Organisatie | Grootegast |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bestuurlijke boete gemeente Grootegast (tbv WWB/Participatiewet, IOAW en IOAZ) |
Citeertitel | Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Grootegast |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-09-2014 | 07-02-2019 | nieuwe regeling | 16-09-2014 De Streekkrant, 30-09-2014 | geen |
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;
gelet artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 18a van de WWB (geldig tot 1-1-2015), artikel 18a van de Participatiewet (geldig vanaf 1-1-2015) en 20a van de IOAW en IOAZ alsmede de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive;
overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen omtrent de aan het college toekomende bevoegdheid om de hoogte van de boete aan te passen aan de mate van verwijtbaarheid.
Beleidsregels bestuurlijke boete gemeente Grootegast
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WWB, de Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Algemene wet bestuursrecht en het Boetebesluit socialezekerheidswetten.
Artikel 2. Afzien van een boete
Van het ontbreken van verwijtbaarheid is sprake wanneer de belanghebbende op het moment dat hij aan zijn verplichting moest voldoen verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden die niet tot het normale levenspatroon behoren en die het de belanghebbende feitelijk onmogelijk maakten om aan zijn verplichtingen te voldoen of wanneer de belanghebbende op grond van uitlatingen door of namens het college er op mocht vertrouwen dat hij geen overtreding zou begaan.
Artikel 4. Verminderde verwijtbaarheid
De vastgestelde boete wordt met 50% verlaagd indien sprake is van verminderde verwijtbaarheid.
De betrokkene verkeerde op het moment dat hij aan zijn verplichting moest voldoen in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan zijn verplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de informatie niet tijdig of volledig is verstrekt.
In gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor belanghebbende, kan op individuele gronden worden besloten om af te wijken.
In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college