Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal statuut gemeente Pijnacker-Nootdorp 2014 |
Citeertitel | Sociaal statuut gemeente Pijnacker-Nootdorp 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet op de ondernemingsraden, artikel 8:4
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-08-2014 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 08-07-2014 Telstar, 27-08-2014 | 14INT06023, BBV14.0339 |
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling BDV d.d. 2 juli 2014;
gelet op artikel 25, eerste lid, sub d en e van de Wet op de ondernemingsraden (WOR); artikel 8:4 en paragraaf 5 van Hoofdstuk 10d van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR); artikel 160, eerste lid, sub c, van de Gemeentewet en de Handleiding afspiegeling algemeen, stappenplan voor de bepaling van de ontslagvolgorde van de VNG;
gezien de bereikte overeenstemming in de Commissie voor georganiseerd overleg;
vast te stellen het navolgende ‘Sociaal statuut gemeente Pijnacker-Nootdorp 2014’:
Dit sociaal statuut is een nadere uitwerking van artikel 12:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten, waarin is opgenomen dat het college overleg pleegt met vertegenwoordigers van de organisaties van overheidspersoneel over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd.
Over dit sociaal statuut is op 31 maart 2014 overeenstemming bereikt met de commissie voor het georganiseerd overleg.
Het statuut is op 8 juli 2014 vastgesteld door het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en treedt in werking op de eerste dag na publicatie en werkt terug vanaf 1 januari 2014.
Daar waar in dit sociaal statuut alleen de mannelijke vorm wordt gebruikt, kan evenzo de vrouwelijke vorm gelezen worden.
In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR, evenals de werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;
paritaire commissie: de commissie, zoals bedoeld in artikel 16;
bezwarencommissie: de bezwarencommissie voor personele aangelegenheden waarbij de ‘regeling bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden’ geldt;
CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
flankerend beleid: het beleid, dat erop is gericht aanvullende uitstroombevorderende faciliteiten te bieden bovenop artikel 10d CAR;
formatieplan: zie functieboek;
functie: het geheel van werkzaamheden dat aan een ambtenaar is opgedragen;
functieboek: een korte omschrijving van de organieke functies, zoals deze in de (nieuwe) organisatie(of in het (nieuwe) organisatieonderdeel) voorkomen, met vermelding van opleidings- en ervaringseisen en (indicatief) functieniveau;
gemeente: de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip "passende functie", maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;
georganiseerd overleg: de commissie voor georganiseerd overleg, zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;
herplaatsing: benoeming in een passende of geschikte functie binnen of buiten de gemeentelijke organisatie;
boventallig verklaarde medewerker: de medewerker in dienst van de gemeente die als gevolg van een reorganisatie zijn functie heeft verloren en die (nog) niet is geplaatst of herplaatst in de formatie van de nieuwe organisatie;
leidinggevende: de directe leidinggevende die belast is met het geven van leiding aan de afdeling waarvan de ambtenaar deel uitmaakt en die verantwoordelijk is voor het gevoerde of te voeren personeelsbeleid;
leidraad: de leidraad organisatieverandering gemeente Pijnacker-Nootdorp 2003;
ondernemingsraad: ondernemingsraad, zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Ondernemingsraden;
ongewijzigde functie: functie die gelijk is of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voorafgaand aan de organisatieverandering vervulde;
organisatieverandering: een inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een inkrimping of wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan) - met uitzondering van de griffie - die niet tijdelijk van aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;
passende functie: een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal 2 niveau’s lager zijn dan de oude functie;
personele gevolgen: gevolgen voor de functie of rechtspositie van de betrokken ambtenaar;
plaatsing: benoeming in een ongewijzigde, passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie;
plaatsingscommissie: de commissie, zoals bedoeld in artikel 8;
plaatsingsplan: voorstel van de plaatsingscommissie betreffende het plaatsen van ambtenaren;
plaatsingskandidaat: de ambtenaar die in aanmerking komt voor plaatsing in een ongewijzigde, passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie;
PNUWO: Pijnacker-Nootdorpse Uitwerkingsovereenkomst;
privatisering: een organisatieverandering die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe, privaatrechtelijke, rechtspersoon of van de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde, privaatrechtelijke, partij;
publiekrechtelijke taakoverheveling: een organisatieverandering die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;
projectleider: de in- of externe persoon die door de werkgever is benoemd om de organisatieverandering te begeleiden;
salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal, zoals bedoeld in de bijlage behorende bij de CAR/PNUWO of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag. Salaris wordt ook bezoldiging genoemd;
salarisaanspraken: de opeenvolgende salarisnummers van de schaal, waarin ambtenaar op het moment van (her)plaatsing is ingedeeld, tot en met het daaraan verbonden maximum. Voor zover de ambtenaar nog niet op een functieniveau is ingedeeld, worden onder deze aanspraken tevens verstaan de opeenvolgende salarisnummers tot en met het hoogste bedrag van het functieniveau, mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende criteria. Een ambtenaar die een hoger salaris in het vooruitzicht is gesteld in verband met ontwikkelingen in de huidige functie, houdt het recht op deze salarisvooruitzichten;
sociaal plan: nadere afspraken met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatieverandering, gebaseerd op en aanvullend op de leidraad organisatieverandering en het sociaal statuut;
sociaal statuut: het reglement waarin werkgever en het georganiseerd overleg ten behoeve van de ambtenaren afspraken hebben vastgelegd over wederzijdse rechten en plichten bij een organisatieverandering. Indien de term ‘sociaal statuut’ gebruikt wordt, wordt het sociaal statuut gemeente Pijnacker-Nootdorp 2014 bedoeld;
tijdelijke werkzaamheden: werkzaamheden die redelijkerwijs tijdelijk aan de ambtenaar kunnen worden opgedragen en zoveel mogelijk passend bij het werk- en denkniveau van de ambtenaar;
toelagen: de toelagen, niet zijnde persoonlijke onderscheidenlijke garantietoelagen, waarmee het salaris ingevolge de CAR/PNUWO of de bezoldigingsregeling wordt vermeerderd;
WOR: Wet op de Ondernemingsraden;
WW: Werkloosheidswet;
werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
zwaarwegend advies: wanneer hiervan wordt afgeweken dient dit grondig gemotiveerd te worden.
Dit sociaal statuut bevat de algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij organisatieveranderingen, zoals bepaald in de ‘Leidraad organisatieverandering gemeente Pijnacker-Nootdorp 2003’ die is vastgesteld door de werkgever.
Artikel 4 ALGEMEEN UITGANGSPUNT: GEEN GEDWONGEN ONTSLAG
Uitgangspunt bij een organisatieverandering is dat er geen gedwongen ontslagen ten gevolge van deze organisatieverandering plaatsvinden.
Artikel 5 PROCEDURE BIJ ORGANISATIEVERANDERING
Voor wat betreft de te volgen procedure bij organisatieveranderingen zijn de artikelen 2.6 en 2.7 van de leidraad van toepassing.
Artikel 6 FUNCTIEBOEK (Formatieplan)
Op basis van de vastgestelde organisatiebeschrijving wordt door de projectleider onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris een overzicht van alle functies samengesteld, het
zogenaamde functieboek. Alle betrokken ambtenaren worden de gelegenheid geboden kennis te nemen van dit functieboek. Ten aanzien van de inhoud van dit boek is geheel artikel 2.8 van de leidraad van toepassing.
Artikel 7 BELANGSTELLINGSREGISTRATIE
Namens werkgever wordt door de projectleider een brede belangstellingsregistratie onder het betrokken personeel gehouden. De ambtenaar wordt, te rekenen vanaf de eerste dag van de tevoren schriftelijk aangekondigde ter inzagelegging, in beginsel gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld aan de hand van het functieboek zijn belangstelling voor minimaal één tot maximaal drie functies kenbaar te maken.
Artikel 10 INFORMATIEVERSTREKKING
De ambtenaar die als gevolg van een organisatieverandering is aangewezen als plaatsingskandidaat wordt gelijktijdig met zijn aanwijzing geïnformeerd over zijn rechten en plichten. De plaatsings-kandidaat ontvangt een exemplaar van dit sociaal statuut.
Artikel 11 CRITERIA BEOORDELING ONGEWIJZIGDE, PASSENDE EN GESCHIKTE FUNCTIE
Indien voor een functie meer belangstellenden zijn dan plaats in de zin van beschikbare formatie, dan worden voor de plaatsing als bedoeld in artikel 9, in volgorde de volgende criteria gehanteerd:
In aard van dienstverband wordt onderscheid gemaakt in:
Bovengenoemd aard van dienstverband wordt volgordelijk bij het criterium b toegepast.
Artikel 12 SALARIS, SALARISAANSPRAKEN EN TOELAGEN
De ambtenaar behoudt het salaris en de salarisaanspraken verbonden aan zijn functie, die hij op het moment van plaatsing vervult, met in achtneming van het bepaalde in artikel 12.4. Ook de ambtenaar die niet in een functie van gelijk schaalniveau kan worden geplaatst en die een functie aanvaardt met een lager functioneel schaalniveau, behoudt deze aanspraken. De ambtenaar mag door een plaatsing niet benadeeld of geschaad worden in zijn salaris en toelagen.
Aan de ambtenaar die wordt geplaatst in een lager gewaardeerde functie en van wie het salaris op het moment van plaatsing hoger is dan het maximaal bereikbare salaris in een nieuwe functie, worden de salarisschaal, de salarisafspraken, de persoonlijke toelagen en eerder toegekende garantietoelagen behorende bij de oude functie gegarandeerd.
Wanneer aan de ambtenaar in het salarisniveau, welke aan zijn (oorspronkelijke ) functie is verbonden, nog periodieke verhogingen en/of uitloopschaal kunnen worden toegekend, zullen deze verhogingen op de normale wijze en op de normale tijdstippen worden toegekend. Dit geldt eveneens voor het aan de oude functie verbonden eventuele uitloopniveau. Hierbij wordt de algemene salarisontwikkeling gevolgd.
De onder lid 6 genoemde compensatie kent het volgende verloop: Het eerste jaar na de plaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de bezoldiging die het gevolg is van het vervallen van toelagen; Het tweede jaar ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van toelagen; Het derde jaar ontvangt de ambtenaar 50% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen; Het vierde jaar ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen. Daarna vervalt de compensatie.
Artikel 14 GEEN ONGEWIJZIGDE, PASSENDE OF GESCHIKTE FUNCTIE (BOVENTALLIG VERKLARING)
Indien de ambtenaar naar de mening van werkgever, mede op advies van de plaatsingscommissie, geen ongewijzigd, passende of geschikte functie kan worden aangeboden, wordt hem dit schriftelijk en gemotiveerd meegedeeld. De ambtenaar wordt alsdan boventallig verklaard. Bedenkingen hiertegen zijn mogelijk, hiervoor wordt verwezen naar de inhoud van artikel 15.
Boventallig verklaarde medewerkers genieten voorrang bij de vervulling van vacant geworden functies binnen de organisatie, hetgeen inhoudt dat een vacature pas kan worden vrij gegeven, indien na overleg met de boventalligverklaarden en toetsing door P&O is gebleken dat er geen geschikte boventallig verklaarde medewerker is om de vacature te vervullen. De (nog te behalen) uitkomsten van om-, her-, en bijscholing worden hier bij betrokken.
Artikel 15 BEDENKINGEN TEGEN VOORLOPIGE BENOEMING OF BOVENTALLIG VERKLARING
Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen zijn voorlopige benoeming of zijn boventallig verklaring, maakt hij zijn bedenkingen binnen zes weken na datum van verzending van het besluit schriftelijk en gemotiveerd kenbaar aan de werkgever. Indien de ambtenaar niet binnen deze termijn reageert, wordt hij geacht in te stemmen met de voorlopige benoeming of met zijn boventallig verklaring.
Artikel 16 PARITAIRE COMMISSIE
De samenstelling van de commissie staat vermeld in het “reglement commissie Van werk naar werk”. De betreffende (plv) leden zijn niet werkzaam bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp en geen lid van de plaatsingscommissie. De commissie kan zich bij haar werkzaamheden laten bijstaan door (externe) adviseurs. Deze zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht. Een adviseur kan het secretariaat van de commissie voeren.
Artikel 20 VERPLICHTINGEN AMBTENAAR
Wanneer de ambtenaar na herhaald, tweemaal in twee maanden, en zorgvuldig overleg weigert een ongewijzigde, passende of geschikte functie te aanvaarden, kan werkgever overgaan tot ontslag. Werkgever kan daarbij de maatregelen nemen, zoals bedoeld in artikel 10a:9, eerste lid, van de CAR. Alvorens daartoe over te gaan, dient werkgever het advies van de paritaire commissie te vragen.
Artikel 21 OM-, HER- OF BIJSCHOLING
Op de ambtenaar rust geen terugbetalingsverplichting voor de door werkgever vergoede studiekosten indien hij de studie staakt omdat het gezien de veranderende aard van de nieuwe werkzaamheden geen zin heeft de studie voort te zetten of omdat de ambtenaar een andere studie gaat volgen die van belang is voor zijn nieuwe functie.
Indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie naar het oordeel van de plaatsingscommissie en werkgever nodig is, zal de ambtenaar in de gelegenheid worden gesteld tot om-, her- of bijscholing. Dit kan op verzoek van de ambtenaar of op initiatief van werkgever. De ambtenaar kan daartoe ook worden verplicht.
Tot de categorie die in aanmerking komt voor om-, her- of bijscholing behoren ook de ambtenaren die vanuit hun oorspronkelijke functie in een lager gewaardeerde functie zijn ingepast en voor wie deze om-, her- of bijscholing een grotere kans kan bieden op een functie met een aan hun oorspronkelijke functie gelijk functieniveau. De kosten van om-, her- en bijscholing komen voor rekening van de gemeente.
Werkgever kan de boventallig verklaarde medewerker een stimuleringspremie in het vooruitzicht stellen, indien de boventallig verklaarde medewerker op zijn verzoek eervol ontslag zonder uitkering wordt verleend. De stimuleringspremie bedraagt vier bruto maandsalarissen, indien het dienstverband is beëindigd binnen zes maanden, nadat hij is aangewezen als boventallig verklaarde medewerker.
De boventallig verklaarde medewerker aan wie eervol ontslag op zijn aanvraag is verleend wegens de aanvaarding van een nieuwe functie buiten de gemeente, wordt een salarissuppletie toegekend, indien het in de nieuwe functie genoten salaris één functionele salarisschaal lager is dan de salarisschaal in de oorspronkelijke functie.
Indien de boventallig verklaarde medewerker in verband met het aanvaarden van een functie bij een andere werkgever noodzakelijkerwijs moet verhuizen, zal werkgever een verplaatsingskostenvergoeding toekennen volgens hoofdstuk 18 van de CAR/PNUWO, indien en voor zover de nieuwe werkgever daarin niet voorziet.
Artikel 23 PRIVATISERING EN TAAKOVERHEVELING
Werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie in overleg over de overname van de ambtenaar van het desbetreffende organisatieonderdeel. Werkgever biedt de zekerheid dat de ambtenaar die een vaste aanstelling heeft deze ook bij de nieuwe werkgever krijgt, zonder proeftijd.
Voordat werkgever een besluit neemt over de overgang van de ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de ambtenaar de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor een passende of geschikte functie die op dat moment vacant is of op korte termijn (tot het moment van daadwerkelijke overgang van de betrokken instantie), vacant komt binnen de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar zal in dat geval als interne kandidaat in de selectieprocedure worden betrokken.
De ambtenaar heeft het recht om binnen een jaar na de overheveling van zijn functie als gevolg van privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling beargumenteerd een verzoek in te dienen om terug te mogen keren naar de oude werkgever. De werkgever zal dat verzoek in beginsel honoreren. Op dat moment krijgt de ambtenaar de status van boventallig verklaarde medewerker.
Indien het georganiseerd overleg of de ondernemingsraad van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit sociaal plan regelt de plaatsingsprocedure en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.
Artikel 25 RECHTSPOSITIEVERGELIJKING
Indien de betrokken ambtenaar overgaat naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt werkgever een vergelijking tussen het arbeidsvoorwaardenpakket dat bij de gemeentelijke werkgever en bij de nieuwe werkgever van toepassing is. Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket bij de nieuwe werkgever minder is dan bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 27, nadere afspraken gemaakt over afbouw.
Vastgesteld in de vergadering van 8 juli 2014
de burgemeester, de secretaris,
mw. F. Ravestein drs. J.P.R. Woudstra
Bijlage A: Belangstellingsregistratieformulier
In te vullen door de ambtenaar.
Mijn belangstelling gaat uit naar de volgende functies (minimaal 1 en maximaal 3 voorkeuren invullen s.v.p., voorkeuren in afdalende volgorde noemen)
Toelichting:………………………………………………………………………………………..
Voorkeur 2: Functiebenaming ………………………………………………………………………
Code………………………………………………………………………………………………….
Toelichting:…………………………………………………………………………………………..
Voorkeur 3: Functiebenaming ……………………………………………………………………
Code…………………………………………………………………………………………………..
Toelichting:……………………………………………………………………………………………
O Ik heb bovenstaande functies wel in volgorde van voorkeur geplaatst,
O Ik heb bovenstaande functies niet in volgorde van voorkeur geplaatst. Het maakt mij niet uit in welke van deze functies ik geplaatst word.
NB: alleen het aantal uren op basis van het huidige dienstverband zijn gegarandeerd.
Ik wens gebruik te maken van de mogelijkheid om gehoord te worden door de Inpassingcommissie.
NB: de Inpassingscommissie kan u ook op eigen initiatief uitnodigen voor een gesprek.
N.B.: Het formulier dient uiterlijk op xx-xx-xxxx a.s. volledig ingevuld ontvangen te zijn door de ambtelijk secretaris van de Inpassingscommissie, per adres:
U kunt hiervoor gebruik maken van bijgevoegde retourenvelop.