Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Verordening Speelautomatenhallen Zwolle

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Speelautomatenhallen Zwolle
CiteertitelVerordening speelautomatenhallen Zwolle
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde
Externe bijlageKaart speelautomatenhallen Zwolle

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Welke regels gelden voor het starten van een speelautomatenhal?

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 30c Wet op de kansspelen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-200517-07-2018nieuwe regeling

19-09-2005

de Peperbus, 09-11-2005

gb 1-2005.137

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Speelautomatenhallen Zwolle

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb.2000, 223 ;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    speelplaatsen: het aantal plaatsen aan een speelautomaat waarbij gelijktijdige deelname aan het spel mogelijk is.

  • e.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • f.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • g.

    Speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • h.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • i.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • j.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen voor die delen van de gemeente, die op de bij deze verordening behorende kaart zijn aangegeven.

  • 3.

    De vergunning als bedoeld in lid 2 wordt verleend voor maximaal 55 speelautomaten dat maximaal 79 speelplaatsen oplevert, met als voorschrift dat de ondernemer met betrekking tot de speelautomaten in het kader van de productdifferentiatie een ideale mix opstelt.

Artikel 3

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en fabrieken;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

  • e.

    een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze met voldoende zekerheden in afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

  • f.

    een bewijst dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole, waarbij de leeftijd van 21 jaar op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd;

  • g.

    een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten brancheorganisatie;

  • h.

    een bewijs waaruit blijkt, dat de ondernemer voornemens is in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal een Kema keur certificaat voor de exploitatie van de speelautomatenhal te verkrijgen;

  • i.

    een plan waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet bijdraagt aan het gemeentelijke beleid tegen gokverslaving.

Artikel 4

De burgemeester volgt, alvorens hij beslist op een aanvraag, de Openbare voorbereidingsprodedure als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Tevens zal de burgemeester ten aanzien van de aanvrager een toets op grond van de Wet BIBOB doen.

Artikel 5
  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie en de inrichting van de hal;

    • e.

      de leeftijdsgrens van 21 jaar;

    • f.

      toegangscontrole;

    • g.

      reclame;

    • h.

      KEMA- keurcertificaat van de speelautomatenhal.

Artikel 6
  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7
  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • e.

    indien het KEMA-keurcertificaat door de ondernemer in het 1e jaar van exploitatie van de speelautomatenhal niet wordt verkregen;

  • f.

    indien het KEMA-keurcertificaat wordt verloren door de ondernemer.

Artikel 9
  • 1.

    Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen Zwolle.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking 8 dagen na de bekendmaking van dit besluit.

Toelichting

Artikel 1

De in artikel 1 gegeven omschrijving van 'weg' is ruimer dan die van de wegenverkeerswetgeving en omvat met name ook de kampeerplaatsen.

De kampeerplaatsen worden in het bijzonder vermeld, omdat in kantines op campings speelautomaten mogen worden opgesteld, wanneer het inrichtingen betreft in de zin van artikel 30 c van de wet. De begrippen behendigheidsautomaat en kansspelautomaat zijn in artikel 1 van het Speelautomatenbesluit opgenomen. De omschrijving is gelijkluidend aan artikel 1, onder d en e van de verordening.

Artikel 2

Het motief dat aan het vergunningvereiste ten grondslag ligt is de openbare orde, meer in het bijzonder de leef- en woonsituatie, te beschermen. Bij de weigeringsgronden wordt hierop nader ingegaan.

Het is niet mogelijk om alleen behendigheidsautomaten toe te staan in een speelautomatenhal. In een speelautomatenhal is het wel mogelijk productdifferentiatie in te voeren. Productdifferentiatie wil zeggen dat er andere (afwijkende) kansspelautomaten kunnen worden geplaatst dan in horeca-inrichtingen. De volgende automaten zijn toegestaan: meerspelers, kansspel-automaten met een gekoppeld jackpotsysteem, Pre-Nijpels-automaten, "Nijpels"-automaten en behendigheidsautomaten.

In lid 3 wordt een maximaal aantal speelautomaten genoemd. Het is de bedoeling dat de aanvrager de ideale mix opstelt. Het Ministerie van Economische zaken, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de GGZ Nederland, de VNG en de VAN Speelautomaten Brancheorganisatie hebben een richtlijn ontwikkeld voor een speelautomatenhal.

 

Amusementscentra < 100 m2

  • -

    huidige kansspelautomaat

  • -

    gekoppelde jackpot van maximaal € 2.275,--

  • -

    opstellen één meerspeler

 

Amusementscentra 100-200 m2

  • -

    huidige kansspelautomaat

  • -

    gekoppelde jackpot van maximaal € 2.275,--

  • -

    opstellen twee meerspelers

 

Amusementscentra >200m2

  • -

    huidige kansspelautomaat

  • -

    gekoppelde jackpot van maximaal € 2.275,--

  • -

    opstellen vier meerspelers

 

De gedachte achter de meerspelers is dat zij door de sociale controle minder verslavend zouden zijn.

Artikel 3

De ondernemer kan tevens eigenaar en beheerder zijn, maar het is ook mogelijk dat deze hoedanigheden niet samenvallen. De bescheiden die moeten worden overgelegd zijn afhankelijk van de concrete situatie die zich voordoet.

De onder c bedoelde verklaring kan bij voorbeeld een huurcontract zijn, waaruit de beschikkingsbevoegdheid blijkt.

Het aangeven van het aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten in de plattegrond, als bedoeld onder a, staat in verband met artikel 21 van het Speelautomatenbesluit. Het staat los van het in artikel 6, derde lid, onder c, bepaalde op grond waarvan in de exploitatievergunning beperkingen kunnen worden gesteld aan het aantal speelautomaten.

h.De KEMA certificering is ontwikkeld in samenspraak met diverse belanghebbende en deskundigen op het gebied van speelautomaten. Halfjaarlijks worden door de KEMA audits uitgevoerd om te bezien of de betrokken speelautomatenhal aan de gestelde criteria voldoen en er worden veelal ook voorstellen gedaan om tot verbetering van alle bedrijfsprocessen te kunnen komen. KEMA kan bepalen dat een speelautomatenhal niet voldoet aan de gestelde criteria en haar goedkeuring verder onthouden aan een KEMA-keur exploitatie. De ondernemer krijgt een herstelkans, als de ondernemer niet slaagt zal het KEMA keur certificaat worden ingetrokken. Door verlies van het KEMA keur certificaat zal de vergunning worden ingetrokken.

Artikel 4

De voorbereidingsprodedure. Ingevolge artikel 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

De BIBOB toets, zoals die in de gemeentelijke beleidslijn omtrent BIBOB is vastgelegd, zal ook bij vergunningen in het kader van deze verordening worden toegepast.

Artikel 5

Ingevolge lid 1 kan de vergunning uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is deze niet overdraagbaar. De ondernemer is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert. De vergunning is persoonlijk en is gekoppeld aan de hoedanigheid van de ondernemer.

In de Algemene plaatselijke verordening Zwolle is in artikel 2.3.1.4 een bepaling ten aanzien van sluitingtijden horeca opgenomen. De speelautomatenhal wordt hiervan uitgezonderd.

Voorschriften en beperkingen met betrekking tot het aantal en het type speelautomaten zijn niet alleen te verbinden aan de aanwezigheidsvergunning. In beginsel kunnen deze voorschriften en beperkingen ook worden gekoppeld aan de exploitatievergunning. Met het oog daarop is onderdeel c in het derde lid opgenomen. Bij de vaststelling van het aantal toe te laten automaten is gewicht toe te kennen aan de plaats en de wijze van exploitatie.

Artikel 6

Het bepaalde onder a levert een extra weigeringsgrond op. Het vereiste onder b dient om een

speelautomatenhal duidelijk van de openbare weg af voor een ieder herkenbaar te maken. Tevens om te voorkomen dat in een achteraf lokaal van een gebouw, waarin bij voorbeeld een horecabedrijf wordt uitgeoefend, een speelautomatenhal wordt geëxploiteerd en deze automatenhal mede of uitsluitend via het andere bedrijf bereikbaar zou zijn.

Het criterium openbare orde wordt niet opgenomen in de verordening voor de exploitatie van speelautomatenhallen. De wet noemt dit criterium al in verband met de weigeringsgronden voor een aanwezigheidsvergunning van speelautomaten.

De strekking van de verordening is het afwenden van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de hal.

De jurisprudentie op artikel 30 van de Wet op de kansspelen geeft blijk dat bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een speelautomatenhal acht mag worden geslagen op de mogelijke gevolgen voor het leefklimaat.

In het bepaalde onder e komt tot uiting dat de vergunning dient te worden geweigerd, wanneer gevreesd moet worden dat de woon- en leefsituatie door de vestiging van (nog) een hal op ontoelaatbare wijze zal worden aangetast. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat, het winkelniveau aldaar en van de wijk waarin de speelautomatenhal is gelegen of zal komen te liggen. In de beoordeling van de aanvrage wordt de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan betrokken.

Het is ook mogelijk om een vergunning te weigeren, wanneer er sprake is van een op ontoelaatbare wijze aantasten van het karakter van een (deel van) winkelstraat/-buurt/-centrum. Dit kan bij voorbeeld het geval zijn in een winkelstraat met winkels van een 'exclusief' karakter. Door de vestiging van een automatenhal zal er sprake (kunnen) zijn van een ontoelaatbaar spanningsveld, waardoor een te grote inbreuk mag worden gevreesd op de bestaande functie van de winkelstraat.

Onder f is als weigeringsgrond opgenomen dat er geen sprake mag zijn van strijd met een geldend bestemmingsplan.In dit verband dient gewezen te worden op de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing die het bestemmingsplan nogal eens biedt, alsook de mogelijkheid van een anticipatieprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 50, achtste lid, van de Woningwet.

Deze mogelijkheden beperken de burgemeester niet in de weigeringsmogelijkheid, maar het is een zaak van behoorlijk bestuur om, voordat tot weigering van de vergunning wordt overgegaan, de mogelijkheid van ontheffing, vrijstelling of anticipatie in overweging te nemen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt handelen op grond van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan beschouwd als handelen in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. Doel van dit lid is de koppeling van de vereiste vergunning met het planologisch regime. Vereist is dus niet dat de locatie waar vergunning voor wordt gevraagd is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van deze verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden.

Artikel 7

Indien een ondernemer de beheerder verliest, hetzij door overlijden, hetzij door vertrek, behoeft de ondernemer de bedrijfsuitoefening niet te staken, indien binnen de aangegeven termijn een nieuwe vergunning wordt aangevraagd. Het vervallen van de bestaande vergunning van rechtswege betekent dat belanghebbenden hiertegen geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen, aangezien van een beschikking geen sprake is.

Het verdient aanbeveling schriftelijk mededeling te doen van de constatering, dat niet meer wordt voldaan aan de eisen die aan een beheerder worden gesteld. Daarbij kan er op gewezen worden dat een situatie dreigt waardoor de vergunning kan vervallen.De vaststelling van de termijnen is arbitrair. Voor de in het tweede lid gestelde termijn zou aansluiting kunnen worden gezocht bij artikel 34, tweede lid, van de Drank- en horecawet, waarvoor een soortgelijke situatie een termijn van zes maanden wordt gesteld na het verlies van bedoelde hoedanigheid.

Artikel 8

Met betrekking tot de in lid b, genoemde intrekkingsgrond (intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten) zij opgemerkt, dat bij gebruikmaking daarvan de motivering aan zware eisen dient te voldoen. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij er op vertrouwen dat een aan hem verleende vergunning normaal gesproken in stand blijft temeer gelet op de financiële consequenties.

Artikel 9

Het eerste lid van het onderhavige artikel beoogt aan de erfgenamen bij overlijden van een ondernemer enig respijt te geven om zich te beraden over de al dan niet voortzetting van het bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 6, eerste lid, is de vergunning niet overdraagbaar en dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd door degene die de exploitatie voortzet. In afwachting hiervan behoeft de bedrijfsuitoefening niet te worden gestaakt, mits de aard van de inrichting en overige omstandigheden ongewijzigd blijven.

Bij wisseling van ondernemerschap geldt eveneens dat de bedrijfsuitoefening niet behoeft te worden gestaakt gedurende de beslissingsperiode op een nieuwe aanvraag. Ook hier geldt als voorwaarde, evenals in het eerste lid, voor het voortzetten van de exploitatie dat de aard van de inrichting en de wijze van exploitatie ongewijzigd blijven.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.