De raad van de gemeente Vught;
overwegende dat het wenselijk is om de inwoners van Vught en Cromvoirt te
betrekken bij het vorm en inhoud geven aan gemeentelijk beleid;
gelet op artikel 108, 147, 149 en 150 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Algemene Inspraak- en Participatieverordening van gemeente
Vught
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak:de wijze waarop het bestuursorgaan ingezetenen en
belanghebbenden ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens de
gelegenheid biedt om hun inspraakreacties kenbaar te maken als
bedoeld in artikel 150 Gemeentewet.
- b.
voorbereidingsprocedure:elke vorm van een in een wet voorgeschreven
wijze van voorbereiding van concrete besluiten (projecten of
plannen).
- c.
participatie: de wijze waarop het bestuursorgaan ingezetenen en
belanghebbenden betrekt bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid, projecten of plannen, met inbegrip van inspraak en formele
voorbereidingsprocedures.
- d.
procedure: de wijze waarop de participatie gestalte wordt gegeven.
De participatie kent vijf verschillende gradaties: informeren,
raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen. Deze zijn
ondergebracht in de participatieladder. Hoe hoger de trede, hoe meer
ruimte en invloed men heeft.
- e.
informeren:politiek en bestuur houden burgers op de hoogte van de
genomen beslissingen. Burgers leveren geen input.
- f.
raadplegen:politiek en bestuur bepalen de beleidsrichting. De burger
is gesprekspartner. De resultaten zijn niet-verbindende bouwstenen
voor het beleid.
- g.
adviseren:politiek en bestuur laten burgers problemen en oplossingen
formuleren. De ideeën hebben een volwaardige rol in de
beleidsontwikkeling.
- h.
coproduceren:politiek, bestuur en betrokkenen komen samen – binnen
vooraf gestelde kaders - een probleemagenda en oplossingen overeen,
waarbij de politiek zich verbindt aan de oplossingen bij de
uiteindelijke besluitvorming.
- i.
meebeslissen:de bevoegdheid van deelnemers in het participatieproces
om binnen door het bevoegde orgaan gestelde algemene kaders en
vooraf omschreven keuzemogelijkheden, een voor het bestuurorgaan
bindende keuze te maken.
- j.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
- k.
randvoorwaarden:aan de participatie ten grondslag liggende feiten,
waarop het bestuursorgaan geen invloed heeft, dan wel door het
bestuursorgaan aan participatie meegegeven kaders.
- l.
belanghebbenden: natuurlijke- en rechtspersonen, al dan niet in de
gemeente Vught gevestigd, die een aantoonbaar belang hebben bij
participatie.
- m.
bestuursorgaan:alle bestuursorganen van de gemeente Vught, ieder
voor zover het hun bevoegdheden betreft.
Artikel 2 Onderwerp van participatie (inspraak en
voorbereidingsprocedures)
- 1.
Participatie is in beginsel mogelijk op alle onderwerpen van
gemeentelijk beleid.
- 2.
In de fase van beleidsvoorbereiding is sprake van inspraak in de zin van
artikel150 Gemeentewet.
- 3.
In de fase van concrete projecten en plannen maakt de van toepassing
zijnde wettelijke voorbereidingsprocedure deel uit van de
participatieprocedure.
- 4.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden hoe
participatie wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van de
gemeente.
- 5.
Geen participatie wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij
het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de
Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van participatie niet opweegt tegen het belang
van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare
groepen in de samenleving.
- 6.
Een besluit tot het niet verlenen van participatie wordt gemotiveerd.
Artikel 3 Participatiegerechtigden
- 1.
Participatie wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
- 2.
Het bestuursorgaan stelt vast welke ingezetenen en belanghebbenden
worden betrokken bij participatie.
Artikel 4 Procedure participatie
- 1.
Het bestuursorgaan maakt een keuze uit de participatietreden en stelt
voor elk onderwerp waarop participatie wordt verleend een procedure
vast. Het bestuursorgaan maakt daarbij een keuze uit de
participatietreden informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren of
meebeslissen. Deze keuze wordt gemotiveerd.
- 2.
Indien een project in meerdere fasen wordt opgedeeld, wordt de keuze
voor de participatietrede en de procedure voor elke fase van het project
apart vastgesteld.
- 3.
De participatieprocedure bevat in elk geval:
- a.
het onderwerp van participatie, zoals bedoeld in artikel 2;
- b.
een aanduiding van de ingezetenen en belanghebbenden, zoals
bedoeld in artikel 3 lid 2.
- 4.
In aanvulling op lid 3 bevat deze procedure voor zover mogelijk:
- a.
de randvoorwaarden, zoals bedoeld in artikel 1 onder k;
- b.
de wijze van vormgeving van het participatieproces;
- c.
de wijze waarop nadere werkafspraken gemaakt zullen worden met
de deelnemers aan het participatieproces over (in ieder
geval):
- 1.
de frequentie en de wijze van overleg;
- 2.
de verplichting tot overleg bij het wijzigen van
beleid;
- 3.
het recht van de deelnemers zonodig ongevraagd het
bestuursorgaan te adviseren.
- d.
een tijdpad met termijnstelling;
- e.
- f.
een financiële paragraaf.
- 5.
Het bestuursorgaan kan de procedure wijzigen in die gevallen waarin de
vaststelling van het beleidsvoornemen dat vereist. Het bestuursorgaan
maakt een besluit tot wijziging van de procedure aan de participanten
bekend.
Artikel 5 Termijnen
- 1.
Indien op grond van artikel 4 de Uniforme openbare
voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht) van
overeenkomstige toepassing wordt verklaard kan, als voorafgaand aan deze
procedure een andere vorm van participatie is toegepast gericht op
specifieke doelgroepen, de in artikel 3:16 Algemene wet bestuursrecht
genoemde termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen worden
verkort tot vier weken.
- 2.
In afwijking van artikel 3:16 Algemene wet bestuursrecht bedraagt de
termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen acht weken indien
een deel van de termijn binnen de zomervakantie van het lager onderwijs
in Vught valt.
Artikel 6 Voorbereiding participatie
- 1.
Het bestuursorgaan informeert ingezetenen en belanghebbenden voorafgaand
aan de participatie hierover op geschikte wijze.
- 2.
Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat deelnemers aan de
participatieprocedure voldoende tijd en informatie krijgen voor een
goede voorbereiding.
Artikel 7 Vastlegging en eindverslag participatie
- 1.
Het bestuursorgaan draagt zorg voor verslaglegging van door haar in het
kader van participatie gehouden bijeenkomsten.
- 2.
Deze verslagen worden aan alle aanwezigen bij de in lid 1 bedoelde
bijeenkomsten bekendgemaakt.
- 3.
Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een
eindverslag op.
- 4.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;
- b.
een weergave van de opbrengst die tijdens de participatie
mondeling of schriftelijk naar voren is gebracht;
- c.
een reactie op deze opbrengst, waarbij met redenen omkleed wordt
aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het
beleidsvoornemen, project of plan wordt overgegaan;
- d.
een beoordeling achteraf over de gemaakte keuzen zoals genoemd
in artikel 4 gelet op het verloop van het participatieproces.
- 5.
Het verslag maakt deel uit van het voorstel dat ter besluitvorming wordt
aangeboden.
- 6.
Na besluitvorming wordt aan alle deelnemers het voorstel en het besluit
gelijktijdig met de formele bekendmaking daarvan, ter informatie
toegezonden.
Artikel 8 Reikwijdte verordening
Deze verordening is niet van toepassing op aangelegenheden, waarvoor een
specifieke inspraak- of
participatieverordening is vastgesteld.
Artikel 9 Intrekking oude verordening
- 1.
De Inspraakverordening 2005, welke op 16 december 2004 is vastgesteld,
wordt ingetrokken.
- 2.
Inspraakprocedures waarmee voor de intrekking van Inspraakverordening
2005 een begin is gemaakt, worden afgehandeld overeenkomstig de
ingetrokken Inspraakverordening 2005.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking acht dagen na de dag van bekendmaking.
Artikel 11 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als:
Algemene inspraak- en participatieverordening van gemeente Vught.