Reis- en verplaatsingskostenregeling 2004

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a CAR/UWO:

De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, geldend voor de ambtenaar in dienst van de gemeente Vught;

b ambtenaar:

de ambtenaar en de werknemer naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a van de CAR/UWO;

c bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR/UWO;

deigen vervoer:

een door de ambtenaar te gebruiken eigen middel van vervoer;

e standplaats:

het vestigingsadres van de gemeente -of de bij name genoemde plaats van tewerkstelling binnen de grenzen der gemeente- waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht of van waaruit hij deze verricht;

f dienstreis:

een noodzakelijke verplaatsing van een ambtenaar tot het verrichten van dienst buiten de standplaats, alsmede het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats.

De ambtenaar voor wie de kortste enkele reisafstand vanaf zijn woonadres tot zijn standplaats, gemeten over de weg, meer bedraagt dan 15 kilometer, heeft aanspraak op een vergoeding ter hoogte van € 0,09 per kilometer, met dien verstande dat per enkele reis alleen die kilometers voor vergoeding in aanmerking komen die het voornoemde aantal te boven gaan.

Artikel 3  

• 1.

  De op basis van artikel 2 vastgestelde vergoeding wordt overeenkomstig de bepalingen in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 berekend en uitbetaald als vaste vergoeding woon-werkverkeer.

• 2.

  Uitbetaling van de vaste vergoeding vindt maandelijks plaats bij het slaris.

Artikel 4 t/m 13

gereserveerd

• 1.

  De ambtenaar die een dienstreis maakt, heeft recht op een vergoeding van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig deze regeling.

• 2.

  Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor reis- en verblijfskosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze regeling aanspraak bestaat.

• 1.

  Voor de vergoeding van reis- en verblijfskosten geldt dat de standplaats het begin- en eindpunt is van de dienstreis.

• 2.

  In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woonplaats van betrokkene als begin- en eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de standplaats wordt bezocht.

• 1.

  Dienstreizen binnenland worden in de regel per openbaar vervoer gemaakt, waaronder begrepen vervoer per trein, bus, tram, metro of treintaxi.

• 2.

  Alle reiskosten die in verband met de dienstreis zijn gemaakt per openbaar vervoer worden vergoed. Daarbij geldt dat de treinreis vergoed wordt op basis van reizen per 2e klas.

• 1.

  Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet doelmatig per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan aan de ambtenaar vooraf toestemming geven worden om voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen vervoermiddel.

• 2.
  • a.

    Indien de ambtenaar vooraf de in het eerste lid bedoelde toestemming heeft verkregen om met het eigen vervoermiddel te reizen, ontvangt hij een vergoeding per afgelegde kilometer ten bedrage van € 0,28 (netto).

  • b.

    De in verband met de dienstreis noodzakelijk te maken kosten van parkeer-, veer- en tolgelden worden, onder overlegging van betaalbewijzen, volledig vergoed. De ingevolge fiscale wetgeving toe te passen loonheffing komt voor rekening van de gemeente.

• 3.

  Een ambtenaar die met zijn eigen vervoermiddel, tezamen met een of meer anderen naar dezelfde bestemming reist, ontvangt een vergoeding gelijk aan de vergoeding bedoeld in het tweede lid. De ambtenaar vermeldt op de declaratie de namen van de personeelsleden die met zijn eigen vervoermiddel zijn meegereisd.

• 4.

  Als een ambtenaar zonder de in het eerste lid bedoelde toestemming zelf kiest voor het reizen met het eigen vervoermiddel, ontvangt hij een vergoeding per kilometer overeenkomstig het bepaalde in Reisregeling binnenland voor Overheidspersoneel ten aanzien van gebruik van eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer wel doelmatig is.

• 1.

  De in verband met een dienstreis werkelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds worden vergoed op basis van bewijsstukken, met een maximum van de in de Reisregeling binnenland voor Overheidspersoneel genoemde bedragen.

• 2.

  Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis binnen Vught en voor een dienstreis korter dan vier uur.

• 1.

  De ambtenaar die meer dan twee uur buiten de gebruikelijke werktijd moet overwerken of verplicht is een avondvergadering bij te wonen wordt reiskosten verstrekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 of 17 lid 1 van deze regeling.

• 2.

  Indien de ambtenaar bij overwerk of bij een avondvergadering geen vergoeding wordt verstrekt op basis van hetgeen in het eerste lid is bepaald en hij niet in de gelegenheid is thuis zijn maaltijd te gebruiken wordt hem hiervoor een vergoeding verstrekt overeenkomstig de geldende normen van de Reisregeling binnenland voor Overheidspersoneel.

• 1.

  De in deze regeling bedoelde vergoedingen, met uitzondering van de op grond van artikel 3 vastgestelde vaste vergoeding woon-werkverkeer, worden slechts op declaratie uitbetaald.

• 2.

  De ambtenaar maakt voor de declaratie gebruik van de voorgeschreven declaratie-formulieren, onder overlegging van originele bewijsstukken.

• 3.

  De aanspraak op vergoeding vervalt indien de ambtenaar de declaratie niet heeft ingediend binnen 6 maanden na het einde van de reis.

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Deze regeling treedt in werking op de datum na bekendmaking, werkt terug tot 1 mei 2004 en wordt aangehaald als “Reis- en verplaatsingskostenregeling 2004”.

Vught, 11 mei 2004

Burgemeester en wethouders van Vught,

de burgemeester

J. de Groot

de secretaris,

Mr. drs. A.P.M. ter Voert