Organisatie | Lisse |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Coördinatieverordening Lisse 2013 |
Citeertitel | Coördinatieverordening Lisse 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-04-2013 | nieuwe regeling | 29-03-2013 Witte Weekblad, 3 april 2013 | w036524 |
De raad van de gemeente Lisse,
gelezen het voorstel d.d. 19 februari 2013 van burgemeester en wethouders,
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3:30 van de Wet ruimtelijke ordening,
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
a. Besluit: besluit als bedoeld in artikel 3:30, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening;
b. Coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;
c. Bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;
d. Uitwerkingsplan, wijzigingsplan: een uitwerkingsplan respectievelijk een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);
e. Bouwen: bouwen als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
f. Omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo of een fase daarvan, als bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo;
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit om een bestemmingsplan, een uitwerkingsplan of een wijzigingsplan vast te stellen met het besluit over één of daarmee samenhangende omgevingsvergunningen en andere gerelateerde vergunningen en/of ontheffingen die noodzakelijk zijn om het bouwplan te verwezenlijken.
Artikel 3 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd
In de volgende gevallen en onder de volgende condities bevordert het college van burgemeester en wethouders desgewenst een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2:
a. Het besluit over een aanvraag om een omgevingsvergunning, die op het moment van indienen op grond van artikel 2.10, lid 1, sub c of artikel 2.11, lid 1 van de Wabo geweigerd zou moeten worden en die slechts op grond van artikel 2.12, lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan worden verleend, en het besluit over het bestemmingsplan of het uitwerkingsplan of het wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten; en
Artikel 4 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening mogelijk is.
In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening niet mogelijk.
a. Er moet op grond van artikel 7, tweede lid van de Wet milieubeheer een milieurapport worden opgesteld en het betreft geen deelproject van een grotere ontwikkeling waarvoor al een milieurapport is opgesteld.
b. Er moet op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening.
b. De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen; de procedure kan bepalen hoe het college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan artikel 3.20 van de Algemene wet bestuursrecht.
c. Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld onder lid a heeft vastgesteld is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en de op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 “Samenhangende besluiten” van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.
d. Bij de toepassing van lid c is het college van burgemeester en wethouders het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in artikel 3.22 van de Algemene wet bestuursrecht.