Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening reclamebelasting binnenstad Kampen 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reclamebelasting binnenstad Kampen 2014
CiteertitelVerordening reclamebelasting binnenstad Kampen 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening Reclamebelasting Binnenstad 2013 wordt ingetrokken per 1 januari 2014. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-09-201401-01-201401-01-2018nieuwe regeling

04-09-2014

Gemeenteblad 2014, 52342

14ADV00327

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reclamebelasting binnenstad Kampen 2014

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 augustus 2014

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting in de binnenstad van Kampen 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • b.

    jaar: een kalenderjaar;

  • c.

    onroerende zaak: als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen en hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • d.

    reclameobject: openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 4 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Kampen dat wordt begrensd door:

De Burgel, de Hagenkade, de Buitenkade, de IJsselkade, van Heutszplein en de De la Sablonierekade huisnummers 18 tot en met 45, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak voorzien van een of meerdere openbare aankondigingen.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf is een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals gehanteerd ten behoeve van de Onroerende zaakbelasting voor het kalenderjaar.

  • 3.

    Indien met betrekking tot een onroerende zaak bedoeld in het tweede lid geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • 4.

    Het vaste bedrag van de reclamebelasting als bedoeld in het tweede lid bedraagt €252,-

  • 5.

    Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van € 0,65 per € 1.000,- aan de waarde als bedoeld in artikel 3 van de Verordening op de heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen;

  • 6.

    De heffing bedraagt maximaal € 504,-

  • 7.

    Indien de vastgestelde waarde als bedoeld in het vijfde lid voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of ondernemersfonds, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het ondernemersfonds;

  • g.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • i.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • j.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

  • k.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.

  • 3.

    De Verordening Reclamebelasting Binnenstad 2013 wordt ingetrokken per 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening reclamebelasting binnenstad Kampen 2014.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 4 september 2014,

De raad van de gemeente Kampen,

 

drs. H.A. van der Meulen, griffier

drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter

Bijlage Kaart toepassingsgebied

Toepassingsgebied van deze verordening valt binnen het zwarte kader op onderstaande kaart.