Organisatie | Eemsmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening winkeltijden Eemsmond |
Citeertitel | Verordening winkeltijden Eemsmond |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 3, Winkeltijdenwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-06-2014 | 01-04-2016 | Nieuwe regeling | 08-05-2014 | 07-10.2014 |
Artikel 2. Algemene vrijstelling bepaalde winkels
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
winkels, waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment;
Artikel 4 Straatverkoop van bepaalde goederen
Het college kan bepalen dat de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestda-gen, wel gelden voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcohol vrije dranken.
Artikel 5 Vrijstelling voor bepaalde zon- en feestdagen
Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een vrijstelling op de door het college aangewezen zon- of feestdagen, met uitzondering
van Eerste Kerstdag, eerste Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste Pinksterdag. Per kalenderjaar kunnen ten hoogste zestien dagen worden aangewezen.
Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze veror-dening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezicht-houders.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Eemsmond,
gehouden op 8 mei 2014.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet (Wtw). Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of, en in hoeverre, zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden.
De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de nu nog geldende Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling (supermarkt), komen namelijk te vervallen. De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:
De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten.
De beperkingen voor het gemeentelijk beleid voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.
Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
Bij de inwerkingtreding van de initiatiefwet is een deel van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. De vervallen bepalingen kunnen echter desgewenst overgeheveld worden naar de gemeentelijke verordening.
Voor de volledigheid; in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn uitzonderingen opgenomen voor bepaalde winkels, zodat die, ongeacht of er in de betreffende gemeente koopzondagen zijn toegestaan, op zon- en feestdagen open mogen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om videotheken en winkels in musea.
Op grond van de wijzigingswet komt de grondslag voor o.a. de artikelen 10 en verder van het
Vrijstellingenbesluit te vervallen. Dit betekent dat winkels die voorheen op basis van deze
vrijstellingen open mochten zijn, dit na de inwerkingtreding van de wijzigingswet niet meer mogen, tenzij er op dat moment op gemeentelijk niveau een vrijstelling voor hen geldt. Dit kan door de vrijstellingen “over te hevelen” naar de gemeentelijke verordening, of door daarin een ruime vrijstellingsregeling op te nemen waar in ieder geval ook die winkels onder vallen.
Soorten winkels die nog steeds zijn vrijgesteld door het vrijstellingsbesluit zijn:
Hierop heeft de gemeente middels de winkeltijdenverordening geen beleidsruimte. Wel via
instrumenten van de ruimtelijke ordening, openbare orde e.d.
De soorten winkels die voorheen in het vrijstellingsbesluit vielen en die nu overgeheveld kunnen worden naar de verordening zijn o.a.:
De winkels genoemd onder g en h zijn in onze gemeente niet van toepassing, derhalve zijn deze niet overgeheveld in de verordening.
Totstandkoming en beleidsproces
Bij de totstandkoming van de winkeltijdenverordening zijn verschillende belangen afgewogen, te weten:
Deze belangen zijn afgezet tegen een aantal mogelijke varianten:
Variant 3, waarbij de het college, in plaats van 8 zon- en feestdagen, 16 zon- en feestdagen kan aanwijzen, waarop het verbod niet geldt, komt naar ons oordeel het meest tegemoet aan de afgewogen belangen. Deze variant is uiteindelijk uitgewerkt in de winkeltijdenverordening.
Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet.
Artikel 2 Algemene vrijstelling bepaalde winkels
Het betreft hier, voor zover de winkels genoemd onder a t/m c, een exacte kopie van artikel 10 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Het gaat bij deze vrijstelling om vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij gaat het onder meer om snackbars, videotheken en winkels in musea.
De categorie genoemd onder sub d heeft betrekking op winkels die zich speciaal richten op de verkoop van kunst, antiek of curiosa. Het gaat bij kunst (schilderijen, beelden e.d.) om de verkoop in kunstateliers of galeries. Bij antiek of curiosa dient het niet in hoofdzaak te gaan om de verkoop van 'goederen'. De commercie is derhalve van ondergeschikte aard. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een antiek- en curiosaroute, waarbij overwegend sprake is van een toeristisch en recreatief karakter. Het betreft hier nadrukkelijk geen vrijstelling voor tweedehandswinkels.
Artikel 3 Openstelling anders dan voor verkoop Het betreft hier een exacte kopie van artikel 11 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Het gaat hierbij om winkels die toegang geven tot respectievelijk een restaurant of lunchroom dan wel (brom)fietsverhuur. Het gaat nadrukkelijk niet om de verkoop van goederen.
Artikel 4 Straatverkoop van bepaalde goederen
Het betreft hier een exacte kopie van artikel 12 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.
Ingevolge artikel 2, tweede lid, Winkeltijdenwet geldt een verbod voor markt- en straathandel en handel te water op bepaalde dagen of gedurende bepaalde tijstippen. Het voormalig artikel 12 van het vrijstellingenbesluit gaf hiervoor een vrijstelling. Deze vrijstelling is in deze verordening weer opgenomen, zodat standplaatshouders (mits dat past in de standplaatsvergunning) ook op zon- en feestdagen handel kunnen drijven.
In het tweede lid is, evenals in de vorige winkeltijdenverordening, de mogelijkheid voor het college geboden om deze vrijstelling te beperken of op te heffen.
Artikel 5. Vrijstelling voor bepaalde zon- en feestdagen
Dit artikel is in feite de bestaande “zon- en feestdagenregeling” maar met een verdubbeling van het aantal aan te wijzen zon- en feestdagen. Het maximale aantal zon- of feestdagen bedraagt 16 per kalenderjaar. De overweging is dat er dan gemiddeld elke maand een extra verkoopdag kan zijn met daarnaast nog vier extra mogelijkheden. Het college kan eerste Kerstdag, eerste Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste Pinksterdag niet aanwijzen.
In Eemsmond verwachten we niet dat de zondagopenstelling de zondagsrust dermate verstoord dat sprake is van een onaanvaardbare aantasting van deze zondagsrust. Wel is de gemeente van mening dat de zondagsrust enigszins beschermd dient te worden. Daarom geldt er geen algemene vrijstelling van de zondagen en is een aantal feestdagen uitgezonderd.
Artikel 6. Individuele ontheffingen
In bijzondere omstandigheden biedt dit artikel de mogelijkheid om op aanvraag een ontheffing te verlenen aan een enkele winkel. Deze ontheffing kan betrekking hebben op zondagen, feestdagen of werkdagen van 22.00 tot 06.00 uur.
Het gaat hier om incidentele uitzonderingsgevallen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat hiermee een structurele of substantiële uitbreiding van het bepaalde in artikel 5 van deze verordening wordt bewerkstelligd. Dit omdat deze vrijstellingen zorgvuldig zijn gekozen en vastgesteld ter bescherming van de zondagsrust.
Afgezien van het criterium dat het dient te gaan om een incidenteel en bijzondere omstandigheid, kan deze ontheffing daarnaast worden geweigerd als de woon- en leefbaarheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloedt door openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.