Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

Regeling van de Minister van Algemene Zaken van de 1e  september 2014, houdende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Zuid-Sudan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingRegeling van de Minister van Algemene Zaken van de 1e  september 2014, houdende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Zuid-Sudan
CiteertitelSanctieregeling Zuid-Sudan
Vastgesteld doorMinister van Algemene Zaken
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Sanctielandsverordening, artikel 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-09-201426-06-2015Nieuwe regeling

01-09-2014

AB 2014, no. 65

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Sanctieregeling Zuid-Sudan

Artikel 1

In deze ministeriële regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Verordening 748/2014: Verordening 748/2014 van de Raad van de Europese Unie van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Zuid-Sudan (Pb 2014, L203);

  • b.

    Besluit 2014/449/GBVB: Besluit 2014/449/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Zuid-Sudan (Pb 2014, L203).

Artikel 2

Verordening 748/2014 en Besluit 2014/449/GBVB zoals opgenomen in de Bijlage zijn van overeenkomstige toepassing in Sint Maarten.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 5, eerste en tweede lid, 10 en 11 van Verordening 748/2014.

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening 748/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 3 of 4 van Verordening 748/2014 van toepassing is.

  • 3. Het verbod te handelen in strijd met artikel 5, eerste en tweede lid, geldt niet in gevallen waarin artikel 6, eerste lid, 7, eerste lid, 8, eerste lid of 9 van Verordening 748/2014 van toepassing is.

Artikel 4

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 3, 6 eerste lid, 7, eerste lid en 8, eerste lid van Verordening 748/2014, is voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of economische middelen: de Minister van Algemene Zaken in overeenstemming met de betrokken minister of ministers en gehoord de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten.

  • 2. De bevoegde autoriteit aan welke melding moet worden gedaan als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid en 10, eerste lid van Verordening 748/2014 is de Minister van Algemene Zaken.

Artikel 5

  • 1. Indien Bijlage I bij Verordening 748/2014 in het vervolg wordt gewijzigd, wordt deze ministeriële regeling geacht eveneens van toepassing te zijn op daaraan toegevoegde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

  • 2. Wijzigingen als bedoeld in het eerste lid treden in werking op de eerste dag na uitgifte van het Afkondigingsblad, waarin het besluit tot bekendmaking van deze wijzigingen is geplaatst.

Artikel 6

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 1 van Besluit 2014/449/GBVB.

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 1 van Besluit 2014/449/GBVB, geldt niet in gevallen waarin artikel 2 van Besluit 2014/449/GBVB van toepassing is.

Artikel 7

Ingevolge artikel 12 van Verordening 748/2014 wordt aan artikel 15, tweede lid, van de Sanctielandsverordening bij de uitvoering van deze regeling geen uitvoering gegeven.

Artikel 8

  • 1. Vorderingen als bedoeld in artikel 13 van Verordening 748/2014 worden niet toegewezen indien deze worden ingesteld door de in onderdelen van het eerste lid van dat artikel genoemde entiteiten, personen, of lichamen.

  • 2. In elke procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat een dergelijke vordering niet op grond van het eerste lid hoort te worden afgewezen door de eiser geleverd.

  • 3. Dit artikel geldt onverminderd het recht als bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Verordening 748/2014.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Zuid-Sudan.

Artikel 10

[regelt de inwerkintreding]