Organisatie | Dantumadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels wet inburgering gemeente Dantumadiel 2010 e.v. |
Citeertitel | Beleidsregels wet inburgering gemeente Dantumadiel 2010 e.v. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Bestuur, burger, veiligheid |
Geen
Art. 14 van de Verordening Wet inburgering Dantumadiel 2010 e.v.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-06-2011 | Geen | 05-04-2011 Kollumer Courant, 1 juni 2011 | Onbekend |
Het College van de gemeente Dantumadiel kan conform artikel 14 van de Verordening Wet inburgering Dantumadiel 2010 e.v. nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.
Deze beleidsregels hebben tot doel om een uniforme werkwijze te creëren ten aanzien van alle inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars in de gemeente Dantumadiel.
Bij algemene maatregel van bestuur kan de minister de gemeenten specifieke werkwijzen voorschrijven. Deze werkwijzen gaan altijd boven de door het college vastgestelde beleids- en uitvoeringsregels.
Artikel 3 Inburgerings- of taalkennisvoorziening
Voor inburgeraars waarvoor het reguliere aanbod niet passend is kent het college op verzoek een Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) toe.
Voorwaarden toekenning Persoonlijk Inburgering Budget (PIB)
Het beheer van het Persoonlijk Inburgering Budget (PIB) wordt verzorgd door de productgroep Wolwêzen/WYS van de gemeente Dantumadiel/Dongeradeel. De volgende voorwaarden worden verbonden aan de toekenning van een PIB:
Het inburgeringbedrijf maakt een offerte, die minimaal bestaat uit:
Artikel 4 De inning van de eigen bijdrage
Voor alle inburgeraars geldt de eigen bijdrage waarvan de hoogte vastgesteld bij Wet (Wi). Uitzondering hierop geldt voor de vrijwillige inburgeraar die op last van het college, dan wel een andere uitkeringsinstantie zoals het UWV, een gecombineerde voorziening dient te volgen, deze is geen eigen bijdrage verschuldigd. Voor de verplichte inburgeraar met uitkering geldt dat de eigen bijdrage wordt ingehouden op de uitkering. De wijze van inning dient duidelijk in de beschikking of overeenkomst te worden vermeld. Er wordt een maximale inningtermijn gehanteerd van 10 termijnen. Afhankelijk van de hoogte van inkomsten wordt de termijnbetaling naar beneden bijgesteld.
Artikel 5 Reiskostenvergoeding
Voor de verplichte inburgeraar geldt dat de reiskosten van de woonplaats naar de leslocatie en visa versa worden vergoed op basis van openbaarvervoer en worden vergoed.
Artikel 7 Ontheffing van de inburgeringsplicht
Ontheffen van de inburgeringplicht op basis van een lichamelijke of psychische belemmering dan wel een verstandelijke handicap (Artikel 6 van de Wet inburgering).
De inburgeringsplichtige dient een verzoek voor ontheffing van de inburgeringplicht op basis van lichamelijke of psychische belemmeringen dan wel een verstandelijke handicap in bij het College van de gemeente Dantumadiel. Dit verzoek is vergezeld van een duidelijke motivatie. Het verzoek wordt in behandeling genomen door de consulent Inburgering.
Op verzoek van de consulent Inburgering dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak voor ontheffing van de inburgeringplicht.
Ontheffing wordt alleen verleend aan de hand van een advies over de aard en de omvang van de lichamelijke of psychische beperking dan wel de verstandelijke beperking van een onafhankelijk arts, die ingeschreven staat in het BIG-register en gecertificeerd is voor medische advisering inburgeringsexamen.
Indien de arts aangeeft dat de lichamelijke of psychische beperking dan wel de verstandelijke handicap van dien aard is dat het behalen van het inburgeringexamen binnen 5 jaar na de aanvraag van de ontheffing, niet realistisch is, kan het college een ontheffing van de verplichting afgeven.
Indien de arts van mening is dat deelname aan een inburgeringsvoorziening met aanpassingen mogelijk is, geeft hij in zijn advies aan welke aanpassingen noodzakelijk zijn om de inburgeringsplichtige toch aan een inburgeringvoorziening te laten deelnemen.
Artikel 9 Ontheffing op basis van onvoldoende leervermogen (Artikel 31, lid 2 onder b van de Wet inburgering)
De inburgeringsplichtige kan een verzoek voor ontheffing van de inburgeringplicht op basis van onvoldoende leervermogen bij het college indienen vanaf 6 maanden voor het verstrijken van de inburgeringtermijn. Dit verzoek is vergezeld van een verklaring van een onderwijsinstelling waaruit dit onvoldoende leervermogen blijkt.
Op verzoek van het college dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak voor ontheffing van de inburgeringplicht.
Indien op grond van de door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen wordt vastgesteld dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is om het inburgeringexamen te halen, wordt ontheffing verleend.
In bijzondere gevallen kan het college ambtshalve beslissen tot ontheffing.
Het college kan ook eerder op een aanvraag ontheffing verlenen, indien gelet op de door inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen om te voldoen aan de inburgeringsplicht, het vasthouden aan de zes maanden termijn onbillijk zou zijn.
Artikel 10 Verlenging van de inburgeringtermijn en handhaving
De inburgeringsplichtige kan op grond van artikel 31,32 en 33 van de wet een verzoek omtrent de verlenging van de inburgeringtermijn vanaf 6 maanden voor het verstrijken van de inburgeringtermijn schriftelijk indienen bij het college. Dit verzoek is vergezeld van een duidelijke motivatie. Op verzoek van het college dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak tot verlenging van de inburgeringtermijn. Indien aantoonbare medische, sociale of dringende individuele redenen daartoe aanleiding geven, gaat het college over tot het verlengen van de inburgeringtermijn met een redelijke termijn, te rekenen vanaf de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn behaald en die het college heeft vastgelegd in de eerder afgegeven beschikking. Indien het college niet in staat is de aangevoerde redenen te beoordelen kan advies bij een daarvoor aangewezen onafhankelijke derde worden opgevraagd. Het college kan in bijzondere gevallen in afwijking van de redenen genoemd in lid 3 van dit artikel ambtshalve verlenging van de inburgeringtermijn verlenen ten gunste van de inburgeraar.
De termijn* voor het voldoen aan de inburgeringsplicht is sedert 19 december 2009 voor alle inburgeringsplichtigen 3,5 jaar.
Artikel 11 Het opleggen van een boete aan inburgeringsplichtige (Artikel 38, lid 2 van de Wet inburgering)
De mate van verwijtbaarheid wordt afgestemd op de feiten, omstandigheden, ernst van de gedraging, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.
Het college neemt een besluit over de hoogte van de boete en het maximale aantal termijnen waarin de boete moet worden betaald. Naast de wettelijk vereiste onderdelen legt het college de hoogte van de boete en het aantal termijnen waarin de boete moet worden betaald, vast in een beschikking.
Indien de vrijwillige inburgeraar onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de met hem overeengekomen voorziening, zal ten hoogste een bedrag van € 250,-worden teruggevorderd. Bij de vrijwillige inburgeraar is het opleggen van een boete, als genoemd in artikel 11 van deze beleidsregels, niet mogelijk.
Voor toepassing van artikel 7, 8, 9 en 10 dient een verzoek te worden ingediend.
Het college beslist binnen 8 weken op een ingediend verzoek zoals beschreven in de artikelen 7, 8, 9 en 10 van dit uitvoeringsbesluit (artikel 2.8, lid 2 van het Besluit inburgering).
Als het college de inburgeringsplichtige verzoekt om aanvullende informatie dan heeft dit een opschortende werking ten aanzien van de termijn als genoemd in lid 2. De aanvullende informatie dient binnen 10 werkdagen te worden verstrekt. Indien er advies van derden wordt opgevraagd, beslist het college binnen 4 weken na ontvangst van het advies. Indien er al in het kader van de Wet werk en bijstand een medisch advies van de inburgeringsplichtige beschikbaar is, kan dit advies worden betrokken bij de beoordeling van het verzoek tot verlenging of ontheffing van de inburgeringplicht. Voorwaarde is dat het medische advies is opgesteld door een arts die gecertificeerd is voor de Wet inburgering. Het advies mag niet ouder zijn dan 6 maanden. De inburgeringsplichtige dient toestemming te geven voor het gebruik van het medische advies.
Als voor deelname of verdere deelname aan een inburgeringvoorziening zodanige kosten zijn gemoeid, dat deze in verband met een verantwoorde besteding van middelen niet of niet langer proportioneel worden geacht, kan het college afwijken van dit besluit.
Het college kan voorts afwijken van dit besluit voor zover een strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor de inburgeraar.