Organisatie | Bunnik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gebruik knalapparaten |
Citeertitel | Beleidsregels gebruik knalapparaten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Randvoorwaarden voor gebruik van knalapparaten bij fruittelers waarmee enerzijds rekening gehouden wordt met de belangen van de fruittelers en anderzijds de geluidsoverlast voor omwonenden zoveel mogelijk wordt beperkt. |
Deze beleidsregels treden in de plaats van de beleidsnota "Gebruik knalapparatuur gemeente Bunnik 1994".
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-04-2014 | Nieuwe regeling | 14-04-2014 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik
Het telen van gewassen een belangrijke bron van inkomsten is voor veel mensen in de gemeente Bunnik. Het voorkomen van schade, bijvoorbeeld door gebruik te maken van geluidsapparatuur, maakt hiervan onderdeel uit. Een zekere mate van hinder ten gevolge van het noodzakelijk gebruik van geluidsapparatuur is toelaatbaar.
De huidige beleidsnota uit 1994 niet meer voldoet omdat de onderbouwing van de piekmomenten van overlast niet sluitend is. Bovendien wordt geen onderscheid gemaakt tussen het gebruik van knalapparaten op korte afstand (enkele tientallen meters) tot woningen en het gebruik op grote afstand van woningen.
Gelet op artikel 4.6 lid 4 van de Algemeen Plaatselijke Verordening
Beleidsregels Gebruik Knalapparaten
Binnen de gemeente Bunnik gelden de volgende voorwaarden voor het gebruik van knalapparatuur voor het verjagen van vogels:
De afstand tussen een knalapparaat en een geluidgevoelig object van derden bedraagt minimaal 250 meter. Van deze afstand kan worden afgeweken als de aanvrager – bijvoorbeeld door een akoestische berekening - aannemelijk kan maken dat door het treffen van maatregelen het geluidsniveau (Lknal) niet hoger is dan 75 dB(A) op de gevels van geluidsgevoelig objecten. Maatregelen kunnen zijn het plaatsen van een afscherming aan één of meerdere zijden van het knalkanon of het gebruik maken van een knalapparaat met een lager bronvermogen.
Het bestuursorgaan zal twee jaar na inwerkingtreding van de beleidsregels de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregels in de praktijk evalueren.
In de door het Faunafonds uitgegeven “Handreiking Faunaschade” uit 2009 wordt uitgebreid ingegaan op (preventieve) maatregelen en de soorten faunaschade. Globaal wordt in de Handreiking, die wordt verspreid door o.a. LTO Nederland, onderscheidt gemaakt in:
De meeste van de hiervoor genoemde technieken zijn al tientallen jaren oud, echter het gebruik van (angst)kreten van vogels, bijvoorbeeld het digitale Alcetsound afweersysteem, is een vrij nieuwe techniek. Het systeem bestaat uit een digitale geluidsdrager, een versterker en een luidsprekersysteem. De luidsprekers hebben een bereik (rondom) van 50 meter en het systeem werkt op laagspanning. Afwisselend worden stressgeluiden van soortgenoten en angstkreten van roofvogels ten gehore gebracht. Met dit systeem zijn goede resultaten geboekt, vooral bij roeken en kraaien.
Het Alcetsound afweersysteem en ook andere akoestische middel kunnen ook zorgen voor geluidsoverlast, al is deze beduidend minder dan de knallen van een knalapparaat. Voor de overige akoestische verjaagmethoden, zoals het digitale Alcetsound afweersysteem, gelden onverkort de geluidsvoorschriften in artikel 4.6. van de APV Bunnik.