Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor Coffeeshops en overige lokalen |
Citeertitel | Beleidsregels voor Coffeeshops en overige lokalen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en Veiligheid |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 31-08-2016 | Aangepaste regeling | 25-04-2013 Veenendaalse krant | Onbekend |
Indien in een voor het publiek toegankelijk lokaal (bv. een café) of een daarbij behorend erf drugs worden verkocht of verstrekt kan de burgemeester deze sluiten. De sluiting is feitelijk van aard, en brengt met zich mee dat het lokaal en het erf door niemand mogen worden betreden. De burgemeester bepaalt de duur van de sluiting.
In het belang van de bescherming van het woon- en leefklimaat en de openbare orde gaat de burgemeester over tot sluiting van iedere inrichting of perceel waarin middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet worden verhandeld zonder dat daartoe op grond van die wet vereiste verloven zijn verstrekt. Evenzeer wordt tot sluiting overgegaan wanneer het aannemelijk is dat buiten de inrichting, doch in directe relatie daarmee, de hiervoor genoemde middelen zonder de vereiste verloven worden verhandeld.
Artikel 3 Bestaande coffeeshops
In afwijking van het gestelde in artikel 2 zal tegen de coffeeshops Schrijverspark 81, Prins Bernhardlaan 3 en Zandstraat 55 door de burgemeester slechts bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, indien:
het verhandelen van softdrugs in de coffeeshop door een andere natuurlijke of rechtspersoon wordt voortgezet (na beëindiging van de exploitatie van de betreffende inrichting) dan door degene die, blijkens de vergunning verleend op grond van de APV voor het verstrekken van alcoholvrije dranken, gerechtigd is de betreffende inrichting te exploiteren;
Indien sprake is van het gestelde in artikel 3 lid 1 sub b. (aanwezigheid minderjarigen), c. (verkoop softdrugs op de openbare weg in relatie tot de coffeeshops), d. (overlast), f. (verkoop alcoholhoudende dranken), g. (handelsvoorraad >500g) , h. (verkoop >5g per keer), i. (affichering) of j. (verkoop aan niet-ingezetenen) vindt sluiting van een bestaande coffeeshop, plaats voor de duur van twee weken. Indien sprake is van recidive binnen twee jaar vindt sluiting plaats voor de duur van 3 maanden. Indien binnen 2 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor twaalf maanden;
Artikel 6 Intrekking vergunning voor de exploitatie van het horeacabedrijf
Onverminderd het bepaalde in de APV en het bepaalde in artikel 5, vindt intrekking van de op grond van de APV verleende vergunning voor de exploitatie van een horecabedrijf plaats indien redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat degene die de feitelijke leiding heeft in de coffeeshop direct of indirect betrokken is bij de onder artikel 3 lid 1 sub a. (handel harddrugs) en e. (criminele activiteiten) genoemde activiteiten;
Onverminderd het bepaalde in de APV vindt intrekking van de in het eerste lid genoemde vergunning tevens plaats indien binnen een periode van twee jaar na afloop van een sluiting wegens recidive redelijkerwijs kan worden aangenomen dat er sprake is van herhaling van het gestelde onder artikel 3 lid 1 sub b. (aanwezigheid minderjarigen), c. (verkoop softdrugs op de openbare weg in relatie tot de coffeeshops), d. (overlast), f. (verkoop alcoholhoudende dranken), g. (handelsvoorraad >500g) , h. (verkoop >5g per keer), i. (affichering) of j. (verkoop aan niet-ingezetenen).
De burgemeester kan de toepassing van een of meerdere regels van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van deze beleidsregels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.