Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Verordening, regelende de financiële bijdrage aan de fracties in de gemeenteraad 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening, regelende de financiële bijdrage aan de fracties in de gemeenteraad 2005
CiteertitelVerordening fractievergoedingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de verordening van 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33 lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-200501-01-200526-10-2018nieuwe regeling

20-12-2005

Groot Rijswijk, 22-12-2005

05-090

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening, regelende de financiële bijdrage aan de fracties in de gemeenteraad 2005

 

 

Verordening, regelende de financiële bijdrage aan de fracties in de gemeenteraad 2005 (-2.07.51(3))  

 

Artikel 1.

Onder fractie wordt verstaan: het lid of de gezamenlijke leden van een groepering dat/die in de raad van de gemeente zitting heeft/hebben namens die groepering. Onder fractie wordt mede verstaan: een lid of leden dat/die zich van een fractie heeft/hebben afgescheiden

Artikel 2.
  • 1.

    Elke fractie heeft aanspraak op een jaarlijkse financiële bijdrage als tegemoetkoming van gemeentewege in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde bijdrage bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag per fractie, en

    • b.

      een bedrag per fractielid.

  • 3.

    Van het voor de in artikel 2 genoemde bijdrage in de begroting opgenomen budget is 30% bestemd voor het bedrag per fractie en 70% voor het bedrag per fractielid.

  • 4.

    De griffier draagt zorg voor de uitbetaling van de in het tweede lid bedoelde bedragen. Uitbetaling geschiedt in principe op declaratiebasis.

  • 5.

    Het bedrag, bedoeld in het tweede lid, sub b, wordt berekend naar het aantal leden dat elke fractie in de eerste vergadering van de raad na verkiezingen telt en vervolgens naar het aantal leden dat elke fractie op de eerste dag van het kalenderjaar telt, opengevallen en niet vervulde plaatsen daarbij inbegrepen.

Artikel 3.
  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 4.
  • 1.

    De griffier beheert de bedragen per fractie. Hij keert een bedrag uit op het moment dat daarvoor door een fractie een declaratie wordt ingediend.

  • 2.

    In bepaalde gevallen kan op basis van een ingediende reële kostenraming een voorschot worden verstrekt.

  • 3.

    Om voor vergoeding in aanmerking te komen, dienen declaraties uiterlijk voor 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt, ingediend te worden.

Artikel 5.
  • 1.

    De griffier reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren. 2. De reserve is niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 2.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 6 over dat jaar.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd. 5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere. 6. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 50% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 6.
  • 1.

    De griffier rapporteert voor 1 april aan het raadspresidium over de bestedingen van de fractievergoedingen in het voorgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In zijn rapportage vermeldt de griffier per fractie:

    • a.

      de uitgaven die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijzigingen van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

  • 3.

    De griffier maakt met het college van Burgemeester en Wethouders afspraken over het aanleveren van informatie voor het opstellen van de jaarrekening.

Artikel 7.

Indien tijdens een kalenderjaar, na schriftelijke mededeling aan de voorzitter van de raad:

  • a.

    één of meer raadsleden die deel uitmaken van een in artikel 1 bedoelde fractie, als zelfstandige fractie(s) gaan optreden;

  • b.

    meer fracties als één fractie gaan optreden;

  • c.

    een lid van een fractie zich aansluit bij een andere bestaande fractie;

dan hebben de betrokken fracties aanspraak op de in artikel 2 genoemde tegemoetkoming, met inachtneming van hun nieuwe aantal leden, met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.

Artikel 8.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening fractievergoedingen”.

2. Deze verordening treedt in werking op 21 december 2005 en werkt terug tot 1 januari 2005.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 20 december 2005.