Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktregeling gemeente Lansingerland 2013 |
Citeertitel | Marktregeling gemeente Lansingerland 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Marktverordening gemeente Lansingerland 2013
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-2013 | 29-04-2015 | Nieuwe regeling | 08-10-2013 Heraut, 16 oktober 2013 | BW1300830/ T13.08537 |
Hoofdstuk I Inrichting weekmarkt
Artikel 2 Inrichting van de markt
Op de weekmarkt in Berkel en Rodenrijs is gebruik van eigen materiaal toegestaan op de hiervooraangewezen gebieden, zoals aangegeven op de bij het Inrichtingsplan behorende kaart. Onder eigen materiaal wordt verstaan een verkoopwagen dan wel een markavan. Eigen kramen zijn niet toegestaan. In bijlage II zijn bepalingen eigen materiaal opgenomen.
Het te gebruiken eigen materiaal dient te voldoen aan door burgemeester en wethouders te stellen eisen, zoals opgenomen in bijlage II. In elk geval geldt dat de verkoopwagens en markavans technisch inpasbaar dienen te zijn. Onder technisch inpasbaar wordt verstaan, dat de verkoopwagen of markavan (geen eigen kramen, kladjes, schragen, tenten en/of parasols) binnen de vergunde ruimte inpasbaar moet zijn en de naastgelegen standplaatsen hiervan geen hinder mogen ondervinden.
Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die niet (zullen) worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien is in vervanging overeenkomstig artikel 12.
Artikel 9 Inschrijving op de anciënniteitlijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
HOOFDSTUK III BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 10 Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste 40 maal per jaar zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 11 en 12.
Artikel 12 Bijzondere omstandigheden
Van een bijzondere omstandigheid, als bedoeld in artikel 13, tweede lid van de Marktverordening, wordt gesproken in de volgende gevallen:
Tijdens de markt draagt de standplaatshouder, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, zorg voor een goed verzorgd aanzien van zijn standplaats. Het plaatsen van tenten en parasols op de standplaats is niet toegestaan.
Artikel 19 Bak- en kookinstallaties
Indien vergunning is verleend voor de verkoop en het gereedmaken van eet- en drinkwaren, is devergunninghouder verplicht zijn waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins. Tevens dienen er vuilnisbakken van voldoende grootte aan de voorzijde van de kraam of de verkoopgelegenheid geplaatst te worden ter voorkoming van vervuiling van het marktterrein.
Indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, moet de prijsaanduiding tot
generlei misverstand aanleiding kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.
HOOFDSTUK IV STRAF, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikelen 11, 14 tot en met 17 en 19 van de Marktregeling en de artikelen 13, leden 1 en 2, 17 en 18 Marktverordening | ||||||
Artikel 13 lid 2 en 3 Marktverordening en de artikelen 14 tot en met 17 van de Marktregeling | |||||
Niet zorgdragen voor het schoon opleveren van de standplaats | |||||
Ten aanzien van elke overtreding, ook al worden er meerdere tegelijk geconstateerd, worden de verschillende stadia van de matrix doorlopen. Indien echter, gespreid in de tijd, drie verschillende overtredingen zijn geconstateerd, zullen de waarschuwingen daarvoor als één algemene gelden en zal een vierde overtreding meteen tot de bijbehorende 1e sanctie leiden en een vijfde tot de bijbehorende 2e sanctie en een zesde en volgende tot de bijbehorende 3de sanctie.
Aldus vastgesteld in haar vergadering van 8 oktober 2013,
burgermeester en wethouders van Lansingerland,
de secretaris, de burgemeester,
drs. Ing. Ad Eijkenaar Ewald van Vliet
Bijlage I Toelichting op het sanctiebeleid
Het in de tabel genoemde aantal overtredingen betreft de overtredingen die worden geconstateerd binnen een periode van twaalf maanden. Dezetermijn gaat in op de dag direct na het einde van een opgelegde sanctie. Ditbetekent dat na het opleggen van de eerste sanctie een termijn van twaalf maanden begint te lopen vanaf het moment dat de termijn van uitsluiting,twee opeenvolgende marktdagen, is verstreken. Wordt binnen deze termijn een volgende overtreding geconstateerd dan volgt een tweede, hogere sanctie van vier opeenvolgende marktdagen. Na afloop van deze tweedesanctie gaat opnieuw een termijn van twaalf maanden in. Volgt in deze tijd wederom een overtreding dan volgt direct uitsluiting van vieropeenvolgende marktdagen en gaat de termijn van twaalf maanden weer inop de dag direct na het aflopen van deze sanctie. Bij iedere volgendeovertreding na de derde wordt als sanctie een uitsluiting van vier opeenvolgende marktdagen opgelegd. Pas wanneer in een periode van twaalf maanden na het einde van de laatste sanctie geen overtredingen meer zijn geconstateerd, kan weer worden gesproken over een eerste overtreding.
De keuze van de hoogte van de sanctie is gebaseerd op de volgende overwegingen. Op basis van de marktverordening is een uitsluiting van ten hoogste vier opeenvolgende marktdagen mogelijk. Met een frequentie van één marktdag per week is dit ten hoogste vier weken uitsluiting. Er is voor gekozen om bij een tweede en derde overtreding een verhoogde, en tevens maximale, sanctie toe te passen van vier opeenvolgende marktdagen. Hiermee wordt beoogd om binnen de grenzen van de verordening voldoende effectief te kunnen optreden.
Een 'geconstateerde overtreding' zoals bedoeld in het overzicht betreft de sancties die kunnen worden opgelegd zoals bedoeld in artikel 25 van de marktverordening. Het is van belang om te benadrukken dat er wel een sanctie moet zijn opgelegd om bij een volgende constatering en 'hogere' sanctie op te leggen maar dat het niet noodzakelijk is dat de eerder opgelegde sancties onherroepelijk zijn. Met andere woorden, het indienen van bezwaar of het instellen van beroep staat niet in de weg aan het opleggen van een volgende, hogere, sanctie.
Bijlage: II Bepaling eigen materiaal
Bijlage B Handleiding werkwijze bij storm op de markt
Meerdere zaken zijn van invloed op het reilen en zeilen van de markt. Een daarvan is het weer. Bij harde wind zijn er mogelijk risico’s voor de bezoekers en de marktkooplieden.
In Berkel en Rodenrijs is besloten dat de marktmeester de verantwoordelijkheid heeft op de markt. In de Marktverordening gemeente Lansingerland 2013 is bepaald dat bij extreme weersomstandigheden een markt kan worden afgelast of anders kan worden ingericht.
De marktmeester bepaalt of een markt wordt afgelast. De markt gaat door, tenzij de veiligheid in het geding is.
Verschillen kunnen optreden ver de interpretatie van de weersomstandigheden. Daarom is in de notitie opgenomen over welke stappen moeten worden gevolgd om tot een verantwoorde en inzichtelijke beslissing te komen bij extreme weersomstandigheden.
Vanuit het oogpunt van veiligheid, eenduidigheid en inzichtelijkheid is gekozen om richtlijnen op te stellen hoe te handelen bij harde wind en storm.
Deze notitie kent 2 uitwerkingen, een beleidsdeel en een uitvoeringsdeel.
In het beleidsdeel wordt ingegaan op de algemene uitgangspunten die bij storm van toepassing zijn bij de beoordeling van de situatie op de markt, de maatregelen en de beslisstappen.
Daarnaast wordt aangegeven welke stappen minimaal moeten worden gezet voordat besluitvorming van andere inrichting of afgelasting van de markt kan worden overgegaan. Uitgewerkt zijn de mogelijke aanpakken, stormbanden, inschuiven of afgelasten die op de markt mogelijk zijn bij een storm.
Het uitwerkingsdeel is een handleiding met de minimaal te zetten stappen om op een stormachtige dag tot besluitvorming te komen. De marktmeester vindt hierin beknopt de informatie en de stappen die voor een inzichtelijk besluit noodzakelijk zijn.
De ernst van een storm voor een markt wordt door 3 hoofdfactoren bepaald: de windkracht, de windrichting en de locatie van de markt.
Eerst wordt ingegaan op de algemene richtlijnen die voor de Berkelse markt geldt bij storm.
Bij een windkracht van 4 Bft of minder hoeven er normaliter geen extra maatregelen op de markt te worden getroffen.
In het protocol wordt uitgegaan van een grenswaarde van 5 Beaufort (Bft). Het KNMI spreekt dan van “vrij krachtige wind”. Kenmerk van de windkracht is: “er waaien vuilnisbakken om”.
Vanaf 5 Bft moeten de spanbanden worden aangebracht.
Vanaf een windkracht van 8 Bft, het KNMI spreekt dan van “stormachtig”is het doorgaan van de markt twijfelachtig.
Kenmerkt van “stormachtig weer”is dat twijgen afbreken en het voortbewegen dan zeer moeilijk is. Vanaf windkracht 9 (storm) kan er een weeralarm door het KNMI worden afgegeven.
Kenmerkt van windkracht 9 “storm” is: “dakpannen waaien weg, kinderen waaien om, takken breken af.
Hoewel de windkracht en windrichting belangrijke factoren zijn in de bepaling van de toe te passen stappen van het stormprotocol, moet iedere keer de specifieke situatie op de markt als uitgangspunt worden genomen. Deze marktsituatie, windkracht en windrichting moet beoordeeld worden op de veiligheid van de markt, de kooplieden en de bezoekers.
De verantwoordelijkheden op het marktterrein liggen als volgt:
Om het stormprotocol uit te voeren zijn een aantal voorwaarden waaraan minimaal moet worden voldaan:
De constatering dat er sprake is van een storm kan op zich op verschillende momenten van de markt voordoen. Dit betekent dat de toepassing van het stormprotocol op verschillende momenten van kracht kan zijn. Hier worden de verschillende situaties genoemd.
Voorafgaand aan de start van de markt
Dit kan betekenen dat, soms al dagen, voor de start van de betreffende markt de vooruitzichten dermate zijn dat de toepassing van het stormprotocol voor de hand ligt. Dit doet zich vooral voor in de stormgevoelige periode oktober tot en met maart.
De marktmeester kan zich goed en tijdig voorbereiden op de uitvoering van het stormprotocol.
Kort voor of bij de start van de markt
Het kan zijn dat er waarschuwingen voor krachtige of harde wind gegeven worden. Op dat moment is het belangrijk alert te zijn op een eventuele verslechtering in het weer. Dit betekent dat de marktmeester vroeg (voor aanvang van de markt) op de markt moet zijn om de situatie ter plekke te kunnen inschatten en het stormprotocol toepassen.
De situatie op een markt kan door wisselende omstandigheden dermate wijzigen dat het stormprotocol van toepassing is.
Hierbij moet de marktmeester tijdens de markt de situatie inschatten.
Op de markt wordt bepaald welke aanpassing aan de hand van de verwachte weerssituatie wordt toegepast. Er zijn de volgende situaties mogelijk:
Marktkooplieden brengen stormbanden aan, de markt gaat gewoon door.
De wind is sterk en niet alle marktkooplieden zijn misschien aanwezig. De aanwezige marktkooplieden brengen stormbanden aan en schuiven aan, zodat er een gesloten markt is. De kramenzetter haalt de lege kramen direct weg.
Wanneer dit uiterste besluit gedurende een marktdag wordt genomen, halen de marktkooplieden hun kraam leeg, halen in overleg met de kramenzetter de stormbanden los en de kramenzetter verwijderd onmiddellijk de kraam.
Wanneer dit besluit voor het begin van de markt wordt genomen, dan wordt de markt niet opgezet.
Wanneer het stormprotocol van toepassing is dan mogen de marktkooplieden de stormbanden pas verwijderen als (een vertegenwoordiger van) de kramenzetter hierbij aanwezig is om de kraam direct verder af te breken.
Het is de verantwoordelijkheid en in de praktijk nagenoeg standaard om als marktmeester de weerberichten te volgen om te kunnen bepalen of het stormprotocol wordt toegepast.
Bij het naderen van de marktdag, waarbij het stormprotocol mogelijk moet worden toegepast, is het verstandig om de volgende stappen te ondernemen.
Wanneer de weersverwachting zodanig is dat het stormprotocol eventueel moet worden toegepast, zorgt de marktmeester ervoor om voor aanvang van de markt op de markt aanwezig te zijn.
Voordat tot het treffen van maatregelen wordt overgegaan vindt er in principe eerst overleg met de kramenzetter, de politie, enkele marktkooplieden en de teamleider of het afdelingshoofd van de afdeling Vergunningverlening & Handhaving (V&H).
Wanneer er maatregelen in verband met storm van kracht zijn gelden er tevens aanvullende voorwaarden voor de ondernemers en de kramenzetters
Het weer laat zich moeilijk voorspellen en is zeker niet te sturen. Het kan betekenen dat de storm pas in de loop van de dag optreedt. Dezelfde procedure is dan van toepassing.
Na raadplegen van de weerberichten kan blijken dat er maatregelen noodzakelijk zijn. De mogelijke risicobeperkende maatregelen zijn:
De marktmeester overlegt ter plekke met de kramenzetter over de risicobeperkende maatregelen. Vanaf windkracht 5 is deze maatregel verwist.
In het overleg kan het besluit worden genomen om die marktdag de stormbanden aan te brengen. De kramenzetter zet, bij deze beslissing, de kramen op zonder zeil en breekt kramen die onbezet blijven af.
Als uit de geraadpleegde informatiebronnen blijkt dat het weer zo slecht is dat het aanleiding is om zwaardere maatregelen te nemen, dan vindt er in principe overleg plaats met:
Uit dit overleg volgt een besluit voor de markt.
De besluiten inschuiven en het afgelasten van de markt worden door de marktmeester, de teamleider of plaatsvervanger (telefonisch) medegedeeld aan de contactpersonen van de belangenvertegenwoordigers.
De marktkooplieden worden mondeling of telefonisch geïnformeerd.
Zowel voor de start van de markt als tijdens de markt kan duidelijk worden dat de veiligheid niet langer kan worden gewaarborgd en dat de markt moet worden afgelast.
Voordat het besluit om een markt af te lasten wordt genomen, zijn alle voorbereidende stappen zoals in voorgaande paragrafen genoemd doorlopen.
Het afgelasten van de markt is een ingrijpende beslissing zowel voor de ondernemers als voor de gemeente. Bij het afgelasten van de markt heeft de ondernemer inkomstenderving. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid van zowel de ondernemer als de bezoeker aan de markt. De afweging tussen beide belangen moet daarom zorgvuldig gebeuren.
De verantwoordelijkheid van het besluit blijft bij de marktmeester ter plekke.
De gemeente is ten alle tijdelijk verantwoordelijk voor het faciliteren van en het handhaven op een veilige markt en derhalve voor het uitvoeren van datgene dat in het stormprotocol is opgenomen.
Daarnaast is de markt een samenspel van verschillende partijen. Hieronder worden de partijen genoemd en hun rol bij de veiligheid op de markt bij storm.
schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg, | ||||
grote schade aan gebouwen, volwassenen waaien | ||||
Bijlage B Handleiding werkwijze bij storm op de markt
De marktmeester bepaalt of de markt anders wordt ingericht of wordt afgelast.
Bij een andere inrichting zal de marktmeester, rekening houdend met de omstandigheden, naar bevind van zaken handelen om de markt op een zo gewoon mogelijke manier door te laten gaan.
Windkracht, windrichting en locatie markt
Hoewel de windkracht en windrichting belangrijke factoren zijn in de bepaling van de toepassing van het stormprotocol, moet iedere keer de specifieke situatie op de markt worden beoordeeld. De marktsituatie, windkracht en windrichting moet, in samenhang, beoordeeld worden op de veiligheid voor de bezoekers, de kooplieden en de marktopstelling.
In het protocol wordt uitgegaan van een grenswaarde van 5 Beaufort (Bft). Het KNMI spreekt dan van ‘vrij krachtige wind’. Bij een windkracht van 4 Bft zijn er enkele locaties op de markten die extra aandacht behoeven en waar eventueel maatregelen moeten worden genomen.
De verantwoordelijkheden zijn:
De eerste stap van het stormprotocol is vast te stellen welke windkracht en windrichting er is of wordt
De marktmeester registreert de datum, tijd en de weersgegevens.
Als het duidelijk is dat er sprake is van storm dan de volgende stap worden ondernomen.
Bij twijfel wordt op een later tijdstip de windkracht en windrichting nogmaals opgevraagd.
Het kan nodig zijn meerdere keren de gegevens op te vragen.
Na elke opgevraagde windgegevens deze informatie, registreren.
Een besluit om, op grond van de gegevens, niet over te gaan tot actie is ook een actie! Dit wordt ook geregistreerd.
Voordat tot het treffen van maatregelen wordt overgegaan vindt er in principe eerst overleg met de
kramenzetter, de politie, enkele marktkooplieden en de teamleider of het afdelingshoofd V&H plaats.
Wanneer er maatregelen i.v.m. storm van kracht zijn gelden er tevens aanvullende voorwaarden voor de ondernemers en de kramenzetter.
De weergegevens en het overleg leiden tot een besluit over het doorgaan van de markt met of zonder maatregelen.
Het besluit om de markt te ontruimen, kan alleen nadat er is overlegd met de teamleider of het afdelingshoofd V&H. Zij zijn verantwoordelijk voor de formele besluitvorming.
Aan het eind van de dag, c.q. besluitvorming zorgt de marktmeester dat er een kort verslag gemaakt wordt. Hierdoor kan teruggekeken worden hoe de besluitvorming is verlopen en welke bijzondere aspecten hebben plaatsgevonden.