Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Clientenparticipatie WWB en WIJ |
Citeertitel | Verordening Clientenparticipatie WWB en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 05-10-2009 nieuwsblad van huizen, 5 november 2009 | Onbekend |
Artikel 2. Opdracht aan het college
Het college bevordert het instellen van een orgaan, bestaande uit cliënten of hun vertegenwoordigers, wanneer deze blijkens hun statuten zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten, hierna te noemen: cliëntenraad, met als doel deze te betrekken bij de uitvoering van de wet, zoals beschreven in deze verordening.
De cliëntenraad houdt spreekuur, waar de cliënten informatie of advies kunnen krijgen of gehoord kunnen worden.
Artikel 8. Standpunten cliëntenraad
De cliëntenraad kan aan het college gevraagd en ongevraagd zijn standpunten kenbaar maken over de uitvoering van de wetten en andere regelingen die ten uitvoering zijn opgedragen aan de afdeling.
Artikel 10. Informatievoorziening door de gemeente
Door of namens het college wordt de cliëntenraad voorzien van de voor de uitvoering van zijn taak relevante informatie.
Artikel 11. Gemeentelijke subsidie
Door of namens het college wordt subsidie verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten voor facilitering van de cliëntenraad. Op deze subsidie is de geldende Algemene Subsidieverordening van de gemeente Huizen van toepassing.
Artikel 12. Citeerwijze en inwerkingtreding
De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie
Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zgn. werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.
De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan in de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.
Verordening cliëntenparticipatie
Met een verordening cliëntenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan.
Over e.e.a. is in de cliëntenraad WWB van …… gesproken. Uitkomst is dat de cliëntenraad in staat en bereid is om de belangen van jongeren te behartigen bij de uitvoering van de WIJ en hierin dus een centrale rol te spelen.
Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investering in jongeren
Het college spant zich in voor cliëntenparticipatie. Zij doet dit door het bestaan van een cliëntenraad te bevorderen. De rechten en plichten die voortvloeien uit deze verordening zijn van toepassing op de cliëntenraad waarmee het college afspraken maakt om de belangenbehartiging voor een bepaalde periode uit te voeren.
Omdat het hier gaat om belangenbehartiging van cliënten, is het wenselijk, en zelfs noodzakelijk, dat de cliëntenraad deels bestaat uit leden van de doelgroep zelf en dat hij een representatieve afspiegeling is van de doelgroep, o.a. door er naar te streven inwoners van elke van de vier gemeenten er in op te nemen.
In dit artikel is verder geregeld dat de cliëntenraad periodiek overleg heeft met de gemeente. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de cliëntenraad en de gemeente, de laatste zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, in ieder geval een bepaald aantal malen per jaar bijeen komen voor het voeren van overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.
Het kan voorkomen dat de periodieke overleggen, zoals beschreven in artikel 8, niet afdoende of geschikt zijn om alle voor de cliëntenraad relevante onderwerpen aan de orde te stellen. De periodieke overleggen zijn immers niet van dien aard dat daar alles tot in detail besproken kan worden. De cliëntenraad kan dan nader overleg plegen met de betrokken beleidsambtenaar.
Omdat niet alle cliënten lid zijn van de cliëntenraad, en ook niet alle cliënten zijn aangesloten bij andere belangenbehartigers, moeten zij de mogelijkheid krijgen op individuele basis contact te hebben met de cliëntenraad. Daarom moet de cliëntenraad voor hen op een gebruikelijk tijdstip (werkdagen) spreekuur houden waar zij informatie of advies kunnen krijgen, of gehoord kunnen worden.
Om een goed advies uit te kunnen brengen, neemt de cliëntenraad vaak in een vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor zullen vaak conceptbeleidsstukken overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor de cliëntenraad de geheimhoudingsplicht.
Dit houdt onder andere in dat de cliëntenraad (de inhoud van) nog niet vastgestelde beleidsplannen niet verspreidt onder anderen dan zijn leden, en ook zijn leden zich aan de geheimhoudingsplicht houden. Voor specifiek deskundig advies kan de cliëntenraad een adviseur raadplegen. Deze dient zich dan ook aan de geheimhoudingsplicht te houden.
Om zijn taak goed te kunnen uitvoeren, heeft de cliëntenraad informatie van de gemeente nodig. In ieder geval geeft het college de cliëntenraad het voorlichtingsmateriaal voor cliënten en relevante conceptbeleidsstukken. Het gaat daarbij om conceptbeleidsstukken over de uitvoering van de wet.