Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bibob-beleidslijn september 2014 |
Citeertitel | Bibob-beleidslijn september 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
(vb. Gemeentewet, artikel 149) Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:42
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2014 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 16-09-2014 Het Kompas, d.d. 10 oktober 2014 | 14213768 |
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur september 2014
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen en de burgemeester van de gemeente Cromstrijen, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
Overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2014
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
Eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, zoals beschreven in paragraaf 4 van deze beleidslijn, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het bureau Bibob aan te vragen.
Inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en horecawet waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, zomede de daarbij horende terrassen;
horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
Voor publiek openstaande lokaliteiten, open plaatsen, tuinen of gedeelten daarvan, zomede de daarbij behorende terrassen en de daarmee gemeenschap hebbende vertrekken die niet uitsluitend als woning of winkel worden gebruikt, alsmede de niet voor publiek toegankelijke lokaliteiten welke voor het publiek op de weg bereikbaar zijn, uitgezonderd standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18 APV voor zover daar regelmatig of op gezette tijden:
Paragraaf 2: publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide (aanvragen voor) beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden.
Paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet waarvan de kantine in eigen beheer is en niet is verpacht, vallen in beginsel niet onder dit Bibob-beleid
Dit blijft beperkt tot (de aanvraag van) een omgevingsvergunning Bouwactiviteit, die valt binnen onderstaand kader:
De wet Bibob wordt ingezet voor omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen bij de volgende sectoren/branches/activiteiten:
Bij nieuwe openbare inrichtingen gaat de procedure voor de bouwvergunning vooraf aan de aanvraagprocedure voor een exploitatievergunning. Het ligt daarom voor de hand bij alle aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor openbare inrichtingen als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder i op een nieuwe locatie een eigen onderzoek als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder h, te doen. Bij bestaande horecalocaties en andere openbare inrichtingen blijft de exploitatievergunning en/of de vergunning op grond van de Drank- en Horecawet het aangrijpingspunt voor een eigen onderzoek.
Bij kamerverhuurinrichtingen kan sprake zijn van ernstige problemen met de handhaving op het gebied van brandpreventie en brandveiligheid. Daarbij kunnen indicaties voorkomen van verschillende vormen van criminele activiteiten zoals illegale verhuur en hennepteelt. Na controle door toezichthouders is een aanvraag voor een omgevingsvergunning te verwachten. Om te voorkomen dat de gemeente vervolgens door verlening van een dergelijke vergunning criminele activiteiten faciliteert wordt bij aanvragen voor een dergelijke omgevingsvergunning een eigen onderzoek uitgevoerd.
3.Bouwkundige splitsingen van woningen
Bij het splitsen van woningen wordt er vrijwel altijd een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aangevraagd. Particuliere woningverhuur is een branche die gevoelig is voor criminele activiteiten. Om te voorkomen dat de gemeente vervolgens door verlening van een dergelijke vergunning criminele activiteiten faciliteert wordt bij aanvragen voor een dergelijke omgevingsvergunning een eigen onderzoek uitgevoerd.
De gemeente wil aanvragers consistent behandelen. Dat betekent dat aanvragen van aanvragers ten aanzien van wie:
De Bibob-toets zal niet worden toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van:
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van voornoemde wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek voor de vergunningen genoemd onder b en c zal gebaseerd zijn op:
in het geval het een paracommerciële instelling betreft, als bedoeld in artikel 4 Drank- en Horecawet (Drank- en Horecawetvergunning en/of een wijziging daarop en exploitatievergunning voor paracommerciële instellingen).
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situatie bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1 zal een eigen onderzoek ook plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking elders in het land in de achterliggende periode van twee kalenderjaren bij een aanvraag een ernstige mate van gevaar is vastgesteld.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen, indien:
Bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een bibobtoets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in Cromstrijen een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de bibobtoets verzoeken.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
In de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen wordt de volgende weigeringgrond c.q. intrekkinggrond opgenomen:
Een aanvraag voor een subsidie kan worden geweigerd c.q. een subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
Het bestuursorgaan zal de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder e van deze beleidslijn, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelen daartoe, zal het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-procedure deel kan uitmaken van de procedure.
In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die één of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:
Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde in de betreffende overeenkomst opgenomen.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Het bestuursorgaan kan het eigen onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, in beginsel alleen uitvoeren bij overheidsopdrachten, die vallen binnen de sectoren milieu, informatiecommunicatietechnologie (ICT) of bouw en die, conform het vigerende aanbestedingsbeleid van de gemeente Cromstrijen, voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen, openbaar moeten worden aanbesteed.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 4.1 Eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder h
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene de Bibobvragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibobvragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30 tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob bestaat uit twee stappen:
Wanneer het Bibobvragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld, worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (met name die van artikel 4:5 van voornoemde wet) toegepast. Bij volharding zal de weigering of het toesturen van onvolledige informatie worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 juncto 3 van de wet.
Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevaagd indien:
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten en voorts alleen een advies kan vragen indien dit – gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten – evenredig is.
De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van de beschikking te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.
Bij een “mindere mate van gevaar” dat de (aangevraagde) beschikking wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de vergunning verbinden. Deze voorwaarden dienen Bibob-gerelateerd te zijn.
Nadat een besluit op de aanvraag is genomen worden de daarvoor verschuldigde leges in rekening gebracht. Indien ook een advies verkregen van het Landelijk Bureau Bibob, wordt het tarief verhoogd met het bedrag als bedoeld in artikel 16, Wet Bibob en artikel 5, Besluit Bibob. Indien de Wet Bibob wordt toegepast bij een reeds verleende vergunning, welke kan leiden tot intrekking van de vergunning, worden geen leges in rekening gebracht.
In geval een van het Bureau Bibob ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau Bibob in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet.
Het bestuursorgaan gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitinggronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2013.
Indien het bestuursorgaan voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijze in te brengen conform de betreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 5.2 Intrekking voorgaande beleidslijn
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2014, vastgesteld op 13 mei 2014 wordt met ingang van de in artikel 5.4 genoemde datum van inwerkingtreding ingetrokken.