Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen Opmeer |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen Opmeer 1992 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | artikel 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 | 14-12-2023 | |||
06-11-1992 | 29-12-2023 | nieuwe regeling | 11-06-1992 Noordhollands Dagblad, 5 november 1992 | raadsvoorstel 6.50, 04-11-1992 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op artikel 7, 21, 26-29 en 38, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 168 van de gemeentewet;
VERORDENING op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
begraafplaats: de begraafplaatsen welke zijn gelegen bij de Nederlands Hervormde Kerkgebouwen te Aartswoud, Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek;
eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;
gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
beheerder: degene die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.
gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
grafbeplanting: beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door of namens de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt.
De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regels bepalen hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Termijnen eigen graven
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 15 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 16 Sluiting van graven
Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.
Artikel 17 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en Wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende.
Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 19 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.
Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf, kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.
De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 28 vervallen verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 tot en met 8, 17 en 18 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.