Organisatie | Dantumadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ligplaatsverordening Dantumadeel |
Citeertitel | Ligplaatsverordening Dantumadeel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Wonen, ruimte, verkeer, milieu |
Geen
Art. 149 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2012 | 05-12-2020 | Onbekend | 25-09-2012 Kollumer Courant, 10 oktober 2012 | Onbekend |
De raad der gemeente DANTUMADEEL;
overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het aanleggen, ligplaats innemen en ankeren van vaartuigen in de openbare wateren van de gemeente;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gezien het voorstel van college van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari 1999;
In deze verordening wordt verstaan onder:
aanleggen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijk of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander voertuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt worden voor recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;
De rechthebbende op een vaartuig wordt geacht daarmee gedurende drie achtereenvolgende dagen of gedeelten daarvan op dezelfde plaats te hebben gelegen, indien dat vaartuig op die plaats door een met de uitvoering van de verordening belaste ambtenaar als bedoeld in artikel 16 wordt aangetroffen op enig tijdstip van de eerste van de drie dagen en op enig tijdstip van de eerste dag na die drie dagen.
Qnverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 1 en lid 2, is het de rechthebbende op een vaartuig verboden daarmede op een plaats aan te leggen, indien burgemeester en wethouders hem schriftelijk hebben medegedeeld, dat zij het, met het oog op de verdeling van de beschikbare aanlegplaatsen, onaanvaardbaar achten dat genoemde rechthebbende aldaar nog langer aanlegt.
Het is de rechthebbende op een vaartuig verboden daarmee te ankeren in een rietkraag of op een afstand van minder dan 5 meter vanuit een rietkraag, in een krachtens artikel 14 als zodanig aangewezen water of op een afstand van minder dan 5 meter vanuit een krachtens artikel 14 als zodanig aangewezen oever.
Artikel 7 Ontheffing/vergunning
De aanvraag voor een ontheffing, als bedoeld in de artikelen 2 lid 4, 3 lid 2, 5 lid 3 en 6 lid 3, alsmede een aanvraag tot wijziging, aanvulling of intrekking van aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften, dient bij burgemeester en wethouders te worden ingediend door gebruikmaking van een formulier, waarvan het model door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.
Het is verboden te handelen in strijd met een aan een ontheffing of vergunning verbonden voorschrift.
Artikel 9 Aanleggen bij particulieren
Het is verboden aan een niet bij de overheid in beheer en onderhoud zijnde wal of kade met een vaartuig aan te leggen tegen de duidelijk kenbaar gemaakte wil van de rechthebbende, gebruiker of beheerder van die wal of kade.
met een vaartuig van een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde vaart, haven, kade, wal of beschoeiing, ten aanzien van het gebruik maken waarvan burgemeester en wethouders een door aan het water geplaatst bord kenbaar gemaakte beperkingen hebben vastgesteld, gebruik te maken in strijd met bepalingen, door het college aan die beperking verbonden.
Artikel 12 Innemen ligplaats of varen
De schipper, eigenaar of gebruiker van een vaartuig, die in de gemeente ligplaats inneemt of vaart is verplicht zich hierbij te gedragen naar de aanwijzing van de met het toezicht op de bij de gemeente in beheer of onderhoud zijnde vaart, haven, kade, wal of beschoeiing belaste ambtenaar.
Artikel 13 Procedure met betrekking tot de aanwijzing van ligoevers
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ligoevers aan te wijzen als bedoeld in artikel 2, lid 2, sub a.
Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat deze slechts gedurende een bepaalde periode van kracht is en/of slechts voor een of meerdere categorieën vaartuigen zal gelden.'
Burgemeester en wethouders winnen, alvorens tot ter inzagelegging als bedoeld in lid 4 over te gaan, het advies in van, zoveel mogelijk, de publiekrechtelijke beheerder(s) van de betrokken oever(s) en het (de) betrokken water(en).
Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid is de in afdeling 3.4. van de Awb geregelde procedure van toepassing.
In de aanwijzing zelf wordt het tijdstip bepaald waarop zij in werking treedt.
Artikel 14 Procedure met betrekking tot de aanwijzing van oevers en/of wateren waar het verboden is aan te leggen, te ankeren of te varen
Overtreding van een in deze verordening neergelegde verbodsbepaling wordt bestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 16 Toezicht op de naleving van de verordening
Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafverordening genoemde ambtenaren, de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren der gemeente.
De bepalingen van deze verordening gelden niet voorzover de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement en de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken van toepassing is.
Een ontheffing van een verbodsbepaling als bedoeld in artikel 2 lid 4, 3 lid 3, 5 lid 3 en 6 lid 3 van de Ligplaatsenverordening Friesland wordt, voorzover het respectievelijk in artikel 2 lid 1, 3 lid 1, 5 lid 1, 5 lid 2 of 6 lid 2 van deze verordening bedoelde verbod van toepassing is, geacht een ontheffing te zijn van het verbod vervat in artikel 2 lid 4, 3 lid 3, 5 lid 3 of 6 lid 3 van deze verordening. De ontheffing blijft met de daaraan verbonden voorschriften van kracht tot op het moment dat in de ontheffing zelf is bepaald.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadeel, gehouden in Rinsma State te Driesum op 26 januari 1999.
De raad voornoemd,
voorzitter.
, secretaris.
Gewijzigd per 13 juni 2013: toevoeging artikel 1 sub g en artikel 1a.
Burgemeester en wethouders der gemeente DANTUMADEEL;
gelezen het advies van de sector Gemeentewerken d.d. 23 december 1998;
gelet op artikel 2, derde lid, van de Ligplaatsenverordening Dantumadeel;
I de volgende categorieën van vaartuigen aan te wijzen waarop het in artikel 2, eerste lid, van de Ligplaatsenverordening Dantumadeel gestelde verbod niet van toepassing is:
II dat dit besluit in werking treedt op het tijdstip van intrekking van de Ligplaatsenverordening Friesland c.q. het tijdstip van intreding van de Ligplaatsenverordening Dantumadeel.
Burgemeester en wethouders voornoemd, secretaris, de burgemeester,