Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oud-Beijerland

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOud-Beijerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014
CiteertitelVerordening gegevensversrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet basisregistratie personen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-201406-01-201401-01-2021nieuwe regeling

11-02-2014

Het Kompas, 12-02-2014

Z-14.14060

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014

 

 

Onderwerp

Het vaststellen van de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014.

 

 

Afdeling

Gemeentewinkel

 

 

Product

003101100 Persoonsregistratie en -documentatie

 

 

Zaaknummer

Z-14.14060

 

 

Stuknummer

Algemeen besluit nr. 3933

 

 

Publicatie

Openbaar

 

 

Behandeld door

Moree, Chris

 

 

Datum

20 januari 2014

 

 

Overleg met Pho?

Ja (mail 21-01-2014)

 

 

Datum besluit

 

Gevolgen

Financieel

Personeel

Communicatie

Inkoop

Juridisch

OR

Anders

Initialen adviseur

 

 

 

 

 

 

 

V.t.b.

1.De gemeenteraad voor te stellen om de Verordening gegevensverstrekking Basisregistratie Personen Oud-Beijerland 2014 vast te stellen.

Toelichting

Aanleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) heeft per 6 januari 2014 de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) vervangen en noodzaakt tot het vaststellen van een nieuwe verordening.

Overwegingen

De informatie van de ledenbrief van de VNG en de modelverordening leidde tot de inschatting om in de eerste helft van 2014 deze verordening te laten vaststellen en tevens een reglement op te stellen. In een regionale bijeenkomst met de adviseur van BMC werd duidelijk dat de verordening zo spoedig mogelijk vastgesteld dient te worden. Dit verraste de meeste aanwezigen gemeenten. Daarom is nu gekozen deze modelverordening van de VNG aan te bieden ter vaststelling.

Burgerzaken van de gemeenten in de Hoeksche Waard zijn onderling in overleg met elkaar om gezamenlijk het reglement verder uit te werken. Deze verordening geeft het college de bevoegdheid om dit reglement vast te stellen en dit zal in de eerste helft van 2014 afgehandeld worden.

De verdere informatie vindt u bij de toelichting op het raadsvoorstel.

 

 

Bijlagen

1.VNG ledenbrief 7 november 2013 modelverordening BRP.

2.Modelverordening BRP VNG.

Aan de raad

Agendapunt: 11 Ons kenmerk: Z-14.14060

Oud-Beijerland, 28 januari 2014 Algemeen besluit nr. 3933

Het vaststellen van de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014.

 

Voorgesteld wordt te besluiten:

 

1.De Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014 vast te stellen.

Overwegingen:

 

 

 

Toelichting:

a.voorgeschiedenis

 

De Wet basisregistratie personen (hierna: Wbrp) heeft per 6 januari 2014 de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Wgba) vervangen en vormt het wettelijke kader voor de nieuwe basisregistratie personen. De wet vormt de juridische vertaling van nieuwe ontwikkelingen die zich op het terrein van de Nederlandse bevolkingsadministratie voordoen.

 

De belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van de bevolkingsadministratie zijn:

- de technische modernisering van de basisregistratie;

- de uitbreiding van de basisregistratie met de opname van gegevens over niet-ingezetenen;

- de verbetering van de kwaliteit van de basisregistratie en van de dienstverlening;

- de vermindering van de administratieve lasten in verband met de basisregistratie.

 

Het is nodig om op basis van de Wbrp een verordening vast te stellen. De modelverordening gegevensverstrekking basisregistratie personen en de bijgevoegde ledenbrief van de VNG bieden daarvoor de benodigde handvatten (bijlagen bij dit advies). In deze ledenbrief wordt een toelichting gegeven op de keuzes die u kunt maken bij gebruik van de modelverordening. Beide zijn in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (hierna: NVVB) tot stand gekomen. Gezien de inwerkingtreding van de Wbrp op 6 januari 2014 is het van belang de verordening gegevensverstrekking Basisregistratie Personen zo spoedig mogelijk vast te stellen.

 

b.waarom wordt het voorstel voorgelegd/brondocument

 

De Modelverordening gegevensverstrekking basisregistratie personen geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wbrp. Met de invoering van die wet wordt de Wgba ingetrokken en daardoor vervallen de gemeentelijke GBA-verordeningen van rechtswege. De mogelijkheid die de Wgba kende om regels te stellen over de verstrekking van gegevens over inwoners van de eigen gemeente is in Wbrp echter overgenomen. Daarmee is het uitgangspunt dat de gemeenten zelfstandig de informatiehuishouding met betrekking tot de eigen inwoners moeten kunnen inrichten, gehandhaafd. De gemeenten kunnen in dit opzicht een eigen beleid voeren, waarbij zij uiteraard niet buiten de in de Wbrp vastgelegde kaders kunnen treden. Deze wettelijke kaders beogen te waarborgen dat ook de verstrekkingen uit de basisregistratie niet leiden tot een onevenredige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de ingeschreven personen.

 

De Wbrp, met de artikelen 3.8 en 3.9, brengt geen wezenlijke wijzigingen in de mogelijkheden die gemeenten hebben voor het verstrekken van gegevens aan organen van de eigen gemeente en derden (t.o.v. de Wgba, met de artikelen 96 en 100). De taken die gemeenten uitvoeren veranderen immers ook niet met het vervangen van de gemeentelijke basisadministratie door de basisregistratie personen; datzelfde geldt voor de gegevens die nodig zijn voor de goede uitvoering van die taken. Gemeenten kunnen dus in beginsel blijven verstrekken aan degenen aan wie zij gewend zijn te verstrekken en dat blijven doen op de wijzen waarop ze dat deden. Met het vervallen van de GBA-verordening is het echter wel nodig deze nieuwe verordening vast te stellen omdat er anders geen grondslag is voor de verstrekkingen.

 

Er is voor gekozen om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de huidige verordening GBA en de bestaande praktijk voort te zetten. Daarom wordt uw raad gevraagd in te stemmen met de tweede variant van de modelverordening gegevensverstrekking Basisregistratie Personen. Bij variant twee wordt het aan het college overgelaten om te bepalen welke gegevens, over welke personen en voor welke taken, de verschillende gemeentelijke organen verstrekt krijgen. De eerste variant in de modelverordening laat de raad zelf bepalen welke gegevens worden verstrekt. Ten eerste sluit deze variant niet aan bij de huidige systematiek en in de tweede plaats sluit het kiezen voor variant twee aan om dergelijke (uitvoerings)taken door het college te laten beslissen.

 

Indien de gemeentelijke verordening daarin voorziet kunnen op verzoek van een derde aan hem door het college gegevens worden verstrekt over inwoners van de gemeente. De verstrekking kan bovendien uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen:

·als de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wbrp); of

§ten behoeve van door een derde verrichte werkzaamheden met een gewichtig

maatschappelijk belang voor de gemeente (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid van de Wbrp).

Er worden daarentegen geen gegevens verstrekt als op de persoonslijst een aantekening als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid is vermeld (aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden). Wij stellen u ook hier te kiezen voor variant twee en het college de bevoegdheid te geven werkzaamheden en categorieën aan te wijzen (voortzetting van het huidige beleid). Hierbij is er sprake van delegatie van de verordende bevoegdheid van de raad aan het college overeenkomstig artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet. Hoewel een besluit van het college vaak aangeduid wordt als ‘(nadere) regeling’ is het in dit geval een verordening. Daarmee wordt dus zonder meer aan de eis van de Wbrp voldaan om hierin bij verordening te voorzien.

De voorgestelde verordening is de modelverordening van de VNG die ook door de andere gemeente in de Hoeksche Waard wordt gevolgd.

 

c.relatie met eerdere besluitvorming

-

 

d.relatie met andere beleidsvelden

-

e.raad is bevoegd op basis van wet, kaderstellende rol, etc.

De juridische grondslag voor dit voor te stellen besluit is gelegen in artikel 149 van de Gemeentewet.

 

Probleemstelling:

Deze verordening is vereist door de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen.

 

Wat willen we bereiken:

De verstrekkingen uit de basisregistratie personen de juiste wettelijke grondslag geven.

 

Hoe gaan we dit bereiken:

a.voorstel

De verordening is uitermate beperkt van omgeving en is daarom te vinden in het onderstaande besluit.

 

b. proces/planning

In de raadsvergadering van 11 februari 2014 wordt de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014 opiniërend geagendeerd en op 4 maart 2014 besluitvormend.

De nadere regeling voor verstrekkingen uit de basisregistratie personen wordt in de eerste helft 2014 uitgewerkt en aangeboden aan het college voor de vaststelling.

5.5

Financiële gevolgen/respectievelijk risico’s:

Geen

6.6

Bijlagen/ter inzage gelegde documenten:

Geen

Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland,

De secretaris

De burgemeester,

 

 

 

 

 

 

J.Brouwer

K.Tigelaar

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2014;gelet op de artikelen 3.8, eerste lid, en 3.9, eerste en tweede lid, van de Wet basisregistratie personen;

 

besluit vast te stellen de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014:

Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente

 

1.Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan een overheidsorgaan gegevens uit de basisregistratie, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college.

 

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan overeenkomstig artikel 3.9 van de Wet basisregistratie personen, op verzoek van een derde aan hem gegevens verstrekken uit de basisregistratie personen als:

    • a.

      de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, of

    • b.

      de verstrekking in overeenstemming is met het bepaalde krachtens het derde lid.

       

  • 2.

    Verstrekking overeenkomstig het eerste lid vindt enkel plaats voor zover deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

     

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst aan:

    • a.

      de werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt; en

    • b.

      de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie.

       

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie, en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Oud-Beijerland 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 februari 2014.

De griffier,

E.G. Bunt

De voorzitter,

K.Tigelaar

In afschrift aan: