PARAGRAAF 1 DE INFORMATIEVE FASE
Artikel 19 Doel en vorm
- 1.
De vergadering in de informatieve fase is een
raadskamervergadering en is bestemd voor het uitwisselen van
informatie tussen de woordvoerders van de fracties, burgers,
burgemeester, wethouders, ambtenaren en overige deskundigen over
voorstellen aan de raad en andere onderwerpen.
- 2.
De informatieve vergadering kan bestaan uit diverse vormen van
overleg en uitwisseling en/of overdracht van informatie.
- 3.
Technische vragen dienen voorafgaand aan de informatieve
vergaderingen te zijn gesteld.
Artikel 20 Spreekrecht voor burgers in de informatieve fase
1.Een ieder kan een verzoek doen om met betrekking tot een
onderwerp dat op de agenda staat het woord te voeren.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden :
- a)
over de agendapunten betreffende het doen van benoemingen,
voordrachten of aanbevelingen van personen;
- b)
indien reeds eerder over hetzelfde onderwerp van het spreekrecht
gebruik werd gemaakt en de besluitvorming over het onderwerp nog
niet is afgerond;
- c)
over een besluit van een bestuursorgaan van de gemeente
waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- d)
over een gedraging waarover een klacht ex artikel 9.1 van de
Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- e)
voor boodschappen of aanprijzingen van commerciële aard;
- f)
door een politieke groepering
- g)
indien de kamervoorzitter in het belang van een goede
vergaderorde of bij het ontbreken van voldoende belang het
verzoek in te spreken afwijst. Hiervan doet de kamervoorzitter
bij het begin van de vergadering mededeling.
- 3.
Bij de behandeling van het desbetreffende agendapunt geeft de
kamervoorzitter het woord aan de insprekers die zich hebben
aangemeld, voordat de leden van de commissie het woord
voeren.
- 4.
De spreektijd wordt toegekend aan de hand van de volgorde van
aanmelding en bedraagt ten hoogste vijf minuten per spreker of
verwante groep van sprekers.
- 5.
Na iedere inspreker zijn de leden van de kamer in de gelegenheid
vragen te stellen aan de betreffende inspreker. De tijd benodigd
voor het beantwoorden van de vragen door de inspreker wordt niet
in mindering gebracht op de toegekende inspreektijd.
- 6.
In daarvoor in aanmerking komende gevallen kan de
kamervoorzitter een afwijkende regeling van spreektijd
hanteren.
- 7.
De inspreker die het woord voert richt zich tot de
kamervoorzitter en dient zich te beperken tot zaken die
rechtstreeks verband houden met het aan de orde zijnde
agendapunt. De kamervoorzitter ziet hierop toe.
Artikel 21 Beëindiging informatieve fase
- 1.
Wanneer de kamervoorzitter vaststelt, dat over een onderwerp
alle relevante informatie is uitgewisseld, sluit hij de
informatieve fase.
- 2.
Nadat de informatieve fase is afgesloten, besluit de raadskamer
of het onderwerp wordt doorgeleid naar de meningsvormende of
besluitvormende fase.
- 3.
Een besluit om een onderwerp door te geleiden naar de
meningsvormende fase komt alleen tot stand als een meerderheid
van de aanwezige fracties zich daarachter schaart.
- 4.
Een besluit om een onderwerp door te geleiden naar de
besluitvormende fase komt alleen tot stand als alle in de
raadskamer aanwezige fracties zich daarachter scharen. .
- 5.
De raadskamer kan besluiten een onderwerp als hamerstuk door te
geleiden naar de besluitvormende fase
- 6.
Een besluit als bedoeld in het vijfde lid komt alleen tot stand
als alle in de raadskamer aanwezige fracties hiermee instemmen.
Artikel 22 Behandelresultaat
Van een informatieve vergadering wordt een behandelresultaat
opgesteld en een (audio) verslag gemaakt.
PARAGRAAF 2 DE MENINGSVORMENDE FASE
Artikel 23 Doel en vorm
- 1.
De vergadering in de meningsvormende fase is een
raadskamervergadering en bestemd voor het uitwisselen van
fractiestandpunten tussen de woordvoerders van de fracties
en de indiener(s) van het voorstel en het voeren van
discussie over voorstellen aan de raad.
- 2.
In de meningsvormende fase kondigen de woordvoerders van de
fracties hun amendementen en/of moties op een aanhangig
voorstel of onderwerp aan.
- 3.
Op basis van de ingediende amendementen en moties leidt de
kamervoorzitter die discussie in de meningsvormende
vergadering.
- 4.
De meningsvormende vergadering vindt plaats in twee
termijnen.
- 5.
In de eerste termijn zetten de woordvoerders van de fracties
hun standpunt uiteen en is (zijn) de indiener(s) van het
voorstel in de gelegenheid hierop te reageren. In de tweede
termijn reageren de woordvoerders op de standpunten van
andere fracties en op het standpunt van de indiener(s) van
het voorstel.
Artikel 24 Spreekregel
Per onderwerp wordt het woord door één vertegenwoordiger per fractie
gevoerd.
Artikel 25 Vergaderquorum
- 1.
Een meningsvormende vergadering wordt niet geopend zolang
niet een meerderheid van het aantal in de raad
vertegenwoordigde fracties aanwezig is.
- 2.
Indien op grond van het eerste lid een meningsvormende
vergadering niet kan worden geopend agendeert de
Procedurecommissie het onderwerp in een vergadering op een
volgende Politieke Maandag.
- 3.
Voor het openen van de vergadering, bedoeld in het tweede
lid, behoeft geen meerderheid van de in de raad
vertegenwoordigde fracties aanwezig te zijn.
Artikel 26 Beëindiging meningsvormende fase
- 1.
Wanneer de kamervoorzitter vaststelt, dat over een onderwerp
alle standpunten zijn besproken en de discussie is afgerond,
sluit hij de meningsvormende fase.
- 2.
Nadat de meningsvormende fase is afgesloten, besluit de
raadskamer of het onderwerp wordt doorgeleid naar de
besluitvormende fase.
- 3.
Een besluit om een onderwerp door te geleiden naar de
besluitvormende fase komt alleen tot stand als de fracties
waarvan de woordvoerders zich daarachter hebben geschaard,
in de raad een meerderheid opleveren.
- 4.
De raadskamer kan besluiten een onderwerp als hamerstuk door
te geleiden naar de besluitvormende fase.
- 5.
Een besluit als bedoeld in het vijfde lid komt alleen tot
stand als alle in de raadskamer aanwezige fracties hiermee
instemmen.
Artikel 27 Verslag
Van een meningsvormende vergadering wordt een (beeld)verslag
gemaakt. Tevens wordt een behandelresultaat opgesteld.
Paragraaf 3.1 Algemene bepalingen
Artikel 28 Doel en vorm
- 1.
De vergadering in de besluitvormende fase is een
raadsvergadering en is bestemd voor het debatteren en beslissen
over raadsvoorstellen en het controleren van het gevoerde
bestuur.
- 2.
De raadsvergadering vindt plaats in de raadzaal . De
Procedurecommissie kan beslissen een andere locatie aan te
wijzen.
- 3.
De voorzitter, de leden van het college van burgemeester en
wethouders en de raadsgriffier hebben een vaste zitplaats. De
zitplaats van de leden van de raad wordt, door de voorzitter van
de raad na overleg in de Procedurecommissie, bij aanvang van
iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.
- 4.
De aanwijzing kan, na bespreking in de Procedurecommissie, door
de voorzitter worden herzien.
Artikel 29 Agenda
- 1.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op
voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad
bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda
toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 2.
Het aan de agenda toevoegen van onderwerpen vindt slechts plaats
in spoedeisende gevallen.
- 3.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de
raad de volgorde van behandeling van de agendapunten
wijzigen.
Artikel 30 Presentielijst
- 1.
Ieder ter vergadering komend lid tekent na aankomst in de
vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke
vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier
door ondertekening afgesloten.
- 2.
Indien een lid de vergadering verlaat deelt hij dit mede aan de
voorzitter. De griffier tekent op de presentielijst het tijdstip
van het vertrek aan.
Artikel 31 Spreekregels
- 1.
De leden van de raad en de leden van het college en de
burgemeester spreken ieder vanaf het voor hen bestemde
spreekgestoelte, tenzij de voorzitter toestaat dat van een
andere plaats wordt gesproken. Zij richten zich tot de
voorzitter.
- 2.
Een lid van de raad voert slechts het woord na het aan de
voorzitter gevraagd en van hem gekregen te hebben.
- 3.
De voorzitter verleent het woord als eerste aan de fracties
die een of meerdere amendementen en/of moties indienen.
- 4.
De beraadslaging over een voorstel of onderwerp geschiedt in
ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 5.
Elke spreektermijn is afgesloten nadat het college of de
burgemeester op het door de leden gesprokene heeft
geantwoord.
- 6.
Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel, tenzij de raad
anders beslist.
- 7.
Iedere fractie heeft een basisspreektijd van tien minuten
voor de eerste raadszetel. Deze spreektijd wordt verhoogd
met één minuut voor iedere volgende zetel.
De spreektijd van een afgesplitste fractie wordt in mindering
gebracht op de spreektijd van de fractie die wordt verlaten en
bedraagt een evenredig deel van de spreektijd van de fractie die
wordt verlaten berekend op basis van de verhouding tussen het aantal
leden van de nieuwe fractie en de verlaten fractie.
- 8.
De spreektijd van het college en de burgemeester tezamen
bedraagt 50 minuten.
- 9.
Op voorstel van de voorzitter of een of meer van zijn leden
kan de raad de spreektijdverdeling wijzigen
Artikel 32 Sluiting beraadslaging en beslissing
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel
voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de
raad anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na stemming over
eventuele amendementen en moties, de stemming plaats over het
voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 3.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel
plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te
nemen eindbeslissing.
Artikel 33 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming
overgaat, heeft ieder lid het recht door middel van een korte
verklaring zijn uit te brengen stem te motiveren binnen de aan diens
fractie toegekende spreektijd.
Artikel 34 Stemming over zaken
- 1.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van
een wettelijke verplichting van stemming moet onthouden, is
verplicht een stem uit te brengen.
- 2.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan
kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend
heeft gemaakt, aantekening in de besluitenlijst vragen dat hij
zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit
geen verandering.
- 3.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede,
met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte
stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen
besluit.
Artikel 35 Stemming over amendementen en moties
- 1.
Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend,
wordt eerst over dat amendement gestemd.
- 2.
Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt
eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het
amendement.
- 3.
Indien twee of meer amendementen of subamendementen op hetzelfde
onderdeel van een aanhangig voorstel zijn ingediend wordt het
meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in
stemming gebracht. Bij verschil van gevoelen over de strekking
beslist de raad.
- 4.
Indien tijdens de beraadslagingen over een voorstel een of meer
amendementen of moties worden ingediend, dan wordt als eerste
over de amendementen gestemd.
Artikel 36 Stemming over personen
- 1.
In geval van stemming over personen, vinden zoveel
stemmingen plaats als er personen benoemd, voorgedragen of
aanbevolen moeten worden.
- 2.
De stemmingen over personen zijn geheim en kunnen
elektronisch of per stembriefje geschieden.
- 3.
Indien schriftelijk wordt gestemd, benoemt de voorzitter
drie leden tot stembureau, waarvan het eerst benoemde lid
als voorzitter van het stembureau optreedt.
- 4.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond
van een wettelijke verplichting van stemming moet onthouden,
is verplicht een daartoe aangereikt stembriefje in te
leveren. De stembriefjes dienen qua vorm en kleur identiek
te zijn.
- 5.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde
stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge
het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren.
Is dit niet het geval dan worden de stembriefjes vernietigd
en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 6.
Indien meer personen de volstrekte meerderheid hebben
verkregen dan er plaatsen te vervullen zijn, dan zijn
diegenen, die de meeste stemmen op zich verenigden,
verkozen.
Komen meer personen in aanmerking, die een gelijk aantal stemmen
verkregen, dan heeft tussen hen herstemming plaats, waarbij het lid
dat de meeste stemmen verkregen heeft, verkozen is.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in
artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben
uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben
ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt
verstaan:
- ·
- ·
een ondertekend stembriefje;
- ·
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij
de stemming verschillende vacatures betreft;
- ·
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op
voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is
voorgedragen;
- ·
een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd
dan die waartoe de stemming is beperkt.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de
voorzitter van de raad op voorstel van de voorzitter van het
stembureau.
7.Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk
na vaststelling van de uitslag en sluiting van de vergadering
vernietigd.
Artikel 37 Herstemming over personen
- 1.
Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid
heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte
meerderheid is verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen
twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op
zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming
de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan
wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee
personen de derde stemming zal plaatsvinden.
- 3.
Als ook hierdoor geen volstrekte meerderheid van stemmen wordt
verkregen vindt, zonodig na tussenstemming over hen, die een
gelijk aantal stemmen hebben, een vierde stemming plaats over de
twee personen, die nu de meeste stemmen hebben verkregen.
- 4.
Indien bij tussenstemming of bij de derde en vierde stemming de
stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 38 Beslissing door het lot
- 1.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van degenen
tussen wie de beslissing moet plaatsvinden, door de voorzitter
van de raad op afzonderlijke, geheel gelijke briefjes
geschreven, welke briefjes na controle door de voorzitter van
het stembureau door hem in een stembus worden geworpen.
- 2.
Vervolgens neemt de voorzitter van de raad een van de briefjes
uit de stembus. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is
gekozen.
Artikel 39 Besluitenlijst en verslag
- 1.
De ontwerpbesluitenlijst van de laatstgehouden raadsvergadering
wordt zo spoedig mogelijk in het Raadsinformatiesysteem
geplaatst.
- 2.
Tijdens de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige
vergadering vastgesteld.
- 3.
De raadsleden, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de
secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de
raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of
niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot
verandering dient vóór het vaststellen van de besluitenlijst bij
de griffier te worden ingediend.
- 4.
De besluitenlijst moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de aanwezige
wethouders, de ter vergadering aanwezige leden evenals van de
leden die afwezig waren en overige personen die het woord hebben
gevoerd;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding
van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder
aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de
Gemeentewet van stemming hebben onthouden.
- 5.
De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de griffier
en na vaststelling door de voorzitter en de griffier
ondertekend.
- 6.
Het besprokene wordt vastgelegd in een beeld- en geluidsverslag.
PARAGRAAF 4 ALGEMENE BEPALINGEN OVER DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD EN DE
RAADSKAMERS
Artikel 45 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord,
tenzij:
- a.
de voorzitter van de vergadering het nodig
oordeelt.
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter van de
vergadering kan bepalen dat de spreker zonder verdere
interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker in eerste termijn interrumpeert,
dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de
voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de
spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de
vergadering hem gedurende de vergadering, waarin dat plaats
vindt, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter van de vergadering kan ter handhaving van de orde
de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -
indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de
vergadering sluiten.
- 4.
De kamervoorzitter kan een raadskamer voorstellen aan een lid of
fractievolger dat door zijn gedragingen de geregelde gang van
zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te
ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na
aanneming daarvan verlaat het lid of de fractievolger de
vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de kamervoorzitter hem
verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan de raad het lid
of de fractievolger bovendien voor ten hoogste drie maanden de
toegang tot de vergadering ontzeggen
Artikel 46 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter van de vergadering en ieder lid of fractievolger
kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde
doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen; over een voorstel van orde wordt terstond
beslist.
- 3.
Een voorstel van orde gedaan in een vergadering van een
raadskamer is aangenomen als een meerderheid van de aanwezige
woordvoerders van de fracties zich daarachter hebben geschaard.
Artikel 47 Schorsing
- 1.
Op verzoek van een lid, het college of op voorstel van de
voorzitter van de vergadering kan de raad(skamer) besluiten de
beraadslagingen te schorsen teneinde de leden of het college
gelegenheid te geven tot onderling nader beraad.
- 2.
Indien de beraadslagingen worden geschorst wordt vooraf de
tijdsduur van de schorsing door de voorzitter bepaald.
- 3.
Na verloop van de schorsingsperiode wordt de vergadering
onverwijld voortgezet.
Artikel 48 Deelname aan de vergadering door anderen
- 1.
De raad(skamer) kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering
aanwezige leden, de voorzitter van de vergadering, de
wethouder(s). de griffier of de raadsadviseur deelnemen aan de
beraadslaging.
- 2.
Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter van de
vergadering of één der leden genomen alvorens met de
beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt
een aanvang wordt genomen.
- 3.
Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te
nemen aan de vergadering zijn de bepalingen van dit reglement
van toepassing.
Artikel 49 Ingekomen stukken
- 1.
Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst.
Deze lijst wordt periodiek aan de raad ter beschikking gesteld
en op de agenda geplaatst.
- 2.
De Procedurecommissie bepaalt op welke wijze een ingekomen stuk
wordt afgedaan, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 50 Besloten vergadering
- 1.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement
van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet
strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 23 en 82, vijfde lid,
van de Gemeentewet, kunnen het college of de burgemeester de
voorzitter van de vergadering verzoeken een vergadering in
beslotenheid te houden dan wel een vergadering in beslotenheid
voort te zetten.
- 3.
De vergadering besluit of in beslotenheid wordt vergaderd.
Artikel 51 Besluitenlijst besloten vergadering
- 1.
De besluitenlijst en/of het verslag van een besloten vergadering
worden niet toegezonden, maar ligt uitsluitend voor de leden ter
inzage.
- 2.
Deze besluitenlijst en/of het verslag worden in een volgende
vergadering vastgesteld. Tijdens deze vergadering neemt de raad
of de raadskamer een besluit over het al dan niet openbaar maken
van deze stukken. Indien de besluitenlijst en/of het verslag
aanleiding geven tot bespreking, vindt deze bespreking plaats in
beslotenheid.
Artikel 52 Geheimhouding
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of de
raadskamer overeenkomstig de artikelen 25, eerste lid of 86, eerste
lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het
verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad of de raadskamer kan
besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 53 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van gestelde in de artikelen 25, derde en
vierde lid, of 55, tweede en derde lid, of 86, tweede lid, van de
Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt,
indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding
heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het betreffende
orgaan overleg gevoerd.
Artikel 54 Verbod gebruik mobiele communicatieapparatuur
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens
de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele
telefoons of andere communicatiemiddelen dat inbreuk kan maken op de
orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter van de
vergadering niet toegestaan.
Artikel 55 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de
voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere
wijze verstoren van de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter van de vergadering is bevoegd toehoorders, die op
enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen
vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de
vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de
toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 56 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid-
dan wel beeldregistraties willen maken vragen toestemming aan de
voorzitter van de vergadering en gedragen zich naar zijn
aanwijzingen.
Artikel 57 Maatregelen van orde
Indien de voorzitter van de vergadering dit nodig oordeelt, kan hij
de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter
handhaving van de orde op de publieke tribune.