteert in een jaarverslag. We kijken dan naar de uitvoering van de toezicht en handhaving van het afgelopen jaar en baseren hierop een nieuw uitvoeringsprogramma.

 

Evaluatie beleid

Eens per vier jaar evalueren we het toezicht- en handhavingsbeleid. We stellen dan de beleidsregels ter discussie en beoordelen of wijzigingen noodzakelijk zijn.