Organisatie | Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant |
Citeertitel | Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | ondermandaat bevoegdheden |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2014 | 01-01-2016 | Onbekend | 17-01-2014 Publicatieblad Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2014.02 | Onbekend |
De Regionaal Commandant van de Brandweer Midden- en West-Brabant:
dat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, op 14 november 2011, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft het ‘Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant heeft vastgesteld;
dat in het ‘Algemeen mandaat-. volmacht- en machtigingsbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant’ bevoegdheden worden toegekend aan de regionaal commandant met de mogelijkheid om door te mandateren;
dat het uit praktische oogpunt en ter bevordering van een vlotte afhandeling van zaken aanbeveling verdiend de afhandeling van daarvoor in aanmerking komende zaken door te mandateren aan de daarvoor in aanmerking komend functionarissen;
Het volgende ‘Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant’ vast te stellen:
I De uitoefening van bevoegdheden, die zijn genoemd in het ‘Ondermandaatoverzicht Brandweer Middden- en West-Brabant’, zoals opgenomen in bijlage A bij dit besluit, op te dragen aan de daarbij genoemde medewerkers en de daarbij genoemde specifieke bepalingen alsmede de onder IV van dit besluit algemeen gestelde bepalingen van toepassing te verklaren;
II Alle eerder verleende ondermandaatregelingen binnen de Brandweer Midden- en West-Brabant in te trekken;
III Indien een nieuw ondermandaat wordt verleend of een ondermandaat wordt gewijzigd of ingetrokken dit te verwerken in het ‘Ondermandaatoverzicht Brandweer Midden- en West-Brabant’;
IV Ten aanzien van de uitoefening van de verleende ondermandaten de volgende bepalingen vast te stellen:
en alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die verricht moeten worden binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.
4.Op volmachten en machtigingen zijn de artikelen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.
1.In geval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken ondertekend met:
Namens het Algemeen / Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant,
2.In geval van de uitoefening van ondertekeningsmandaat namens de regionaal commandant worden uitgaande stukken ondertekend met:
Overeenkomstig het in mandaat genomen besluit van de regionaal commandant Brandweer Midden- en West-Brabant,
In geval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend worden deze bevoegdheden in ondermandaat uitgeoefend door de plaatsvervangers, die in de ‘Vervangingsregeling (onder)mandaat Brandweer Midden- en West-Brabant’, die als bijlage B deel uitmaakt van dit besluit, door de regionaal commandant zijn aangewezen.
BIJLAGE A (Onder)mandaatoverzicht Brandweer Midden- en West-Brabant
BIJLAGE B: Vervangingsregeling (onder)mandaat Brandweer Midden- en West-Brabant
De regionaal commandant van de Brandweer Midden- en West-Brabant,
Gelet op artikel 4 van het Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant;
I plaatsvervangers aan te wijzen voor personen die ondermandaat hebben verkregen voor daarvoor in aanmerking komende zaken;
II te bepalen dat de onderstaande matrix zal gelden voor plaatsvervanging met betrekking tot bevoegdheden in ondermandaat met dien verstande dat de functionarissen in kolom 1 kunnen worden vervangen door de functionarissen in kolom 2:
De regionaal commandant van de Brandweer Midden- en West-Brabant,
Lijst behorende bij onderdeel 1.3.1
Uitvoering geven aan de hoofdstukken 1 tot en met 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb):
* art 2:1, lid 2: schriftelijke machtiging verlangen van vertegenwoordiger * art 2:3, lid 1: doorzenden geschriften aan een ander bestuursorgaan * art 2:3, lid 2: terugzenden geschriften aan afzender * art 3:2: vergaren van de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen * art 3:6, lid 1: aan adviseur aangeven binnen welke termijn een advies verwacht wordt * art 3:7, lid 1: aan adviseur gegevens ter beschikking stellen nodig voor vervulling van taak * art 3:11, lid 1: ontwerpbesluit en daarop betrekking hebbende stukken ter inzage leggen * art 3:12, lid 1: kennisgeven ontwerpbesluit in persblad of op andere geschikte wijze * art 3:13, lid 1: toezenden van ontwerpbesluit aan belanghebbenden, waaronder de aanvrager * art 3:14, lid 1: aanvullen ter inzage gelegde stukken met nieuwe relevante stukken en gegevens * art 3:15, lid 3: aanvrager in de gelegenheid stellen te reageren op zienswijzen * art 3:15, lid 4: degene tot wie besluit is gericht in de gelegenheid stellen te reageren op zienswijzen * art 3:17: opmaken van verslag van naar voren gebrachte zienswijzen * art 3:18, lid 2: verlengen termijn voor het nemen van een besluit * art 3:18, lid 4: mededeling doen dat geen zienswijzen naar voren zijn gebracht * art 3:41, lid 1: toezenden of uitreiken besluiten aan belanghebbenden onder wie de aanvrager * art 3:41, lid 2: bekendmaking besluit op andere wijze dan door toezending of uitreiking * art 3:42, lid 1: bekendmaking van besluiten die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht * art 3:42, lid 3: ter inzage legging van besluiten die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht * art 3:44, lid 1: toezending besluit aan degenen die over ontwerpbesluit zienswijze hebben ingebracht * art 3:44, lid 2: indien van toepassing afwijken van art 3:44, lid 1 overeenkomstig dit artikel * art 4:3a: het bevestigen van de ontvangst van een elektronische aanvraag * art 4:5, lid 1 aanvrager in gelegenheid stellen aanvraag aan te vullen en niet in behandeling nemen * art 4:5, lid 2: aanvrager in gelegenheid stellen aanvraag te vertalen en niet in behandeling nemen * art 4:5, lid 3 aanvrager in gelegenheid stellen aanvraag samen te vatten en niet in behandeling nemen * art 4:6, lid 2 afwijzen indien geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden * art 4:7, lid 1: aanvrager in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen ivm afwijzing * art 4:8, lid 1: belanghebbende in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen ivm afwijzing * art 4:11: achterwege laten van toepassing artikelen 4:7 en 4:8 Awb voor zover van toepassing * art 4:12, lid 1: achterwege laten toepassing 4:7 en 4:8 Awb bij financiële beschikking * art 4:14. lid 1, 3: verdagen beslistermijn door mededeling
BIJLAGE C Toelichting ‘Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant’
Uitoefenen van bevoegdheden op basis van (onder) mandaat
Het bestuur van de veiligheidsregio heeft de regionaal commandant gemandateerd om een aantal bevoegdheden te mogen uitoefenen namens het bestuur. Het mandaatbesluit voor de brandweer biedt de mogelijkheid om de uitoefening van deze bevoegdheden onder te mandateren aan medewerkers binnen de brandweerorganisatie. De regionaal commandant heeft hiervan gebruik gemaakt en het ‘Ondermandaatbesluit Brandweer Midden- en West-Brabant vastgesteld”.
Beperking van het uitoefenen van bevoegdheden op basis van (onder)mandaat
Het uitoefenen van bevoegdheden is niet onbeperkt. Bevoegdheden kunnen worden uitgeoefend binnen de grenzen die daarvoor gegeven zijn. Een verleend ondermandaat mag volgens de vastgestelde regelingen niet gebruikt worden in de volgende gevallen:
Naast de situaties waarin het ondermandaat niet gebruikt mag worden zijn er ook kaders en voorwaarden waarmee bij de uitoefening van ondermandaat rekening moet worden gehouden. Bij uitoefening van het ondermandaat moet rekening worden gehouden met;
Indien niet binnen deze regels, kaders en randvoorwaarden wordt gehandeld is er geen sprake van een geldig ondermandaat en wordt onbevoegd gehandeld.
Tenslotte geldt dat de uitoefening van bevoegdheden niet plaatsvindt zonder overleg met en/of advies van daarbij betrokken diensten, afdelingen en eenheden binnen en buiten de veiligheidsregio. Daar waar er bedrijfsvoeringsaspecten een rol spelen dient de concernafdeling bedrijfsvoering betrokken te worden bij de voorbereiding van een besluit. Bedrijfsvoering heeft daarbij een kaderstellende, toetsende en/of adviserende en begeleidende rol:
Onder de adviserende en begeleidendrol wordt verstaan het in beeld brengen van de belangen, risico’s en opties, het doen van een voorstel voor het nemen van een besluit en het ondersteunen en sturen van de gemandateerde tijdens het hele besluitvormingsproces. Indien nodig kan in overleg met de directeur middelen externe ondersteuning worden ingeschakeld.
Uitwerking overleg en advisering P&O inzake uitvoering arbeidsvoorwaarden
Voor besluiten die betrekking hebben op de uitvoering van de arbeidsvoorwaardenregeling is de verplichting tot overleg met en/of advies van de afdeling Personeel en Organisatie als volgt nader uitgewerkt.
De afdeling Personeel en Organisatie biedt ondersteuning bij de besluitvorming inzake uitvoering van de arbeidsvoorwaardenregeling. De afdeling Personeel en Organisatie vervult daartoe een kaderstellende, toetsend, adviserende en/of begeleidende rol. In de volgende situaties moet in ieder geval de afdeling P&O worden ingeschakeld:
1.Kaderstelling door of namens de directeur middelen:
Kaders zijn of worden in ieder geval gesteld ten aanzien van:
Besluiten moeten worden genomen overeenkomstig de gestelde kaders en randvoorwaarden. P&O kan ondersteunen bij het toetsen van voorgenomen besluiten. Eerste aanspreekpunten zijn de aangewezen adviseurs personeel en organisatie.
2.Toetsing van besluiten door het hoofd P&O:
Toetsing door het hoofd P&O vindt in ieder geval plaats met betrekking tot:
Toetsing vindt o.a. plaats aan de hand van het functiegebouw, de regeling cafetariasysteem, de regeling beloningsbeleid, de regeling functiebeschrijving en waardering, de regeling vergoeding en vergoedingen brandweerpersoneel.
3.Toetsing door de directeur middelen
Toetsing door de directeur middelen vindt in ieder geval plaats bij:
Verplicht advies en begeleiding is in ieder geval vereist bij:
Het betreft geen limitatieve opsomming, dat wil zeggen dat kaderstelling, toetsing, advisering en begeleiding niet beperkt hoeft te blijven tot de vermelde situaties. Indien er gegronde redenen zijn kunnen de Algemeen Directeur en/of de directeur middelen of de regionaal commandant brandweer zelf vanuit hun verantwoordelijkheden op grond van de Organisatieverordening voorafgaande aan het besluit kaderstelling, toetsing of verplichte advisering en begeleiding opleggen. Indien er geen gehoor aan wordt gegeven bestaat de mogelijkheid om de regionaal commandant en/of bestuur te verzoeken het (onder)mandaat in te trekken.