Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening betreffende de instelling en werkwijze van de Vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen |
Citeertitel | Verordening op de Vertrouwenscommissie herbenoeming commissaris van de Koningin 2013 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2013 | nieuwe regeling | 06-02-2013 Onbekend. | nr. A.1 |
Gelezen de voordracht van het Presidium d.d. 30 januari 2013, nr. 2013-02299, SG.
Gelet op artikel 82 en 145 van de Provinciewet, alsmede op de bepalingen van de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 en de circulaire Procedureregels herbenoeming commissaris van de Koningin;
I. Vast te stellen, de Verordening betreffende de instelling en werkwijze van de Vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, luidende als volgt:
Er is een commissie genaamd: Vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, hierna te noemen "de Vertrouwenscommissie".
De Vertrouwenscommissie is belast met de voorbereiding van een aanbeveling van Provinciale Staten van Groningen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen.
De Vertrouwenscommissie kan het verrichten van bepaalde werkzaamheden opdragen aan één van haar leden of aan twee of meer van haar leden gezamenlijk. De bepalingen welke ingevolge deze verordening op de werkzaamheden van de Vertrouwenscommissie van toepassing zijn, zijn op de werkzaamheden van deze leden van overeenkomstige toepassing.
Ten aanzien van al hetgeen voor, tijdens en na het verrichten van de werkzaamheden van de Vertrouwenscommissie direct of indirect door de Vertrouwenscommissie wordt besproken, schriftelijk wordt vastgelegd en/of aan de leden van de Vertrouwenscommissie wordt voorgelegd, geldt voor de leden van de Vertrouwenscommissie, de secretaris en de provinciaal ambtenaar die hem bijstaat een geheimhoudingsplicht.
De in lid 1 genoemde geheimhoudingsplicht geldt evenzeer tegenover Provinciale Staten, alsmede tegenover de afzonderlijke leden van Provinciale Staten, behoudens wanneer het stukken, gegevens of informatie betreft die door de Vertrouwenscommissie aan Provinciale Staten zijn overgelegd, medegedeeld of anderszins ter kennis zijn gebracht. In dit laatste geval blijft de geheimhoudingsplicht tegenover derden evenwel onverkort van kracht.
Indien en voor zover voor de uitvoering van het bepaalde in artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 4 en artikel 6 van deze verordening ingevolge de Provinciewet nog afzonderlijke, c.q. aanvullende besluitvorming van de Vertrouwenscommissie en/of haar voorzitter, dan wel van Provinciale Staten en/of zijn voorzitter vereist mocht zijn, wordt daartoe onverwijld door het desbetreffende orgaan overgegaan.
De secretaris van de Vertrouwenscommissie draagt er zorg voor dat alle stukken die de Vertrouwenscommissie in het kader van haar werkzaamheden zelf heeft opgemaakt, alsmede de overige stukken die op grond van de Archiefwet of naar het oordeel van de voorzitter van de Vertrouwenscommissie voor archivering in aanmerking komen, op het moment waarop de commissie ingevolge artikel 10, lid 2 is ontbonden onverwijld op de daartoe aangewezen wijze wordt gearchiveerd, waarbij wordt bepaald dat de betreffende archiefbescheiden overeenkomstig artikel 15 van de Archiefwet 1995 gedurende 75 jaar geheim dienen te blijven.
Indien voor de uitvoering van de leden 1 en 2 de tussenkomst van Gedeputeerde Staten in haar hoedanigheid van zorgdrager als bedoeld in de Archiefwet 1995 vereist is, verlenen zij daaraan hun medewerking. Wanneer dit noodzakelijkerwijze met zich mee mocht brengen dat de te archiveren bescheiden aan Gedeputeerde Staten dienen te worden overgedragen, zal het aan hen niet zijn toegestaan deze te openen, of anderszins in te zien, dan wel onder zich te houden.
Alle stukken die door of vanwege de Vertrouwenscommissie zijn opgemaakt of aan haar zijn toevertrouwd en niet voor archivering in aanmerking komen, worden door de voorzitter of de secretaris vernietigd, dan wel worden geretourneerd aan degenen die deze stukken hebben verschaft. Voor zover de vernietiging en retournering plaatsvinden nadat de Vertrouwenscommissie is ontbonden, rapporteren de voorzitter of de secretaris dat aan de voorzitter van Provinciale Staten.