Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang gemeente Bladel |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang gemeente Bladel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervallen van rechtswege
Beleidsnota Wet kinderopvang (Wk) gemeente Bladel
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | vervallen van rechtswege | 01-01-2013 onbekend | Onbekend | |
25-07-2010 | 01-01-2005 | 01-01-2013 | vervallen van rechtswege | 23-12-2004 De Lantaarn, 17-07-2010 | R2004.109 |
De raad van de gemeente Bladel;
gelezen het voorstel van het college van 3 augustus 2004;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2004;
gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang en artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling
van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te
gezien de brief van 18 augustus van de minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer der Staten generaal, waarin hij aankondigt artikel 6 lid 1, onder k, artikel 6, eerste lid onder l, en artikel 23 van de Wet kinderopvang vooralsnog per 2005 niet in werking te laten treden;
§ 2 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie
Artikel 4 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
§ 4 Verlening van de tegemoetkoming
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.
Artikel 11 Omvang van de kinderopvang
In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.