Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Boxmeer 2014 (inclusief 1e wijziging) |
Citeertitel | Reglement van orde 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Raadsbesluit 1e wijziging Rvo en Verordening raadscommissie Boxmeer 2014.pdf |
Dit betreft de 1e wijziging van het reglement. Vaststellingsbesluit nummer 10g.
Artikel 16 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2016 | Reglement van orde inclusief 1e wijziging | 07-04-2016 | RIS 2016-152 | ||
08-10-2014 | 03-07-2014 | 04-04-2017 | Nieuw reglement van orde | 25-09-2014 | RIS 2014-395 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter, de eerste plaatsvervangend voorzitter van de raad en de fractievoorzitters. De fractievoorzitter van een eenmansfractie die na 3 juli 2014 in de gemeenteraad wordt gevormd kan eerst van het Presidium deel uitmaken zodra de raad daartoe expliciet besluit.
Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad onderzoekt het presidium, uitgezonderd de burgemeester, de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Artikel 6. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder onderzoekt het presidium, uitgezonderd de burgemeester, of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen
Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen agenda
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage. Deze kunnen ter beoordeling van de griffier ook op het voor raadsleden en burgerraadsleden besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem beschikbaar worden gesteld.
Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage. Deze kunnen ter beoordeling van de griffier ook op het voor raadsleden en burgerraadsleden besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem beschikbaar worden gesteld.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 20. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken
Artikel 23. Verslag en besluitenlijst
Een verslag bevat in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 25. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 26. Verslag besloten vergadering
Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier. Deze kunnen ter beoordeling van de griffier ook op het voor raadsleden en burgerraadsleden besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem beschikbaar worden gesteld.
Artikel 27. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 35. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp uiterlijk de dag voorafgaand aan de vergadering om 12.00 uur bij de griffier. Deze stelt de voorzitter en het college daarvan in kennis. De voorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.